Nederland kent de laatste jaren een grote toename aan asielzoekers. Wanneer zij een vergunning krijgen om in Nederland te verblijven, is het voor hen ook mogelijk zich in te schrijven bij een huisarts in de aangewezen gemeente. De taalbarrière vormt echter een groot probleem. Huisartsen kunnen hierdoor het volledige probleem met moeite in kaart brengen. En voor statushouders wordt het lastiger te begrijpen hoe de behandeling in elkaar steekt. De Nederlandse overheid maakt het nu voor huisartsen mogelijk ad hoc tolkdiensten en conference calls aan te vragen voor statushouders.
Twee diensten
De dienst komt in twee vormen. Een ad hoc tolkdienst, waarbij de huisarts in de praktijk belt met een tolk, kan worden ingezet wanneer de patiënt in de kamer aanwezig is. Is de patiënt echter niet bij de huisarts in de praktijk, dan is het mogelijk een conference call aan te vragen. Om de vertrouwelijkheid te waarborgen, kunnen er maximaal drie lijnen deelnemen aan het gesprek: de patiënt, de huisarts en de tolk.
Telefonisch aanvragen
Om de dienst aan te vragen, is het nodig dat de statushouder een verblijfsdocument heeft wat ná 1 juli 2016 is afgegeven. Na inschrijving bij de huisarts, is het zes maanden mogelijk tolkdiensten aan te vragen voor de desbetreffende statushouder. Het aanvragen gebeurt aan de hand van een telefoongesprek met het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN), waarin de huisarts(assistent) het AGB-nummer van de praktijk, het documentnummer van het verblijfsdocument en de gewenste talencombinatie doorgeeft.
Het TVcN controleert vervolgens of het documentnummer van het verblijfsdocument al is ingeschreven voor de tolkvoorziening. Zo niet, dan is het vanaf dat moment mogelijk consulten en conference calls in te plannen.
De tolkenvoorziening wordt uitgevoerd door Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN). Zij lanceerden in maart dit jaar ook de TolkentelefoonApp, waarmee huisartsen contact leggen met een tolk.
