Britse 65 plussers managen gezondheid met technologie - Nieuwsoverzicht van 20 oktober

4 januari 2016
Pushdocter
Innovatie
Nieuws

Eenderde van Britse 65 plussers gebruikt technologie om gezondheid te managen

Uit onderzoek van Pushdokter blijkt dat meer dan de helft van de Britten (58%) technologie gebruikt om hun gezondheid in de gaten te houden. Dat percentage daalt boven de 65, maar is dan nog steeds 36%. Het meest gebruikt is 'dokter Google' - dit doen mensen nog net iets eerder dan hun partner vragen wat die ervan vindt. Om tot deze conclusies te komen, analyseerden de onderzoekers 160 miljoen zoekopdrachten. Over het algemeen zijn mensen positief over de mogelijkheden. 70,9% is positief en het restant negatief. Opvallend is dat de Britten vaker biometrische data delen dan mailen met hun arts (6,3 versus 4,4%). Ook videoconsults (5,1%) komen vaker voor dan mailen. Alleen chatten met de arts scoort lager: 4,0%. Wilt u meer weten? Bekijk dan dan het rapport van Pushdokter.

Innovatie in eHealth vaak dubbelop en gefragmenteerd

   Het is typerend voor startups. Omdat er veel innovatoren zijn, komt het regelmatig voor dat verschillende startups met hetzelfde bezig zijn. Great minds think alike, zeg maar. In een artikel op Forbes schrijft Todd Hixon over de fragmentatie van innovatie in de zorg. Hij was onlangs op de Health 2.0 conference en daar woonde hij 35 pitches bij. Bijna de helft van de startups bleek bezig met zaken waar anderen ook al mee bezig zijn; chronische ziekten en telemedicine bijvoorbeeld. Hoe komt dit? Ten eerste is er een goed startup klimaat. Cloudinfrastructuur, applicatie ontwikkeltools en Apps stores maken het relatief makkelijk om een softwarebedrijf te starten. Daarnaast versterkt de manier waarop zorg georganiseerd is het probleem. Veel startups werken lokaal samen met ziekenhuizen. Die ziekenhuizen lopen vaak tegen dezelfde problemen aan. Het gevolg zijn doublures en fragmentatie. Wie echt een verschil wil maken, zal dus een goede oplossing voor een groot probleem moeten bedenken, aldus Hixon.

23andMe mag weer gezondheidsdata verstrekken

Vanaf vandaag gaat 23andMe weer genetische gezondheidsdata verstrekken aan iedereen die dat wil. Door wat spuug op te vangen en het op te sturen, kunt u informatie over erfelijke ziekten krijgen. 23andMe  mocht sinds 2013 geen gegevens meer verstrekken van de Food and Drug Administration. In de afgelopen twee jaar zijn de methodes aangepast en nu hebben ze wel goedkeuring van de FDA - hoewel ze wel minder gegevens aanbieden dan voorheen. De FDA kwam in actie omdat ze zeker wilden weten dat de gegevens daadwerkelijk kloppen. De data die 23andMe nu aanbiedt, geeft antwoord op de vraag of u drager bent van een erfelijke ziekte. Ondanks het intrekken van de vergunning is het bedrijf in de afgelopen twee jaar gegroeid. Ze boden namelijk wel tests aan om bijvoorbeeld lactose intolerantie op te sporen. Wilt u meer informatie over de mogelijkheden in Nederland? Dan kunt u de nieuwe website benikdrager.nl bezoeken.