Hartslag meet-app voorgeschreven door Belgische cardiologen

6 oktober 2017
Nieuws

Zorg-op-afstand is nog niet normaal, maar begint het wel te worden. De alomtegenwoordigheid van smartphones helpt mee met de doorbraak van dergelijke verplaatsing van zorg. In het kader van een reeks e-health proefprojecten, gestimuleerd door de Belgische federale overheid, wordt momenteel de mobiele app Fibricheck voorgeschreven om thuis regelmatig de hartslag te controleren en de gegevens door te sturen naar de cardioloog.

Ook in België zijn er al vele duizenden gezondheidsapps beschikbaar. Bijna elke dag komen er nieuwe apps bij, zoals Fibricheck. Het verschil met veel andere apps is dat Fibricheck wordt voorgeschreven door de specialist, zo schrijft VRT News. De app staat op de smartphone, maar de login wordt door de arts gegeven.  

Fibricheck wordt gebruikt om voorkamerfibrillatie (VKF) zo snel mogelijk op te sporen. VKF is de meest voorkomende hartritmestoornis, waarbij de hartslag veel te hoog is, vaak meer dan 100 slagen per minuut in rust, en waarbij het hart ook onregelmatig klopt. De app won begin september een prestigieuze prijs op het congres van de "European Society of Cardiology", in de categorie "Best Digital Health Company".

Geen momentopname meer

Cardioloog Pieter Vandervoort van het Ziekenhuis Oost-Limburg in Genk heeft de app al aan zo’n 100 patiënten voorgeschreven.  De redenen: controle kan thuis gebeuren met opvolging zo nodig in het ziekenhuis. En er kan veel vaker gecontroleerd worden. "Als we patiënten met hartritmestoornissen krijgen en een meting doen, zijn dat vooral momentopnames. Met de Fibricheck kan de patiënt zijn hartslag zelf meten. De resultaten worden meteen doorgestuurd. We hebben een verpleegkundige die dagelijks de binnengekomen resultaten analyseert."

Volgens dr. Vandervoort is gebruiksvriendelijkheid één van de belangrijkste voordelen van de app. Een vinger een minuut tegen de camera houden is genoeg om de hartslag te meten. De gegevens worden automatisch doorgestuurd. "Iedereen loopt tegenwoordig rond met een smartphone en kan de meting gewoon thuis doen,” vertelt de cardioloog. “Het valt me ook op dat het goed is voor het vertrouwen met de patiënt. Als een patiënt vroeger binnen kwam met klachten en we zagen niet meteen een anomalie tijdens een meting, was er toch wat ongemak bij de patiënt. Nu schrijf ik de app voor een maand voor en vraag ik de patiënt om zijn hartritme 2 keer per dag te meten."

Oorzaken, gevolgen VKF

VKF ontstaat door een verstoring van het elektrische geleidingssysteem dat de voorkamers van het hart prikkelt om samen te trekken. Het gevolg is dat er minder bloed naar de kamers wordt gepompt en er altijd een beetje bloed in de voorkamers achterblijft.  De hartfunctie vermindert daardoor licht, en er is een risico op de vorming van bloedklonters in de voorkamers door het bloed dat achterblijft.
Meestal wordt de ziekte uitgelokt door een al bestaande hartaandoening, maar ook ziektes zoals onder meer diabetes, longziektes en infecties van de luchtwegen of slaapapneu kunnen VKF veroorzaken, evenals factoren zoals overmatig alcoholgebruik of fysieke stress. Ongeveer een kwart van de mensen zal in de loop van zijn leven ooit VKF krijgen. Het aantal patiënten wordt in België geschat op 150.000, vooral mensen ouder dan 65.  

Ook bij risicopatiënten is voorkamerfibrillatie relatief goedaardig en goed te behandelen, maar dan moet het wel vroeg opgespoord worden, ook wanneer er weinig klachten zijn. En dat kan een probleem zijn: ongeveer één op de drie mensen met VKF voelt daar immers niets van, zodat de ziekte pas wordt vastgesteld nadat er een complicatie is opgetreden, wat eigenlijk te laat is.

Cardiologen schrijven Fibricheck dan ook voor aan mensen met een hoog risico op VKF, om de ziekte zo vroeg mogelijk op te sporen, en bij patiënten die reeds een interventie hebben ondergaan om hun hartritme onder controle te krijgen, om na te gaan of die behandeling het vereiste effect heeft.

Proefproject overheid

Fibricheck wordt nog niet terugbetaald, maar is wel één van de proefprojecten die gesteund worden door minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Zij wil e-health toegankelijker maken en had eind 2016 een oproep gelanceerd voor projecten. In december 2016 zijn 24 proefprojecten geselecteerd, waarvoor 3,25 miljoen euro is uitgetrokken.

In oktober volgt een eerste, tussentijdse evaluatie van de projecten, en in de eerste helft van volgend jaar een definitieve evaluatie. Daarna zal gewerkt worden aan een breder wettelijk kader om "de apps een structurele plaats te geven in een moderne, up-to-date gezondheidszorg". Dan wordt ook duidelijk of en zo ja op welke manier het gebruik van voorgeschreven apps terugbetaald worden.