Jeroen Tas, Philips: ‘Net begonnen aan tweede hoofdstuk van digitalisering zorg’

3 februari 2017
Nieuws
“We hebben nog altijd wereldwijd te maken met zorgsystemen die gefocust zijn op input, niet op output, aldus Tas, CEO Connected Care & Health Informatics bij Philips en lid van het Executive Committee. “Er is een enorm raakwerk aan regels opgesteld om in deze systemen de kwaliteit van zorg te beheersen. Maar dat leidt er niet toe dat mensen ook echt een betere kwaliteit van leven krijgen, terwijl de mogelijkheden er wel zijn.”

Betere preventie

Met die mogelijkheden doelt Tas op de ontwikkelingen de afgelopen jaren op het gebied van digital health, e-health, digitale zorg of wat voor label er ook op geplakt wordt. “Denk daarbij alleen al aan chronische ziekten en aandoeningen. Die zijn goed voor 80 procent van de zorgkosten. We beschikken over steeds meer mogelijkheden om al dan niet realtime informatie te registreren, te verwerken en uit te wissen waarmee behandelingen beter, sneller en meer op maat kunnen plaatsvinden. Met population health-toepassingen kun je veel beter aan preventie werken, wat niet alleen zorgkosten drukt, maar mensen ook een betere kwaliteit van leven biedt.”

Er wordt vaak gepraat over ‘killer apps’, ofwel dé toepassing of toepassingen die voor een doorbraak zorgen. In de gezondheidszorg is deze ‘killer app’ volgens Tas geen toepassing, maar een nieuwe inrichting van het zorgaanbod op basis van alle mogelijkheden die e-health, mobile health etc. bieden: de juiste interventie op het juiste moment. “Dat hoeft helemaal geen technologie te zijn, het kan ook het menselijk aspect zijn. Technologie kan wel ondersteunen, maar moet niet centraal staan.”

Value based care

Value based care, zo meent Tas, heeft population health management nodig om te slagen: meer en dieper inzicht en steeds beter gesegmenteerde patiëntgroepen. Daarvoor is niet alleen technologie nodig die steeds meer (patiënt) data registreert, maar ook meer communicatie en samenwerking tussen betrokken stakeholders, zoals zorgaanbieders, verzekeraars en eindgebruikers. Uiteindelijk, zo meent Tas, leidt dit tot gepersonaliseerde zorg die een optimale behandeling per individu biedt – een segmentering in groepen van één.

“Een voorbeeld uit onze eigen praktijk is het gebruik van de Philips Health Watch. Wanneer die registreert dat een diabetes-patient een te laag glucosegehalte heeft, kan die een waarschuwing afgeven wanneer zo iemand aan het autorijden is, zodat de auto meteen even aan de kant gezet kan worden.”

Dergelijke vormen van virtuele zorg (waarbij er zoals in bovengenoemd voorbeeld niet eens sprake hoeft te zijn van terugkoppeling door zorgprofessionals), kan voor heel veel besparing in tijd en kosten zorgen. Uit eigen studies van Philips blijkt dat het verbeteren van zelfbeheer kan zorgen voor een verlaging van de zorgkosten met 34 procent, het aantal heropnames met 75 procent terugdringt en de verblijfsduur in ziekenhuizen met de helft verkleint.

Tweede hoofdstuk

“We leren steeds meer, beginnen aan een tweede hoofdstuk in de digitalisering van de zorg. Er zijn al tal van mogelijkheden op gebieden zoals registratie van lichaamsfuncties of verwerking van radiologiebeelden die we twee jaar geleden nog niet hadden. Daarmee komt preventie als onderdeel van zorg steeds dichterbij, bijvoorbeeld door het beïnvloeden van mensen richting meer gezond gedrag. Maar we zijn er nog lang niet. We zijn nog niet eens in de buurt van echt begrip van wat het vergt om mensen gezond te houden.”