NeLL zoekt e-health toepassingen voor Fitknip

13 mei 2019
couple visiting doctor at family planning clinic
Onderzoek
Nieuws

In samenwerking met Stichting ‘Beter met Elkaar’ wil NeLL (Nationaal e-health Living Labb) het ‘FitKnip’-experiment (gefinancierd door VWS) evalueren onder een grote groep gebruikers van FitKnip. Al in maart kondigde NeLL de samenwerking aan. Nu geeft het e-health validatie-instituut aan dat het op zoek is naar Vitaliteits-modules om mee te nemen in de evaluatie.

FitKnip is ontwikkeld om Nederlanders te motiveren tot het maken van gezonde leefstijlkeuzes, waarbij zij worden ondersteund door e-health-toepassingen. Gebruikers van FitKnip ontvangen een digitaal en persoonlijk vitaliteitstegoed. Hiermee kunnen ze zelf een selectie van betrouwbare digitale toepassingen aanschaffen, welke hen helpen hun gezondheid en gevoel van welzijn te verbeteren.

Investeren in gezondheid

De aanleiding voor het Fitknip-experiment is dat de vraag naar e-health onder consumenten onvoldoende op gang komt. Een reden is volgens NeLL en Beter met Elkaar dat mensen zich nog weinig bewust zijn van wat e-health hen kan bieden, ook of juist als ze niet ziek zijn. Daarnaast worden veel toepassingen niet afgestemd op de eindgebruiker waardoor de app de eigenlijke doelgroep niet of nauwelijks bereikt. Ook zijn er veel betaalde e-health toepassingen beschikbaar waar mensen onvoldoende toegang toe hebben.

De bedoeling van Fitknip is om te komen tot een model dat mensen helpt om te investeren in gezondheid (preventie) in plaats van zorg (genezing). FitKnip kan een platform zijn waarmee de bewustwording van het nut van e-health onder consumenten wordt verhoogd (want gratis) en het gebruik wordt vergemakkelijkt (het aanbod in de FitKnip-app is bewezen effectief en betrouwbaar). De bedoeling is dat 3.000 deelnemers beschikking krijgen over een tegoed van 100 euro waarmee zij e-health aankopen kunnen doen.

Evaluatie Fitknip

De wetenschappelijke evaluatie van het Fitknip-experiment wordt uitgevoerd door de afdeling Public Health en Eerstelijns Geneeskunde van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en NeLL. Het experiment wordt geëvalueerd in vier korte cycli van ongeveer 100 dagen, zodat continue verbetering mogelijk is. Onderzoeksvragen die aan bod komen, zijn:

  • Hoe Fitknip wordt gebruikt.
  • Hoe tevreden eindgebruikers zijn.
  • Welke verbetermogelijkheden er zijn
  • Welke relaties er zijn tussen het gebruik van Fitknip enerzijds en de fysieke en mentale gezondheid van deelnemers anderzijds.

Voorafgaand aan het onderzoek identificeert de zorgcoalitie SamenBeter de behoeften van gebruikers. Samen met hen en met een aantal experts wordt een selectie gemaakt van geschikte beschikbare digitale gezondheidsdiensten die met de Fitknip kunnen worden aangeschaft. In de bijbehorende online winkel is volgens NeLL nu nog schapruimte voor Vitaliteits-modules. Ontwikkelaars of aanbieders van 'Progressive Web Applicaties' kunnen zich nog tot 30 mei aanmelden. Uit de aanmeldingen wordt een lijst van 30-40 toepassingen geselecteerd.

Beter met Elkaar

Stichting Beter met Elkaar werd begin 2017 opgericht door een coalitie van een groot aantal partijen uit de zorg, waaronder patiëntenorganisaties, zorginstellingen en leveranciers. Hun doel was het weghalen van struikelblokken die grootschalige toepassing van e-health-hulpmiddelen tegenhouden.

Tijdens de eerste landelijke e-healthweek kreeg toenmalig minister Edith Schippers een rapport overhandigd waarin de ontwikkeling van een landelijke aanpak voor het stimuleren van het gebruik van e-health toepassingen geschetst werd. De deelnemende zorgpartijen stelden een aanpak voor waarbij onder meer:

  • Zorgverzekeraars digitale zorg op een slimmere manier kunnen vergoeden aan zorgaanbieders die enthousiast zijn over e-health.
  • Een persoonlijk digitaal gezondheidsbudget toegekend wordt dat patiënten zelf mogen inzetten om digitale hulpmiddelen te kopen of te gebruiken.
  • Een drempelloos digitaal gezondheidssysteem gerealiseerd wordt via lokale living labs, destijds eerst in wijken in Amsterdam, Eindhoven en Maastricht. De geleerde lessen moesten dan benut worden om succesvolle toepassingen ook op landelijk niveau van de grond te krijgen.