OLVG plaatst voor het eerst draadloze minipacemaker

2 januari 2018
OLVG-minipacemaker
Innovatie
Nieuws

In het OLVG Hartcentrum is afgelopen december voor het eerst een draadloze pacemaker geplaatst. Dat laat het Amsterdamse Onze Lieve Vrouwe Gasthuis weten in een recent persbericht. De minipacemaker is 90 procent kleiner dan een traditionele pacemaker – niet veel groter dan een vitaminepil (het gewicht is 2 gram, bij 25,9 mm lengte en 6,67 mm in diameter).

Cardioloog Jonas de Jong vertelt dat normaal gesproken een pacemaker met een lange draad via een ader onder het sleutelbeen met het hart verbonden wordt. De minipacemaker kan via de lies worden ingebracht en wordt in zijn geheel in de rechterkamer van het hart geplaatst. “Het grote voordeel is dat de patiënt de pacemaker niet meer voelt zitten en er geen problemen met de draad kunnen ontstaan.”

De Jong verwacht dat jaarlijks een selecte groep van ongeveer 5 tot 20 patiënten in aanmerking komt voor de minipacemaker. De techniek is met name geschikt voor oudere patiënten met boezemfibrilleren en een te trage hartslag.

In juni 2016 liet het Radboudumc weten dat het voor het eerst de draadloze mini-pacemaker bij een patiënt had geplaatst. Het Radboudumc houdt de komende jaren alle implantaties van deze nieuwe pacemaker bij in een nationale registratie. Naast het Radboudumc zijn onder andere het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven bij deze registratie betrokken.

Andere innovaties bij OLVG

Het OLVG kwam het afgelopen jaar vaker in het nieuws met innovatieve toepassingen. Zo wordt de chemotherapie van patiënten in het ziekenhuis sinds maandag 18 september niet langer gemaakt door apothekersassistenten, maar door een zogeheten cytostaticarobot. Het OLVG is naar eigen zeggen het eerste ziekenhuis in de Benelux en één van de 50 ziekenhuizen ter wereld die met de innovatie gaat werken.

In juni won het ziekenhuis met zijn OLVG PIJN app de STZ-innovatiechallenge award. De pijn-app werd door een onafhankelijke jury als beste innovatie van 2017 gekozen. Met app kunnen patiënten op ieder moment aangeven wat de mate van pijn is na een operatie, aldus het OLVG. Artsen en verpleegkundigen kunnen vervolgens sneller ingrijpen bij pijn, terwijl patiënten zo meer controle moeten krijgen over hun herstelproces.

Eerder in juni liet het OLVG weten dat het voor het eerst in Nederland een 3D-geprinte plaat gebruikt had om een ‘afgegleden heupkop’ te corrigeren. Orthopedisch chirurg Melinda Witbreuk van OLVG Amsterdam plaatste het plaatje op de heupkop van een 13-jarige patiënt. Zo is de scheefstaande heup flink gecorrigeerd en kan het 13-jarige meisje straks beter lopen, is de verwachting. Tijdens medische opleidingen wordt 3D-techniek al langere tijd ingezet. Zo kan er op ware schaal en in 3D worden geoefend. Het daadwerkelijk plaatsen van 3D-geprint materiaal is echter nieuw voor dit type operatie.