Overheid wil gezondheidszorg verduurzamen met meer innovatie

16 juli 2018
Innovatie
Innovatie
Nieuws

De Nederlandse regering gaat de komende jaren meer aandacht besteden aan betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg. Dit beleid maakt deel uit van het nieuwe Missiegedreven Innovatiebeleid dat voortbouwt op de samenwerking uit de Topsectorenaanpak. In de Topsectorenaanpak staan sectoren zoals Life Sciences & health centraal. Innovatie op onder meer technologisch gebied krijgt een stimulans.

De ministerraad heeft onlangs ingestemd met het nieuwe beleid op het gebied van innovatie, op voorstel van minister Wiebes en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Het doel is om Nederland vernieuwend en economisch succesvol te houden om één van de meest concurrerende en innovatieve landen wereldwijd te blijven. In het Missiegedreven Innovatiebeleid staan economische kansen van maatschappelijke uitdagingen centraal. Het gaat daarbij om vier maatschappelijke thema’s, stelt staatssecretaris Mona Keijzer: Landbouw, water & voedsel; gezondheid & zorg; energietransitie & duurzaamheid en veiligheid. Sleuteltechnologieën als fotonica, ICT en kunstmatige intelligentie krijgen een centrale rol. Innovatieve mkb’ers en startups worden actief betrokken bij de nieuwe aanpak.

Thema's van meervoudig belang

De vier thema’s zijn volgens Keijzer niet alleen belangrijk voor vernieuwing, maar ook voor onze toekomstige samenleving en economie. “Bijvoorbeeld omdat we met deze technologieën betere diagnoses in de gezondheidszorg kunnen stellen en verder kunnen werken aan superbatterijen voor de opslag van duurzame energie.” In 2017 werd in het samenwerkingsverband voor de Topsectoraanpak Life Sciences & health al een innovatieagenda aangenomen waarin de komende jaren een focus ligt op zorg en gezondheid. Om te komen tot innovaties voor deze uitdagingen, zijn technologische doorbraken van het grootste belang. Het kabinet richt daarom innovatiebeleid ook op de ontwikkeling van sleuteltechnologieën als fotonica, kunstmatige intelligentie en nano-, quantum- en biotechnologie. Deze innovaties zullen de manier waarop we leven en werken gaan veranderen. Ze helpen bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van een efficiënte en duurzame landbouw of CO2-neutrale energiebronnen, wat ook weer doelen zijn in het beoogde Klimaatakkoord.

Concrete missies voor innovatie

Voor alle maatschappelijke uitdagingen worden concrete missies opgesteld. De meest betrokken ministeries pakken dit op in samenspraak met relevante bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke partners. In het geval van gezondheid en zorg zal dit onder meer VWS zijn. Voor de sleuteltechnologieën zullen door betrokken partijen meerjarige ontwikkelingsprogramma’s worden opgesteld om te zorgen dat de juiste innovaties sneller tot wasdom komen. Omdat nieuwe bedrijven met creatieve ideeën cruciaal zijn voor de economie, wil het kabinet nieuwe en jonge ondernemers beter bij het innovatiebeleid betrekken. Dat moet kansen bieden voor mkb’ers, startups en scale-ups die hun creativiteit kunnen toevoegen. Ook maatschappelijke organisaties worden uitgedaagd om hun visie in te brengen. Vorig jaar stelden VWS en EZK al 12 miljoen euro in subsidies beschikbaar voor e-health startups.

Agenda's met nadruk op valorisatie

Op basis van de missies worden vervolgens kennis- en innovatieagenda’s opgesteld. Daarin is aandacht voor dwarsdoorsnijdende vraagstukken als voldoende geschikt personeel en de exportkansen van Nederlandse bedrijven. Binnen deze innovatieagenda’s komt daarnaast sterker de nadruk te liggen op valorisatie: het benutten van de opgedane kennis en innovaties. Ook is er aandacht voor knelpunten in wet- en regelgeving, de rol van de overheid als ‘launching customer’ en de aansluiting op Europese initiatieven en financiering. Om van de samenwerkingsagenda’s een succes te maken worden ook de relevante innovatiegelden gericht op maatschappelijke uitdagingen en sleuteltechnologieën. Hierbij gaat het onder andere om de onderzoekscapaciteit van de vijf toegepaste-onderzoeksinstellingen (de zogenoemde TO2-instituten), de PPS-toeslag en de MKB-innovatiestimuleringsregeling (MIT). Daarnaast wordt een speciale regeling opgezet om het delen van kennis en onderzoek te stimuleren bij kennisinstellingen (de Thematische Technology Transfer Regeling).

Verhoging bijdrages kennisinstellingen

In dit kader wordt de rijksbijdrage aan Deltares, Wageningen Research, MARIN, NLR en TNO/ECN in 2019 verhoogd met 56 miljoen euro, en vanaf 2020 met jaarlijks 75 miljoen euro. Van dit bedrag is jaarlijks een bedrag oplopend tot 7,5 miljoen euro bedoeld voor samenwerking met het mkb. Aanvullend wordt structureel 25 miljoen euro uit de enveloppe voor toegepast onderzoek en innovatie benut om mkb’ers en startups te stimuleren. De PPS-toeslag, die dient als directe prikkel om publieke en private partijen te laten samenwerken, wordt verruimd met structureel 50 miljoen euro per jaar.