De stichting telt zes GAZO-gezondheidscentra met en een breed en multidisciplinair aanbod aan eerstelijnsgezondheidszorg voor ruim 45.000 patiënten. De gezondheidscentra worden ondersteund door een bedrijfsbureau op het gebied van financiën, personeelszaken, ICT en facilitaire zaken. Het bedrijfsbureau van GAZO koos samen met de gezondheidscentra voor een toekomstbestendig HIS. Het werd in 2016 ingevoerd.
Andreas Keck huisarts en bestuurder/directeur zorg over de keuze voor een overstap: “Ongeveer vier jaar geleden waren we toe aan vervanging van het huisartsinformatiesysteem dat we toen hadden. Als directie kun je makkelijk tot zo’n besluit komen, maar voor de gebruikers is het een hele stap. Zorgverleners zitten niet te wachten op veranderingen.”
De gewenste naadloze overgang was een ingewikkelde klus, aldus Keck. “We hebben 25 tot 30 jaar data verzameld en die waren natuurlijk ‘vervuild’. Iedereen legt gegevens weer anders vast en het was de uitdaging om ze na de transitie op de goede plek terecht te laten komen.”
Ook lastig bleek het meenemen van de gebruikers in de implementatie van het nieuwe systeem te zijn. De impact van zo’n overstap verschilt per persoon, afhankelijk van de ICT-gevoeligheid van een medewerker. Om de knelpunten op te vangen heeft GAZO een projectgroep van ‘super-users’ ingesteld. Die bekeek per vraag of probleem of het lag aan de onbekendheid van de medewerker met het HIS of aan het (ontbreken van een optie in het) systeem zelf. Een jaar na dato stelt Keck vast dat de overstap succesvol is verlopen.
Bijna driekwart van de 777 respondenten geeft aan dat er veel handmatige handelingen, extra controles en correcties nodig zijn. De doktersassistent ziet zo volgens het onderzoek de werkdruk toenemen en is bang dat er fouten optreden. De patiënt is uiteindelijk de dupe meent de NVDA, want de grotere kans op fouten kan een risico betekenen voor de patiëntveiligheid. n ruim de helft van de gevallen veroorzaakt het uploaden van dossierbestanden naar het HIS problemen.
Andreas Keck huisarts en bestuurder/directeur zorg over de keuze voor een overstap: “Ongeveer vier jaar geleden waren we toe aan vervanging van het huisartsinformatiesysteem dat we toen hadden. Als directie kun je makkelijk tot zo’n besluit komen, maar voor de gebruikers is het een hele stap. Zorgverleners zitten niet te wachten op veranderingen.”
Toekomstbestendig HIS
Op basis van een plan van aanpak en een pakket van eisen werden HIS-leveranciers uitgenodigd om tenders te maken. Een van de eisen van GAZO was dat het HIS niet alleen voor huisartsenpraktijken is ingericht, maar ook de mogelijkheid biedt om in de toekomst uit te breiden naar andere disciplines. GAZO keek dus niet alleen naar wat het HIS al heeft, maar ook welke potenties het in zich heeft: alles dat er nu kon, maar dan beter. GAZO vond in Promedico de partner met potenties en in 2015 volgde het besluit om dit HIS te implementeren.De gewenste naadloze overgang was een ingewikkelde klus, aldus Keck. “We hebben 25 tot 30 jaar data verzameld en die waren natuurlijk ‘vervuild’. Iedereen legt gegevens weer anders vast en het was de uitdaging om ze na de transitie op de goede plek terecht te laten komen.”
Ook lastig bleek het meenemen van de gebruikers in de implementatie van het nieuwe systeem te zijn. De impact van zo’n overstap verschilt per persoon, afhankelijk van de ICT-gevoeligheid van een medewerker. Om de knelpunten op te vangen heeft GAZO een projectgroep van ‘super-users’ ingesteld. Die bekeek per vraag of probleem of het lag aan de onbekendheid van de medewerker met het HIS of aan het (ontbreken van een optie in het) systeem zelf. Een jaar na dato stelt Keck vast dat de overstap succesvol is verlopen.
Veel verschillen HIS-systemen
Uit onderzoek van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) naar de functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid van huisartsinformatiesystemen (HIS) van april 2016 bleek dat er grote onderlinge verschillen zijn tussen deze systemen. Het HIS met de laagste score kreeg een 5,4. Met een 8,9 was de hoogste overall score voor Medicom van PharmaPartners, waarmee ruim zes miljoen patiënten in Nederland worden bediend.Interoperabiliteit HIS vaak problematisch
Interoperabiliteit tussen HIS-systemen van verschillende leveranciers is er overigens nog niet of nauwelijks, zo bleek uit een in april gehouden ledenenquête van de NVDA, de beroepsvereniging van doktersassistenten. Dat verhoogt juist de werkdruk. Het koppelen van belangrijke medische informatie uit patiëntendossiers in verschillende systemen blijft daarom problematisch.Bijna driekwart van de 777 respondenten geeft aan dat er veel handmatige handelingen, extra controles en correcties nodig zijn. De doktersassistent ziet zo volgens het onderzoek de werkdruk toenemen en is bang dat er fouten optreden. De patiënt is uiteindelijk de dupe meent de NVDA, want de grotere kans op fouten kan een risico betekenen voor de patiëntveiligheid. n ruim de helft van de gevallen veroorzaakt het uploaden van dossierbestanden naar het HIS problemen.
