Het innovatieve device lijkt qua vorm en werking op een pacemaker en wordt inmiddels vergoed vanuit het basispakket. Voorlopig hebben alleen het St. Antonius en het OLVG in Amsterdam de kennis en kunde in huis om het kleine kastje bij patiënten te implanteren, aldus een persbericht van het St. Antonius.
Ongeveer een half miljoen mensen in Nederland heeft last van apneu, een aandoening waarbij tijdens de slaap de ademhaling regelmatig stilvalt. De hieruit volgende kunnen leiden tot een reeks klachten, waaronder ernstige vermoeidheid, hart- en vaatziekten en schildklierstoornissen. De meest voorkomende vorm van apneu heet het obstructieve slaapapneu-syndroom.
Voor wie de bestaande methoden en technieken onvoldoende effect bieden, is tongzenuwstimulatie voortaan een alternatief. Het gebruikte apparaatje is zo groot als een doosje lucifers. Er zitten twee draden aan vast, met aan beide uiteinden een elektrode. Het ene uiteinde wordt tussen twee ribben geplaatst en registreert of er wordt ingeademd.
De tweede elektrode krijgt een plek bij de tongzenuw. Zodra de ademhaling dreigt stil te vallen doordat de tong te ver terugzakt in de keel, krijgt de tongzenuw een lichte prikkel. Hierdoor gaat de tong automatisch naar voren en wordt obstructie van de luchtweg voorkomen.
###Appneu###
“Dankzij een investering vanuit ons St. Antonius innovatiefonds konden we dit bekostigen en ik ben ervan overtuigd dat deze techniek zich terugbetaalt in gezonde levensjaren voor veel patiënten. Ook omdat je indirect ziekten helpt voorkomen waar veel apneupatiënten vroeg of laat last van krijgen.”
Sinds kort wordt de implantatie van een tongzenuwstimulator vergoed vanuit het basispakket, zo heeft het Nederlands Zorginstituut in april 2017 besloten. Daarmee is de techniek het experimentele stadium voorbij. Om geen valse verwachtingen te wekken, geeft Copper wel aan dat de techniek nog niet voor elke patiënt met obstructieve slaapapneu geschikt is.
Ongeveer een half miljoen mensen in Nederland heeft last van apneu, een aandoening waarbij tijdens de slaap de ademhaling regelmatig stilvalt. De hieruit volgende kunnen leiden tot een reeks klachten, waaronder ernstige vermoeidheid, hart- en vaatziekten en schildklierstoornissen. De meest voorkomende vorm van apneu heet het obstructieve slaapapneu-syndroom.
Tongzenuwstimulator alternatief voor aanpak apneu
Bekende behandelopties zijn aanpassing van de leefstijl – zoals via devices als van de Nederlandse startup NightBalance - en het gebruik van hulpmiddelen (mondbeugel of gezichtsmasker). Verder werkt onder meer Philips aan het koppelen van monitoring en methoden voor slaapproblematiek zoals apneu om zo tot betere inzichten te komen.Voor wie de bestaande methoden en technieken onvoldoende effect bieden, is tongzenuwstimulatie voortaan een alternatief. Het gebruikte apparaatje is zo groot als een doosje lucifers. Er zitten twee draden aan vast, met aan beide uiteinden een elektrode. Het ene uiteinde wordt tussen twee ribben geplaatst en registreert of er wordt ingeademd.
De tweede elektrode krijgt een plek bij de tongzenuw. Zodra de ademhaling dreigt stil te vallen doordat de tong te ver terugzakt in de keel, krijgt de tongzenuw een lichte prikkel. Hierdoor gaat de tong automatisch naar voren en wordt obstructie van de luchtweg voorkomen.
###Appneu###
Pacemaker voor tong onderhuids ingebracht
Via een lichte operatie wordt de ‘pacemaker voor de tong’ onderhuids bij de patiënt ingebracht. Met een afstandsbediening kan de stimulator bij het slapengaan worden aangezet. De prikkel richting tongzenuw is pijnloos. Inmiddels zijn in het St. Antonius 12 patiënten geholpen, met volgens KNO-arts Marcel Copper goede resultaten.“Dankzij een investering vanuit ons St. Antonius innovatiefonds konden we dit bekostigen en ik ben ervan overtuigd dat deze techniek zich terugbetaalt in gezonde levensjaren voor veel patiënten. Ook omdat je indirect ziekten helpt voorkomen waar veel apneupatiënten vroeg of laat last van krijgen.”
Sinds kort wordt de implantatie van een tongzenuwstimulator vergoed vanuit het basispakket, zo heeft het Nederlands Zorginstituut in april 2017 besloten. Daarmee is de techniek het experimentele stadium voorbij. Om geen valse verwachtingen te wekken, geeft Copper wel aan dat de techniek nog niet voor elke patiënt met obstructieve slaapapneu geschikt is.
