Patiëntenfederatie: beeldbellen nog weinig ingezet

17 april 2020
beeldbellen-videobellen-thuiszorg
Onderzoek
Nieuws

De onrust onder patiënten over deze impact op hun gezondheid is toegenomen in vergelijking met eerder onderzoek van de federatie uit maart. De zorgen doen zich overigens niet alleen voor rondom ziekenhuis en huisarts. Ook mensen die fysiotherapie hebben, thuiszorg krijgen of mantelzorg krijgen of verlenen maken zich zorgen. In de mantelzorg wordt beeldbellen overigens wel vrij veel ingezet, zij het dan vooral voor sociaal contact.

Onzekerheid, angst voor besmetting

De Patiëntenfederatie constateert dat ziekenhuizen die patiënten afbellen nog steeds niet goed aangeven wanneer mensen wel moeten bellen als de klachten toenemen. Dat leidt tot onzekerheid. Dat geldt ook voor mensen die zelf een afspraak afzeggen omdat ze niet naar het ziekenhuis durven gaan uit angst voor een besmetting.

Bij deelnemers die een eerste afspraak, een controle of vervolgafspraak, of een overige afspraak in het ziekenhuis hadden, geeft 55 procent van de respondenten uit het onderzoek aan dat er een alternatief is geboden voor deze persoonlijke afspraak. Dit aanbod is gegroeid versus de vorige meting, toen was het 43 procent.

Weinig gebruik beeldbellen

Het betreft hier net zoals bij het onderzoek uit maart voornamelijk een telefonische afspraak (87%). In enkele gevallen is er sprake van beeldbellen of videobellen (1%), het sturen van foto’s ter beoordeling van de klacht (1%) of digitale berichten via bijvoorbeeld chat, whatsapp, email of online consult (1%). 72% heeft gebruik gemaakt van het alternatief, bij 22 procent moet de afspraak nog plaatshebben.

Bij huisartsen ligt het gebruik van digitale alternatieven iets hoger. Bij 32 procent van de respondenten ging een persoonlijke afspraak bij de huisarts niet door. Hiervan geeft 6 procent aan dat ze niet terecht konden, 13 procent dat ze dit zelf niet wilden en 13 procent dat de huisarts het op een alternatieve manier heeft opgelost.

Huisarts: meer digitale berichten

Voor het persoonlijke contact met de huisarts is bij 40 procent een alternatief geboden, meer dan de 30 procent bij het vorig onderzoek. Dit betrof met name telefonisch contact (72%). Daarnaast via digitale berichten (7%), of het sturen van 1 of meer foto’s (6%). Beeldbellen gebeurt ook bij de huisarts nog maar weinig (1%). 87% heeft gebruik gemaakt van het geboden alternatief.

10 procent van de respondenten had wel een persoonlijke afspraak bij de huisarts. Bij 63 procenthiervan heeft eerst nog wel contact plaats gevonden met de huisarts. Dit betrof hoofdzakelijk telefonisch contact (52%), maar ook via digitale berichten zoals chat, whatsapp, email of online consult (3%) of door het sturen van foto’s ter beoordeling van de klacht (2%).

Vaker beeldbellen bij fysiotherapeuten

Fysiotherapeuten lijken beeldbellen wel vaker in te zetten. Bij 84 procent van de respondenten is de behandeling hier stopgezet, bij 8 procent vermindert, met veel nadelige gevolgen zoals verminderde mobiliteit en meer pijn. De kwaliteit van leven gaat achteruit.

Bij 58 procent van de mensen die minder of helemaal geen fysiotherapie meer krijgen, is een alternatief aangeboden voor de persoonlijke afspraak. Het gaat hier om instructies voor thuis (27%), telefonisch contact (22%), beeldbellen (10%) en overige manieren (11%) - zoals oefeningen die thuis uitgevoerd kunnen worden.

Negatieve gevolgen wegvallen thuiszorg

In de thuiszorg en wijkverpleging krijgt 42 procent van de mensen minder of geen zorg meer. 86 procent ervaart in enige mate negatieve nadelige gevolgen van de afgezegde zorg en/of ondersteuning thuis, 62 procent zelfs in redelijke tot sterke mate.

42 procent krijgt een alternatief voor de gemiste zorg en/of ondersteuning. Hiervan heeft 22 procent telefonisch contact en 5 procent contact via video- of beeldbellen. Bij overige alternatieven worden mantelzorger, echtgenoot en andere contactvormen als whatsapp en mail genoemd.

Minder mantelzorg

Van de mantelzorgers in het onderzoek van de Patiëntenfederatie geeft 51 procent minder zorg dan voorafgaand aan de coronacrisis en 12 procent meer zorg. Minder zorg betreft zaken zoals persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken, boodschappen doen en sociale activiteiten.

Zij hebben nog wel veel contact op afstand met degene voor wie zij zorgen: 92 procent heeft contact op afstand, van wie 71 procent telefonisch en 26 procent via videochat of beeldbellen. Onder overige contactvormen wordt veel whatsapp genoemd en combinaties van eerdere vormen.

Herstart reguliere zorg

Gisteren werd ook weer gepleit voor een snelle herstart van de reguliere zorg, omdat er een stuwmeer ontstaat van uitgestelde controles en behandelingen die op termijn voor meer gezondheidsklachten en doden kunnen zorgen. Alleen al in de maand maart naar schatting meer dan 450.000 behandelingen en poliklinische controles uitgesteld.