Het doel van de vakgroep van het Radboudumc is om de komende drie jaar de e-health-interventie te ontwikkelen en te testen op effectiviteit. De interventie moet een eerste stap vormen in de hulpverlening, een soort veilige haven waar slachtoffers die hulp zoeken - maar nog niet de stap durven of kunnen zetten naar reguliere hulpverlening - terecht kunnen. Ze ontvangen via de virtuele interventietool informatie, er is lotgenotencontact en zo nodig ondersteuning bij het zoeken naar verdere hulpverlening.
Het onderzoek maakt deel uit van het ZonMw-programma Gender en gezondheid. Het Kennisprogramma Gender en Gezondheid is er op gericht de kennisachterstand over man-vrouwverschillen in gezondheid en zorg te verkleinen, om zo een passende kwalitatieve zorg voor iedereen te realiseren en de gezondheidsverschillen tussen mannen en vrouwen te verminderen.
Verlagen drempel hulpvraag
De e-health-interventie maakt deel uit van het project SAFE: a self-support eHealth intervention to support women exposed to intimate partner violence. Het project start in december 2017. Projectleider Karin van Rosmalen-Nooijens zegt hierover: ‘We weten dat de drempel om hulp te zoeken voor vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld hoog is. Het is daarom niet eenvoudig deze vrouwen te signaleren en te helpen. Met SAFE hopen we, gebaseerd op onze eerdere onderzoekservaringen, bij te dragen aan de zorg voor deze groep.’Het onderzoek maakt deel uit van het ZonMw-programma Gender en gezondheid. Het Kennisprogramma Gender en Gezondheid is er op gericht de kennisachterstand over man-vrouwverschillen in gezondheid en zorg te verkleinen, om zo een passende kwalitatieve zorg voor iedereen te realiseren en de gezondheidsverschillen tussen mannen en vrouwen te verminderen.
