V&VN over e-health: eerst basis op orde

20 februari 2019
Oude-computer
eHealth
Nieuws

Tijdens de e-healthweek (21-26 januari) liet V&VN Ruud Huigsloot, deskundige op het gebied van digitale klantenservice, meelopen met Sandra, verzorgende IG in een woonzorgcentrum. Volgens Huigsloot bleek er op digitaal gebied nog veel te verbeteren zijn. “Dat kan snel en zonder hoge kosten. Breng eerst de basis op orde, dan kun je vervolgens gaan denken over innovatieve e-health-toepassingen.”

Een voorbeeld was de wijze waarop dossiers van de bewoners op de afdeling worden bijgehouden op een computer op de afdeling. De opstarttijd was lang genoeg om even koffie te halen, stelt Huigsloot. “Ik dacht: het lijkt hier wel 1980! Waarom geen snelle internetverbinding en een handige laptop? Dat kost weinig en het levert veel tijdwinst op.”

Te veel informatie

Verder bood het beginscherm veel te veel informatie: ”Je ziet dan vaak een systeem of Intranet dat door anderen in de organisatie is bedacht, terwijl het niet handig is voor de mensen die het eigenlijke werk doen.” Volgens Huigsloot kan het veel helpen om studenten in user experience en nieuwe media aan te laten schuiven bij de mensen die het systeem dagelijks gebruiken in de zorg voor patiënten en cliënten. Samen kunnen ze dan bijvoorbeeld zo’n beginscherm veel efficiënter inrichten.

“Het gaat er toch in de eerste plaats om dat de verpleegkundigen en verzorgenden hun werk goed kunnen doen. Als er veertig onderwerpen worden aangeboden, terwijl zij er maar vijf gebruiken, is dat niet handig.“ Sandra stelt zich hierin te kunnen vinden: “Het gaat mij om de zorg voor de bewoners: de rest is bijzaak, daar is gewoon geen tijd voor.”

Tijdsintensieve administratie

De dagelijkse digitale administratie is ook tijdsintensief. Zo zijn er zeven huisartsen betrokken bij de 32 bewoners van de afdeling. Met elke huisarts wordt via verschillende administraties bijgehouden welke medicatie er voor een bewoner is. De verwerkingstijd is lang: soms wordt een wijziging in de medicatie pas na een week zichtbaar in het eigen systeem. Dat levert risico’s op die met de huidige technologie volgens Huigsloot te voorkomen zijn. Het simpelweg koppelen van systemen kan hier een groot verschil maken.

Nieuwe e-health-toepassingen lijken dan ook nog toekomstmuziek. Zo heeft Sandra op dit moment in liever meer tijd voor haar vak: goede zorg leveren aan de ouderen op haar afdeling. “Ik zou het liefst meer tijd willen die ik rechtstreeks aan bewoners kan besteden, bijvoorbeeld om een uitstapje te maken. Dat schiet er nu bij in.”

Huigsloot beaamt dit: “Het is belangrijk om in de zorg te focussen op het verbeteren en automatiseren van de randzaken, zoals de communicatie met andere zorgverleners. De techniek moet faciliteren, niet frustreren.”

Stimuleren e-health

V&VN benadrukt het toepassen van e-health te willen stimuleren. ‘Nieuwe informatie- en communicatietechnologie kan het werk van zorgprofessionals ondersteunen en verbeteren. Ook zijn er interessante technische mogelijkheden om de gezondheid van je cliënten of patiënten te bevorderen. Maar natuurlijk moeten verpleegkundigen en verzorgenden dan wèl de goede vaardigheden kunnen aanleren; technologie moet voor de professionals werken en niet andersom. Vanzelfsprekend begint dat met een goede (digitale) basis.’