Wiskundige modellen voorspellen de verspreiding van infectieziekten

28 oktober 2016
Nieuws
Epidemieën van infectieziekten teisteren de mensheid al sinds haar bestaan: van relatief onschuldige ziekten als de waterpokken tot levensgevaarlijke ziektes als ebola, van de pest in vroegere tijden tot het recent gevonden zikavirus. Prof. Jacco Wallinga, die zijn tijd verdeelt tussen het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum ) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), onderzoekt hoe infectieziekten zich verspreiden. Op vrijdag 21 oktober hield Wallinga hierover zijn oratie: door vooruit te kijken beter te voorspellen hoe epidemieën zich verspreiden.

“Met wiskundige modellen kunnen we de verspreiding van een infectieziekte achteraf goed begrijpen. We kunnen ook tijdens een epidemie redelijk goed voorspellen hoe die zich verder ontwikkelt. Maar echt vooruit kijken, bijvoorbeeld wanneer de griepepidemie deze winter piekt, kunnen we eigenlijk heel slecht. Daar willen we dus beter in worden,” aldus Wallinga.

Succesvol bestrijden

Dergelijke kennis kan onder andere van belang zijn om infectieziekten met succes te kunnen bestrijden. “Stel, er is een nieuw, gevaarlijk virus ontstaan. Wat is dan het effect van maatregelen als het tijdelijk sluiten van scholen? Hoeveel zin heeft het om de grenzen te sluiten? Daar kun je aan rekenen.” Ook voor maatregelen om infecties te voorkomen, zoals vaccineren, is eerst doorrekenen van de gevolgen van belang. Wallinga: “Soms moet je bijvoorbeeld voorzichtig zijn met inenten tegen een kinderziekte. Als maar een deel van de bevolking gevaccineerd is, zullen de kinderen die níet gevaccineerd zijn, de ziekte later krijgen, blijkt uit de modellen. Voor sommige ziekten zijn de gevolgen bij besmetting op oudere leeftijd erger.”

Beter begrip infectieziekten

Wallinga wil de wiskundige modellen niet alleen inzetten om de verspreiding van ziekten te voorspellen, maar ook om bepaalde infectieziekten zelf beter te begrijpen. “Het medisch onderzoek naar infectieziekten beperkt zich meestal tot wat een ziekteverwekker doet in het lichaam van de patiënt. Maar hoe het virus of de bacterie zich tussen mensen verspreidt is ook interessant. Er spelen allerlei factoren mee, zoals hoe vatbaar verschillende individuen zijn, de luchtvochtigheidsgraad die bepaalt of een virus makkelijk overspringt, de snelheid waarmee het virus muteert. Na een infectie zijn mensen meestal immuun – ze kunnen de ziekte dan niet nogmaals krijgen. Maar ook dit varieert van persoon tot persoon, en dat speelt mee in het verloop van de epidemie. In het LUMC is veel kennis aanwezig over immuniteit.”

Al met al zijn er heel veel zaken die een rol kunnen spelen bij hoe epidemieën zich verspreiden. “Wij proberen als een soort detectives de juiste oorzakelijke verbanden uit die grote hoeveelheid gegevens te halen”, besluit Wallinga.