Het is 19 april, de IHE Europe Connectathon in de Fokkerterminal in Den Haag is in volle gang. Honderden laptopprocessoren zoemen en de airco draait op volle toeren. Programmeurs van leveranciers en zorginstellingen uit heel Europa testen live de onderlinge connectiviteit van hun ICT-zorgsystemen. Dit alles om de informatieoverdracht- en daarmee de kwaliteit van (digitale) zorg- te verbeteren.
Deze dag vindt ook de eerste van een serie workshops ‘Samenwerken aan eHealth’ plaats van de gemeente Den Haag. Ruim twintig vertegenwoordigers van gemeenten, kennisinstellingen en zorg- en welzijnsorganisaties zijn bij elkaar gekomen om de krachten te bundelen en de implementatie en opschaling van e-health toepassingen te versnellen.
Naar uniformiteit en opschaling
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van inwoners bij het langer zelfstandig thuis wonen. Lokaal buigen veel gemeenten zich over deze uitdaging.
e-health lijkt hierbij een veelbelovende oplossing. Er wordt veelvuldig onderzoek gedaan, living labs en e-health pilots schieten als paddenstoelen uit de grond en in verschillende gemeenten staan tegenwoordig al ‘domoticahuizen’.
Volop initiatieven dus, maar voornamelijk uitgevoerd per gemeente op eigen wijze en op eigen tempo. Ook blijkt er veel overlap te zijn in onderzoeken en pilots en zijn resultaten door de beperkte schaal niet significant genoeg om inkoop en implementatie op te baseren. Nu de opschaling van eHealth pilots tot implementatie voor de deur staat, is ook het moment gekomen voor meer samenwerking tussen gemeenten.
Gemeenschappelijke doelen
Tegen het decor van de IHE Connectathon gingen twintig vertegenwoordigers van gemeenten (Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Westland), kennisinstellingen (LUMC, Haags Hogeschool en Universiteit Tilburg) en Haagse zorg- en welzijnsorganisaties aan de slag.
