Alles is gezondheid, behalve e-health

24 augustus 2018
Alles is gezondheid, behalve e-health
eHealth

Als ik uit gesprekken met patiënten uit ‘het veld’ over e-health spreek en hoor dat niet iedereen mentaal geschikt blijkt of wil zijn voor thuismeten, verbaast dit me. Ik raak lichtelijk teleurgesteld in mijn medepatiënt en probeer hem/haar te overtuigen om e-health te overwegen. Tien minuten later heb ik door dat dit niet legitiem is en we hier gewoon verschillend in staan.

Thuis besluit ik mij in hun belemmeringen te verdiepen. Is deze vorm wel efficiënter, effectiever of een juiste samenwerking tussen gebruiker en zorgverlener als het gaat over digitalisering in de zorg? In deze column belicht ik de andere kant van de medaille. Geen patiënt blijkt immers hetzelfde te denken, willen en vinden.

Opname in basispakket

Neem Hartwacht: telemonitoring voor cardiologische patiënten, bestaande uit twee apps (cVitals en Kardia). Toegang ertoe hangt nu nog af waar je verzekerd bent. Het betreft een pilot waarbij je vrijwillig meedoet aan wetenschappelijk onderzoek. Ik pleit ervoor dat alle verzekeraars Hartwacht opnemen in het basispakket. Zo kunnen alle patiënten met een aangeboren hartziekte thuis bloeddruk, gewicht en het hartritme meten en vragenlijsten versturen die zij zelf invullen.

In een later stadia kunnen ze via één van de apps overal ter wereld toegang tot hun patiëntendossier krijgen en direct videocontact maken met hun eigen specialist. Momenteel weten de cardiologen nog niet waar de ingewonnen informatie naar toe leidt. Maar nu is voor hen het moment aangebroken om meer over onze alsmaar ouder wordende doelgroep te weten komen.

Kwaliteit van leven

Of ik nu een boodschap haal of mijzelf twee keer per week meet en weeg, het kost mij weinig tijd en het voelt voor mij niet als een belemmering. Metingen bevestigen mij dat het goed zit, of dat ik direct actie moet ondernemen. Ik ben iemand die vooraan staat bij innovatie. Ik wil slimmer dan mijn ziekte zijn, de wetenschap bijbenen en waar mogelijk preventief te werk gaan. Al is het maar voor de volgende patiëntengeneratie.

Hoe regelmatiger ik meet, hoe meer ik weet. Of ik gelukkiger van het resultaat wordt, is een tweede.