100 jaar robots, van Spaanse griep tot Covid-19

26 augustus 2020
100 jaar robots, van Spaanse griep tot Covid-19
Premium

Het jaar 2020 zullen we niet snel vergeten. Dit met dank aan de coronacrisis, die onze maatschappij mogelijk voor altijd zal veranderen. We zijn ons eens te meer bewust geworden van de kwetsbaarheid van onze gezondheid en van onze economische keuzes. De impact op de zorgsector is groot en geeft ons meer stimulans dan ooit om zorginnovaties versneld door te voeren.

Zo’n honderd jaar greep de Spaanse griep nog verwoestender om zich heen. Alleen al in Nederland overleden naar schatting 38.000 mensen. Sindsdien is er heel veel gebeurd. Vlak na de Spaanse griep werd zelfs de basis voor ons huidige zorgsysteem gelegd. Tevens bracht de afgelopen honderd jaar enorme technologische vooruitgang, waaronder de robot.
Exact honderd jaar geleden werd voor het eerst de term ‘robot’ geïntroduceerd. Sindsdien maakte robotica en later kunstmatige intelligentie een snelle opkomst. Tijd om eens stil te staan bij dit bijzondere fenomeen. Waar staan we vandaag de dag als het om robots gaat in ons leven en de maatschappij? Loopt Nederland voorop in de toepassing ervan? En heeft de coronacrisis gezorgd voor een extra stimulans om met robots te gaan experimenteren?

Robots en hun historie
Eerst een stukje historie over honderd jaar robots en kunstmatige intelligentie, twee nauw verbonden zaken. De term robot duikt voor het eerst op in het Tsjechische toneelstuk R.U.R. in 1920. Daarin worden fabrieksarbeiders vervangen en uiteindelijk uitgeroeid door efficiëntere mensachtige machines.

In 1939 veroorzaakt Electro een sensatie op de wereldtentoonstelling in New York. Een stalen skelet met tandwielen en een motor, gehuld in aluminium. Hij voedt de groeiende fascinatie van mensen voor robots. En in een film uit 1940 doet Roll-Oh de robotbutler wat elke huisvrouw maar wil: alles in het huishouden. We zien een grote mechanische robot, slechts een dagdroom.

Sindsdien zijn robots een groot deel van ons leven geworden. In 2020 delen we de aarde met zo’n negen miljoen robots. Drie miljoen daarvan werken in fabrieken. 1.400 zelfrijdende auto’s vinden we op de weg in alleen al de VS. Ook in de zorg vinden we de robots in groeiende mate. Met bijna 5.000 Da Vinci chirurgische robotarmen worden patiënten mondiaal geopereerd in ziekenhuizen. Naarmate robots slimmer, sneller en sterker worden, verbeteren ze ons leven.

Angst voor vervanging
In 1961 grijpt General Motors de mogelijkheden van industriële robotarmen aan voor de auto-industrie. Unimates komen in Amerika aan de lopende band te staan. Al snel staan efficiënte robots overal in fabrieken. In 1966 maakt Nokia voor het eerst robotarmen voor Scandinavië en Oost-Europa. En in 1969 volgt Kawasaki op de Aziatische markt.

Europa volgt in 1970 met vele autofabrikanten. Maar Japan omarmt de nieuwe technologie pas echt. In 1981 werkten er 6.000 robots in autofabrieken in heel Japan. Dat waren er toen ter vergelijking, nog geen 400 in het Verenigd Koninkrijk. Hiermee ontstond een groot verschil in concurrentie: de robots in Japan werkten 24/7 en maakten de import van Japanse auto’s een stuk voordeliger. In het Verenigd Koninkrijk waren fabrieksarbeiders destijds fel tegen de komst van robots in fabrieken, vanwege de hoge werkloosheid en angst om vervangen te worden door robots.

Als echter in 1983 Unimation een fabriek opent in het Verenigd Koninkrijk, blijken de robots de Britse auto-industrie wel degelijk concurrerender te maken en banen te creëren. Een mogelijke wake-up call voor ons huidige denken in de zorg? In plaats van de angst voor de overname van de zorg door onpersoonlijke robots, vullen we bij voorbaat wellicht al te veel in. Zouden robots niet juist een ‘missing link’ kunnen vormen in de zo hard benodigde zorgtransformatie?