Wie de jeugd heeft, heeft de digitale toekomst

5 oktober 2018
Wie de jeugd heeft, heeft  de digitale toekomst
eHealth

Een avond bij ABN AMRO op de Amsterdamse Zuidas. Jonge medische professionals geven tijdens een rondetafelbijeenkomst hun visie over de toekomst van de zorg. Het uitgangspunt is het jaar 2030. Eén van hen is Shanice Beerepoot, 26 jaar en aan het promoveren op een onderwerp binnen de kinderneurologie. Even kijken naar een mogelijke digitale toekomst.

In 2030 is ze dus veertig. Een drukke baan, een man die ook hard werkt en kinderen die om aandacht vragen.  Ze schrikt ’s nachts wakker van pijn op haar borst. Pakt ze haar telefoon om de huisartsenpost te bellen of maakt ze haar man wakker om zich direct naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis te laten rijden? Nee. Ze pakt wel haar telefoon, maar niet om te bellen. Ze laat via haar personal digital doctor app haar virtual coach beoordelen hoe het met haar gezondheidstoestand gesteld is. Op basis van de bevindingen beslist de virtual coach of het nodig is om haar naar een huisarts te sturen, of dat een persoonlijk behandeladvies op afstand volstaat.

Digitaal versus analoog

Hoe analoog of digitaal is Beerepoot anno 2018  in haar dagelijkse leven? “Vrij digitaal hoor. Altijd bezig op de computer, communiceren via de smartphone. En ook als arts-assistent ben je erg afhankelijk van de digitale toepassingen die er voor ons zijn. Als het EPD wordt geupdated ben je echt onthand. Het is heel lastig als zo’n update ’s avonds wordt uitgevoerd, als het op de spoedeisende hulp juist heel druk is. Probeer dan maar eens snel je onderzoeksresultaten te verkrijgen.”

Tegelijkertijd lijkt papier nog onuitroeibaar in de zorg, ziet Beerepoot. “Als je een recept schrijft, gaat dat via de computer, maar je moet het ook meegeven aan de patiënt of faxen. Dat vind ik zonde van de tijd en niet efficiënt. Het is ook niet handig hoe het gaat als je de patiënt na opname moet verwijzen naar een ander ziekenhuis. Je moet de verwijsbrief dan op papier meegeven, terwijl je die natuurlijk gewoon digitaal naar het volgende ziekenhuis zou willen sturen zodat de behandelaars daar al op de hoogte zijn van de actuele patiëntgegevens op het moment dat die daar binnenkomt.”

Beerepoot kan zich voorstellen dat de patiënt de verwijsbrief kwijtraakt of in de verkeerde tas stopt. Net zoals je in het EPD de huisarts kunt aanklikken, zou je dat met het verwijsziekenhuis ook moeten kunnen. “De verwijsbrief op papier meegeven is uit oogpunt van privacy alleen maar kwetsbaarder. Het is niet gegarandeerd dat een patiënt hier op verantwoorde wijze mee omgaat. Ik ben op een Facebook-pagina van een patiënt wel eens zulke brieven tegengekomen.”

De huisarts zal minder de poortwachter van de zorg blijven

Influencer gaat dienst uitmaken

Afgaand op de toekomstvisie van Beerepoot is de zorg over 12 jaar veel verder gedigitaliseerd. “In ieder geval in de zin dat dan de mogelijkheden om vooraf te monitoren met devices en apps veel meer ingeburgerd zullen zijn. Je hebt dan als patiënt op elk moment een concreet beeld van hoe je lichaam functioneert en hoe je daarop kunt sturen als je ziek wordt of dreigt te worden. Je bent dan ook beter in staat om te bepalen of je zelf gerichte actie moet ondernemen of toch naar een dokter moet. En in het laatste geval is het eenvoudiger om de juiste arts te vinden, omdat je al meer informatie tot je beschikking hebt over wat je mankeert. Dat vervangt de arts dus niet volledig, maar wel deels, wat de zorg dus efficiënter maakt.”

Snelheid moeilijk voorspelbaar

Hoe snel zal het gaan? “Dat is moeilijk voorspelbaar. Het kan geleidelijk, maar ook heel snel gaan. Het laatste lijkt mij het meest waarschijnlijk, en niet alleen omdat de digitale toepassingen er al lang zijn. Het kan exploderen als Google of Amazon er gericht publiek mee aan de slag gaan, want dat zijn media die jonge mensen bereiken. Kijk eens hoe hard het al gegaan is met YouTube en Instagram. Het eerste bestaat pas sinds 2005 en het tweede zelfs pas sinds 2010, maar voor de kinderen van nu bepalen beiden al heel sterk hun wereld.”

De digitale ontwikkelingen volgen elkaar steeds sneller op en de invloed ervan zal dus steeds groter worden, ziet de arts-onderzoeker. “Toen ik twaalf was bestond een begrip als influencer nog niet, nu bereiken ze kinderen op grote schaal. En de aandacht voor gezond en fit zijn, bewegen en goede voeding neemt enorm toe, dus ga maar na wat voor invloed influencers krijgen die zich daarmee op die doelgroep richten.”

Wen eraan, huisarts en apotheker

Volgens Beerepoot kan het niet anders of de rol van de huisarts zal veranderen door de digitale ontwikkelingen die ze beschrijft. “De huisarts zal minder de poortwachter van de zorg blijven, want die rol kan de digitale omgeving voor een groot deel overnemen. Voor onderwerpen als keelontsteking, palliatieve zorg of kleine verrichtingen blijft de rol van de huisarts natuurlijk onverminderd overeind, maar de werkdruk in de huisartspraktijk zal wel afnemen. Daardoor ontstaat ook ruimte voor huisartsen om zich meer te specialiseren in deelgebieden van het vak en kaderarts te worden. De huidige ontwikkeling waarin huisartsen niet meer solistisch werken maar in grotere centra met elkaar samenwerken, legt daarvoor nu al de basis.”

Zullen de openbare apothekers ook met een dergelijke ontwikkeling te maken krijgen? “Je medicijnen via een website zoals Bol.com? Voor 23.59 uur besteld, de volgende dag in huis. Dat zie ik wel gebeuren ja. Bovendien: de apotheker kent je metabolisme niet, de personal digital doctor-app wel. Die weet dus ook hoe jouw lichaam het geneesmiddel verwerkt dat je nodig hebt als je ziek bent. Je kunt dan op basis van je persoonlijke biochemische profiel tot personalized medicine komen. De apotheker hoeft dan niet meer via trial and error tot het middel of de dosering te komen die het best bij jouw persoonlijke kenmerken past.’