Pandemie verandert versnipperd diagnostisch landschap

11 december 2020
Pandemie verandert versnipperd diagnostisch landschap
Diagnostiek
Premium

Testen, testen en nog eens testen. Dat devies geldt na de aanvankelijke terughoudendheid onder deskundigen als de panacee voor het indammen van de coronapandemie. In elk geval totdat er een of meer afdoende beschermende vaccins en/of medicijnen beschikbaar zijn om de verspreiding van COVID-19 virus te voorkomen en de ziekte milder te doen verlopen. Inmiddels ligt de testcapaciteit op zo’n 70.000 tests per dag en verloopt de gewenste verdere opschaling gestaag naar een capaciteit van 130.000 tests per dag begin volgend jaar tot 300.000 per dag in mei.

Dat is vooral te danken aan de deze zomer door minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ingezette koerswijziging. Tot dan waren de overal in het land ingerichte teststraten van de regionale GGD’en aangewezen op een veelheid van kleinere laboratoria in en buiten ziekenhuizen. Plus enkele grotere labs in Duitsland en België.

Nu zet de minister in op het inrichten van 19 zogenoemde hoog volume laboratoria verspreid over het land. Eén ervan is het nieuwe molecu- laire coronalab van diagnostisch centrum Saltro in Utrecht. Het EDC (eerstelijns diagnostisch centrum) richtte op verzoek van de minister in recordtijd een grootschalig lab met alles erop en eraan in op steenworp afstand van het bestaande laboratorium in Overvecht. Het megalab is sinds begin december operationeel en kan als het moet maar liefst 30.000 tests per etmaal aan.

Publieke gezondheidszorg
Indachtig de visie van Saltro richt het laboratorium zich in eerste instantie primair op de publieke gezondheidszorg. Dat wil zeggen op de ondersteuning van de teststraten van de GGD’s en op de patiëntenzorg en de zorg voor zorgprofessionals van huisartsenpraktijken, verpleeghuizen en instellingen. Voor dezelfde doelgroepen levert Saltro betrouwbare ook sneltests, conform de richtlijn van het RIVM veelal gecombineerd met een PCR-test - altijd voorzien van medische duiding en advies.

Want anders dan veel commerciële aanbieders van sneltests, waaronder testen waarvan de betrouwbaarheid volgens het RIVM onvoldoende is, doet Saltro geen concessies aan de kwaliteit van de geleverde diagnostiek. Afhankelijk van de actuele vraag kan het aanwezige capaciteitssurplus ook worden ingezet voor het testen van medewerkers van bedrijven (BtoB), overheden, scholen en particulieren (BtoC). Ook daarmee levert Saltro een bijdrage aan het ontlasten van het zorgsysteem.

Ieder voor zich
In weerwil van de extreem korte bouwtijd van minder dan twee maanden, heeft de totstandkoming van het nieuwe lab heel wat voeten de aarde gehad. De eerste plannen dateren van kort na de uitbraak van de pandemie, doet Marty de Graaf, directeur Stafafdelingen van Saltro uit de doeken. “We zagen dat iedereen op zijn eigen manier bezig was met opschalen. Ook bij andere labs klonk die verzuchting. Onze conclusie was dat een andere aanpak met een beperkt aantal grootschalige labs nodig was, naar het voorbeeld van andere landen, zoals Denemarken en Duitsland.”
Nog tijdens de eerste golf voegde Saltro de daad bij het woord. Te beginnen met het aanschaffen van twee Panther-systemen, waarmee de potentiële testcapaciteit van het lab met 2.000 tests per dag opgevoerd werd.

Daarnaast verzocht Saltro het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische keten (LCDK), belast met het in kaart brengen van de landelijke testcapaciteit, om aansluiting op CoronIT, het in opdracht van VWS ontwikkelde platform om de communicatie tussen de partijen die bij het testen betrokken zijn te stroomlijnen. Naar verwachting zal het platform na de pandemie ook ingezet kunnen worden voor andere doelen die de samenwerking bevorderen.

Landelijke infrastructuur nodig
Meer zat er op dat moment niet in, volgens Jurgen Woerdman, chief Operations Officer Benelux van Unilabs, tot voor kort lid van de raad van bestuur van Saltro: “Alle aandacht van het Outbreak Management Team (OMT) en de politiek was gericht op de ziekenhuizen. Bijgevolg werd er voornamelijk lokaal opgeschaald. Vanuit de samenwerkende EDC’s hebben we nadrukkelijk onze diensten aangeboden en de noodzaak van een landelijke infrastructuur onderstreept. Daardoor is het balletje gaan rollen.”

De eerste vingeroefening was het binnen één week samen met twee andere EDC’s opzetten van een teststraat op Schiphol in opdracht van de GGD Kennemerland. Het project stierf echter een snelle dood als gevolg van het schrijnende tekort aan reagentia. Het legde pijnlijk de diepere oorzaak van de falende opschaling van de testcapaciteit bloot. De Graaf: “Door de wereldwijde pandemie zijn de supply chains van de fabrikanten van diagnostische platforms en allerlei hulpmiddelen volledig verstopt geraakt. Tijdens de eerste golf was er een groot tekort aan mondkapjes, nu zijn pipetten en andere producten nauwelijks te krijgen. Dat probleem houdt nog wel even aan.”