Proeftuin voor mensgerichte technologie

11 december 2018
Proeftuin voor mensgerichte technologie
eHealth

“Innoveren betekent altijd gedoe. Je moet mensen mee zien te krijgen, financiële middelen vinden en een sterke intrinsieke motivatie hebben om te willen vernieuwen, want het gaat nooit meteen goed. Maar wil je kwalitatief goede zorg blijven bieden, dan heb je geen keuze: je móet innoveren”, stelt Prins.

Onder haar leiding is een aparte afdeling opgezet, die innovatietrajecten initieert en begeleidt. Prins: “We bekijken steeds welke digitale ontwikkelingen interessant zijn voor onze zorg. Als we nieuwe mogelijkheden zien om de kwaliteit van leven van onze cliënten te verhogen en onze medewerkers te ondersteunen, dan pakken we die op.”

Online ambulante begeleiding

Het eerste wapenfeit van Philadelphia’s innovatieteam was het ontwikkelen en uitrollen van Digicontact, een ICT-oplossing waarbij ambulante begeleiding wordt geleverd via een app op de iPad. “Met één druk op de knop kan een cliënt een beroep doen op een begeleider, die 24 uur per dag beschikbaar is”, vertelt Prins.

Digicontact werd eigenlijk uit nood geboren: er moest in 2015/2016 fors bezuinigd worden op de ambulante zorg. Maar in de praktijk blijkt het systeem voor veel cliënten voordelen te hebben. Prins: “Ze hoeven nu niet meer te wachten tot een begeleider langskomt, maar kunnen in principe zelf bepalen wanneer ze bellen. Dat geeft hen meer vrijheid en hulp op de momenten dat ze die ook echt nodig hebben.”

Aanvankelijk werd Digicontact alleen gebruikt door zelfstandig wonende cliënten. “Maar we merkten dat er ook op onze locaties cliënten zijn die even contact willen, terwijl er niet altijd een begeleider in de buurt is. Hen hebben we geleerd daarvoor de iPad te gebruiken”, zegt Prins.

Momenteel rolt Philadelphia de online ambulante begeleiding ook uit in de nachtzorg, op locaties met een slapende wacht. Prins: “Daar zijn we nu bezig alle cliënten te trainen om als er wat is, via Digicontact een begeleider te waarschuwen. Daarachter hebben we een hele hulpcirkel opgezet die in noodgevallen ondersteuning biedt.”

Slimme inco

Sinds bekend is dat de organisatie openstaat voor innovaties, gaan de ontwikkelingen snel. Zo klopte in 2016 sensorfabrikant Medisens bij Philadelphia aan met het idee voor slim incontinentiemateriaal. Hierbij meten sensoren hoe vol een luier is en krijgt de begeleiding via een app een seintje als deze verschoond moet worden. “Ik heb meteen gezegd: dat gaan we doen. Het draagt bij aan de menswaardigheid en het comfort van cliënten en is een praktische ondersteuning voor onze medewerkers”, aldus Prins.

De slimme inco is in 2016/2017 ontwikkeld in co-creatie met Medisens en luierfabrikant Abena. Philadelphia gaf hen de ruimte de luier in de praktijk te testen en staat garant voor een minimale afname. “Uit een pilot komen altijd onverwachte dingen”, vertelt Prins. “De clip op de luier was bijvoorbeeld eerst vierkant. Die is op ons verzoek rond gemaakt, want dan zijn er geen hoekjes die ergens pijn kunnen doen.”

Innoveren is altijd gedoe, maar de moeite waard!

Sensiks belevingscabine

Een andere innovatie die Philadelphia in haar zorgpraktijk uitprobeert, is de Sensiks multisensorische belevingscabine. Deze werd in 2016 op de Luxury Fair ontdekt en is in de afgelopen twee jaar door start-up Sensiks geschikt gemaakt voor de zorg.

“Sensory reality betreft een cabine waarin je plaatsneemt en een VR-bril opzet,” licht Prins toe. “Vervolgens kun je de wereld in 5D beleven, bijvoorbeeld een safari, parachutespringen of motorrijden. Sensory reality stimuleert alle zintuigen. Als je op olifantensafari gaat, zie en hoor je niet alleen olifanten, je ruikt ze ook en voelt de zon en wind op je huid.”

Ze vindt het een waardevolle aanvulling op de zorg. “We merken dat cliënten genieten van zo’n ervaring, waartoe ze normaal gesproken niet in staat zijn. Dat is ook voor onze medewerkers bijzonder om mee te maken. In de praktijk zien we dat ernstig meervoudig gehandicapte mensen, die vaak teruggetrokken zijn, er alerter en opener door worden, terwijl mensen met uitdagend gedrag juist rustiger worden.”

Op basis van de ervaringen van ruim 140 cliënten en ruim 500 testmomenten heeft Philadelphia nu acht Sensiks-cabines besteld, waarvan één ingebouwd in een mobiele variant. “We bieden de belevingscabine als optie aan cliënten aan: wie het leuk vindt, kan zich ervoor inschrijven”, aldus Prins. Dit geldt ook voor de nieuwe sociale robot Phi, die nog ‘under construction’ is en stap voor stap zijn intrede doet bij Philadelphia.

Sociale robotica

“Robottechniek is in andere bedrijfstakken al heel normaal en de ontwikkelingen gaan razendsnel. Ik verwacht dat de robot over vijf jaar zijn eigen plek heeft verworven in het zorgproces”, zegt Prins. “Niet om medewerkers te vervangen, maar om ze te ondersteunen. Daarom zijn we nu al bezig de mogelijkheden van sociale robotica te verkennen.”

Een voorbeeld hiervan is de inzet van sociale robot Phi bij een cliënt zonder tijdsbesef. Prins: “Als iemand op de eerste etage woont, moet een begeleider telkens naar boven om de cliënt erop attent te maken dat hij of zij iets moet doen: naar beneden komen om te eten, medicijnen nemen of naar het werk gaan. Dit wordt door cliënten als heel betuttelend ervaren, terwijl het niet anders kan.”

Als een cliënt een robot op zijn kamer heeft die hem of haar aan deze dingen herinnert, kan de begeleiding zich volgens Prins richten op een echt gesprek met de cliënt. “Ik zie het nu zo dat we de routinematige handelingen voor een deel kunnen overdragen aan robots, waardoor de zorgmedewerkers datgene waarvoor ze het vak hebben gekozen, goed kunnen uitvoeren. Ook merkten we tijdens de eerste praktijkproeven dat cliënten het gezellig vinden als ze even een praatje met de robot kunnen maken. Phi is een soort maatje voor kleine dingen, maar die zijn wel belangrijk.”

Meelopen in praktijk

Philadelphia gaat niet over één nacht ijs bij het implementeren van nieuwe ontwikkelingen. Alles wordt zorgvuldig in de eigen organisatie uitgeprobeerd. Zo hebben het afgelopen jaar al 1.000 cliënten kennisgemaakt met Phi. “Je kunt op de tekentafel nog zo iets moois bedenken, de praktijk blijkt altijd weerbarstiger”, is de ervaring van Prins. Ze adviseert ontwikkelaars dan ook mee te lopen in de praktijk, er vanuit hun visie naar te kijken en in gesprek te gaan met mensen die erin geloven, maar ook kritisch zijn.