Een eenvoudig traandruppeltje zou in de toekomst kunnen helpen bij het vroegtijdig opsporen van oogziekten en neurodegeneratieve aandoeningen zoals Alzheimer of Parkinson. Onderzoekers van het Germans Trias i Pujol Research Institute (IGTP) zien tranen als een veelbelovende, niet-invasieve bron van biomarkers. Dit zijn biologische signaalstoffen die inzicht geven in gezondheid en ziekte.
Tot nu toe worden oogziekten vaak onderzocht via het zogeheten kamer- of glasvocht, vloeistoffen binnenin het oog die alleen via invasieve methoden kunnen worden verkregen. “Dat maakt grootschalig gebruik in de klinische praktijk lastig,” zegt promovendus Marta San Roque van de onderzoeksgroep Innovation in Vesicles and Cells for Application in Therapy (IVECAT). Het onderzoek is gepubliceerd in Extracellular Vesicles and Circulating Nucleic Acids.
Laagdrempelig alternatief
Tranen vormen een laagdrempelig alternatief. Ze bevatten extracellulaire blaasjes (EV’s). Dit zijn minuscule deeltjes die door cellen worden uitgescheiden en waardevolle moleculaire informatie dragen, zoals eiwitten, lipiden en nucleïnezuren. Deze informatie blijft bovendien goed beschermd binnen de EV’s.
In samenwerking met de afdeling Oogheelkunde van het Germans Trias i Pujol Universitair Ziekenhuis analyseerde het IVECAT-team meer dan honderd internationale studies over EV’s in tranen. De resultaten, gepubliceerd in Extracellular Vesicles and Circulating Nucleic Acids, laten zien dat tranen niet alleen informatie geven over het oogoppervlak, maar mogelijk ook over diepere oogstructuren en zelfs de hersenen. EV’s kunnen namelijk de bloed-hersenbarrière passeren, wat ze interessant maakt voor onderzoek naar neurodegeneratieve ziekten.
Standaardisatie nodig
Toch is het onderzoeksveld nog jong. Er ontbreekt standaardisatie in monsterafname, opslag en analysemethoden. De onderzoekers pleiten daarom voor internationale richtlijnen, zoals die van de International Society for Extracellular Vesicles (ISEV), om resultaten beter vergelijkbaar te maken.
“Het potentieel is enorm,” zegt San Roque. “Tranen kunnen in de toekomst een cruciale rol spelen bij de vroege diagnose en opvolging van zowel oog- als hersenaandoeningen. Dit onderzoek is een belangrijke eerste stap richting gepersonaliseerde en minder belastende diagnostiek.”
Diagnostiek via de ogen
Enkele weken geleden berichtten wij over de ontwikkeling van een een AI-gestuurde biomarker die via een eenvoudige netvliesfoto het risico op cognitieve achteruitgang en dementie kan voorspellen. De technologie, RetiPhenoAge, gebruikt deep learning om de biologische leeftijd van het netvlies te berekenen, een betrouwbare indicator voor verouderingsprocessen in het brein. In een studie met meer dan 500 patiënten uit geheugenklinieken in Singapore bleek dat personen met een hogere retinale leeftijd tot 40 procent meer risico hadden op cognitieve achteruitgang binnen vijf jaar. Deze bevindingen werden bevestigd in een grootschalige validatiestudie met 33.000 deelnemers uit de UK Biobank.
Al in 2022 ontwikkelden onderzoekers een AI-algoritme waarmee de diagnose 'glaucoom' beduidend veel beter gesteld kan worden. Dankzij dit algoritme, dat ontwikkeld is op initiatief van Het Oogziekenhuis Rotterdam, kunnen nu artsen die niet gespecialiseerd zijn in deze oogziekte, glaucoom even goed diagnosticeren als glaucoomspecialisten.