Oh, mirakel der mirakels: een blockchain-touw voor het zorgravijn?
vr 22 augustus 2025
Column
Premium
Om onderstaande en alle andere premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
U kunt nog {free_articles_left} premium artikel gratis lezen. Om meer premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
Dag beste lezers, daar zit ik weer, Joost Nauta, kind van de rekening: met één voet in de consumentenschoenen en de andere in de kostenpostlaarzen. Al jarenlang balanceer ik op dat koord, en ik weet zeker dat menig oudere hetzelfde voelt: een oudere van de rekening. In deze tijden van schaarste – personeelstekorten, ravijnjaren, en een brullende Amerikaan die ons aan de nieuwe NAVO-norm houdt – drukt dat op je gemoed. Kost ik de BV Nederland niet te veel? Het is een vraag die knaagt, als een kater na een nachtje te veel wijn. En oh, wat heb ik te doen met al die ouderen die hetzelfde gevoel delen, terwijl de zorg wordt belaagd door tekorten, angstvisioenen en dat eeuwige ravijnjaar 2026.
De zorg, ach, het is altijd te weinig. Te weinig handen, te weinig centen, te weinig tijd. Het is een klaagzang die klinkt als een oude grammofoonplaat, steeds dezelfde groef.
En dat is zo zonde! Want weet je, de harten van zorgverleners, innovators, en ja, zelfs patiënten zoals ik, die kloppen harder als ze iets mogen betekenen voor een ander. Ik voel dat ook zo! Dus, met 2026 als het officiële ravijnjaar voor zorg en welzijn, dacht ik: Joost, ouwe jongen, tijd om te abseilen. Niet met een gammel touwtje, nee, we zoeken de heilige graal om de sector uit de afgrond te hijsen. En wat schetst mijn verbijsterde verbazing? Ik geloof verdorie dat ik ‘m gevonden heb!
Maar eerst, een buiging naar de grote schrijvers die mij voorgingen. Oh, Kees van Kooten, met je scherpe pen en droge humor, en Youp van ’t Hek, met je branie en je vermogen om de vinger op de zere plek te leggen – jullie tekstuele hoogstandjes hebben mijn zorgelijke leven verlicht. Jullie inspiratie, samen met die van de groten als Carmiggelt en Bomans, heeft me gedreven om met een glimlach en een knipoog te schrijven, zelfs over de zwaarte van de zorg. Dank, heren, voor de vonken in mijn hoofd!
Terug naar die graal: blockchain. Ja, ik weet het, dat klinkt als iets waar je neefje over lult terwijl hij bitcoins hamstert, maar blijf bij me. Deze technologie kan de zorg jaarlijks tussen de 511 miljoen en 1,19 miljard euro besparen op beheerskosten (berekening ter onderbouwing van deze immense bedragen is uiteraard beschikbaar). Dat is geen kleingeld, dat is een bedrag waar je een ministerie mee draaiend houdt! En het mooiste? Het gaat niet ten koste van kwaliteit. Die besparingen kunnen rechtstreeks naar meer handen aan het bed, betere zorg, meer ademruimte.
Blockchain is een digitaal grootboek, onkreukbaar en transparant, dat zorgsystemen verbindt. Ziekenhuizen, verzekeraars, toezichthouders – iedereen deelt gegevens naadloos, veilig en zonder gedoe. Interoperabiliteit, noemen ze dat, en het voldoet aan de GDPR terwijl het naleving automatisch controleert. In de financiële sector werkt het al, en in de zorg kan het de 3,4 miljard euro aan beheerskosten flink trimmen.
Maar, zoals Youp zou zeggen, niet te hard juichen voor de kar op de Dam staat. Een blockchain-revolutie vraagt om een slimme aanpak. Geleidelijke uitrol, bijvoorbeeld: begin klein, test, leer, en schaal op. De investeringen verdienen zich terug door de besparingen. En samenwerking is key – zorgverleners, techneuten, beleidsmakers, allemaal aan hetzelfde touw. Is dat niet waar de zorg om draait? Samen knokken voor het grotere goed?
Toch, terwijl ik dit opschrijf, bekruipt me een Youp-achtige verbazing, met een scheutje frustratie. Waarom ben ik, een zorgontvanger met een pen en een portie branie, degene die dit bedenkt? Is dit niet een tikkie boven mijn paygrade? Moeten de zorgbobo’s, ministers en tech-goeroes niet allang met deze graal aan de slag zijn?
Kom op, dames en heren, laat die harten harder kloppen, grijp dat blockchain-touw en ‘abseil’ de zorg naar een toekomst waar kostenposten weer mensen worden. Waarom ben ik nou degene die dit moet bedenken? Of is dit toch mijn verkapte sollicitatie aan de leiders van ons zorgleger om leiding te geven aan onze stoottroepen?!
Met een knipoog en hoop,
Joost Nauta