CV
Xenia Kuiper is innovatie- & transformatiespecialist in de zorg met een specialisatie in robotica & AI en is actief met haar eigen organisatie- & adviesbureau Xinnovate.
Om onderstaande en alle andere premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
U kunt nog {free_articles_left} premium artikel gratis lezen. Om meer premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
AI heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld van voornamelijk technische toepassingen naar toegankelijke ‘AI die kan praten’ en door veel mensen dagelijks gebruikt wordt. Chatbots worden steeds vaker ingezet als hulpmiddel voor brainstormsessies, tekstverwerking en het beantwoorden van vragen - zowel professioneel als privé. Waar AI eerder vooral werd gebruikt voor dataverwerking en gespecialiseerde taken, zien we nu een verschuiving naar meer natuurlijke, interactieve toepassingen.
De grote tech-bedrijven investeren fors in deze ontwikkeling. OpenAI maakt hun chatbots beter in het voeren van gesprekken, Google werkt aan meer intuïtieve AI-assistenten, Meta experimenteert met verschillende AI-persona's, Apple breidt de mogelijkheden van Siri uit en Microsoft integreert AI-assistenten steeds meer in al hun producten.
In deze verschuiving draait AI niet alleen meer om efficiëntie, maar ook om nabijheid en relatie. Steeds vaker voeren mensen gesprekken met systemen die meer moeten zijn dan een tool – ze moeten aanvoelen als een companion: een maatje dat altijd beschikbaar is, dat luistert, onthoudt en reageert.
Voor zorg en welzijn opent dit een wereld aan mogelijkheden. AI-companions kunnen ouderen ondersteunen, patiënten begeleiden en zorgprofessionals ontlasten. Maar de vraag is: hoe weten we of die technologie daadwerkelijk betekenisvol is?
Tot nu toe werd intelligentie vaak gemeten met de beroemde Turing-test. Wiskundige en computerpionier Alan Turing stelde in 1950 de vraag: kan een machine zich zo gedragen dat een mens niet meer doorheeft dat deze met een computer praat? Die lat heeft zijn historische waarde, maar in zorg en welzijn schiet ze wellicht soms tekort. Het gaat er hier namelijk niet om of een robot menselijk lijkt, maar of deze menselijkheid betekenisvol is. Een AI die vlekkeloos tot ‘small talk’ in staat is maar geen steun biedt, heeft weinig waarde. Een simpele digitale assistent die wél helpt bij medicijnherinneringen of stressreductie kan daarentegen van onschatbare betekenis zijn.
Daarom stel ik een nieuw toetsingskader voor: The companion-test. Geïnspireerd door The Mom Test van Rob Fitzpatrick, waarin ondernemers leren betere vragen te stellen. Niet: “Zou je dit gebruiken?” maar: “Hoe gebruik je dit nu?” Want alleen gedrag laat zien wat écht waarde heeft. Zo ook bij AI: niet de belofte of de uitstraling telt, maar het bewijs in dagelijks gebruik.
De companion-test is meer dan een checklist. Het is een kompas dat richting geeft aan hoe we AI-companions en sociale robots verantwoord inzetten in zorg en welzijn. Technologie ontwikkelt zich razendsnel, maar zonder koers kunnen we ook gewoon keihard de weg kwijtraken. Een kompas wijst altijd naar het noorden, maar helpt ons óók bewust te zijn van andere richtingen. Zo laat de companion-test zien welke koers we moeten volgen, welke kansen zich aandienen, welke valkuilen we moeten vermijden en waar de grenzen liggen.
Noord – richting: mensgerichte waarde: het noorden van het kompas wijst naar de kernvraag: draagt de AI of robot bij aan het dagelijks leven, welzijn en autonomie van mensen? Pas als technologie zichtbaar geïntegreerd raakt in de routine van cliënten, patiënten en zorgprofessionals, is er sprake van échte betekenis.
Oost – kansen: innovatie en mogelijkheden: het oosten staat voor de kansen die zich aandienen. Hier kijken we naar innovaties die zorg en welzijn versterken. Denk aan AI die medicijngebruik veilig ondersteunt, digitale companions die stress reduceren of robots die zorgverleners ontlasten bij eenvoudige taken. Dit is het domein van hoopvolle toepassingen – mits ze daadwerkelijk gebruikt worden.
Zuid – gevaren vermijden: het zuiden herinnert ons eraan welke valkuilen we moeten vermijden. AI-companions die afhankelijkheid creëren, verkeerde adviezen geven of gebruikers ongemerkt passief maken, kunnen schade veroorzaken. Ook de invloed van Big Tech hoort hier: naarmate AI-companions intiemer deel worden van ons sociale leven, moeten we extra alert zijn op risico’s voor autonomie en welzijn.
West – grenzen en kaders: het westen van het kompas markeert de noodzakelijke grenzen. Hier liggen de bakens van veiligheid, betrouwbaarheid en transparantie. Alleen als gebruikers vertrouwen hebben in de technologie, kan die duurzaam bijdragen.
Aan de hand van dit kompas vertaalt de companion-test zich in zes concrete vragen:
Wat dit alles extra urgent maakt, is dat Big Tech AI-companionship steeds nadrukkelijker in onze levens integreert. Chatbots en avatars worden gepositioneerd als vrienden, coaches of vertrouwenspersonen. Dit kan kansen bieden – van laagdrempelige ondersteuning bij eenzaamheid tot begeleiding bij stress. Maar als deze companions de test níet doorstaan, kan dat leiden tot verlies van autonomie, verschraling van relaties en verminderde veerkracht in de samenleving.
Juist daarom moeten niet alleen zorginstellingen, maar ook technologiebedrijven worden aangesproken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. AI-companions zijn geen speeltje, maar technologie die diep in ons persoonlijke leven doordringt.
AI-companionship is geen verre toekomst, maar een realiteit die zich snel ontwikkelt: recht voor onze ogen. Voor zorg en welzijn liggen er ongekende kansen, mits we technologie niet blind omarmen en zorgvuldig toetsen. De companion-test biedt daarbij een kompas. Noord geeft de richting naar mensgerichte waarde, oost opent de blik voor kansen, zuid waarschuwt voor gevaren en west bewaakt de grenzen. Met zes praktische vragen kunnen we koers houden in een snel veranderend landschap.
De oproep is helder: gebruik de companion-test als navigatie-instrument voor sociale robots en AI in zorg en welzijn. Zo bouwen we niet aan afhankelijkheid of vervreemding, maar aan technologie die ons werkelijk sterker en veerkrachtiger maakt. En waarbij we zelf (ik blijf het graag herhalen) in regie blijven over de wijze waarop deze nieuwe ‘vriendschap’ zich ontwikkelt en vormt.
De companion-test helpt zorg en welzijn om de juiste koers te zetten in een complex landschap:
Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat een eenvoudige medicijn-assistent hoger scoort op de companion-test dan een geavanceerde robot die vooral leuk oogt. Of dat een virtuele companion voor mentale gezondheid alleen waardevol blijkt als deze emoties adequaat kan herkennen en ondersteunen.
Een kompas werkt alleen als je hem gebruikt. De companion-test ligt nu voor je – niet als theoretisch instrument, maar als praktische wegwijzer voor keuzes die we vandaag maken. We staan op een reflectieve splitsing. Links ligt de weg naar slimme speeltjes die indruk maken maar weinig betekenen. Rechts ligt de route naar technologie die werkelijk dient. AI-companionship belooft veel, maar beloftes zijn goedkoop en technologie is duur.
De vraag is niet of AI-companions komen – ze zijn er al. De vraag is of wijzelf de koers bepalen, of dat de koers ons bepaalt. En die keuze maken we nu, met elke robot die we toelaten en elke AI die we omarmen. De beste AI-companions zijn niet degene die ons vervangen, maar die ons helpen om meer onszelf te zijn. Echte companions verdienen we pas als ze de test van de tijd doorstaan – en die begint vandaag.
Volg je het kompas?