In 2019 ontwikkelden we samen met de Simulation Crew onze eerste VR-simulatie, gericht op communicatievaardigheden. De aanleiding kwam rechtstreeks van studenten: zij wilden meer mogelijkheden om te oefenen, objectievere feedback en meer consistente oefensituaties. Traditionele rollenspellen boden vaak onvoldoende herhaling en variatie.
In de VR-simulatie kruipen studenten virtueel in de huid van een zorgprofessional en oefenen intake- of motiverende gesprekken. Het systeem reageert op verbaal en non-verbaal gedrag en geeft direct gepersonaliseerde feedback. Achteraf kunnen studenten hun prestaties analyseren via learning analytics.
Vanaf het begin stond co-creatie centraal: studenten als eindgebruikers, docenten als toekomstige begeleiders, ontwikkelaars, toetsdeskundigen en inhoudelijke experts werkten samen om het product zo goed mogelijk te laten aansluiten op het onderwijs en de praktijk.
Van pilot naar volwaardige onderwijstool
De eerste versie was slechts een begin. Nieuwe technische mogelijkheden en evaluaties van gebruikers brachten telkens verbeteringen op gang. Zo werden scenario’s verfijnd op basis van logboekanalyses, werden de learning analytics uitgebreid en kreeg de VR-app een virtuele coach. Daarbij werden de gesprekken met de virtuele patiënten AI-gestuurd zónder verlies van de didactische en theoretische principes die aan de simulaties ten grondslag liggen.
De inmiddels tien verschillende VR-apps groeiden uit tot structurele leermiddelen binnen de opleidingen, met name voor communicatievaardigheden. Docenten zagen de meerwaarde: studenten konden thuis herhalen, beter voorbereid naar de les komen en gerichter oefenen.
Onderzoek naar meerwaarde VR
Om de impact van VR in het onderwijs goed te begrijpen, hebben we in opeenvolgende fasen onderzoek uitgevoerd. Steeds met grotere groepen studenten en steeds vanuit concrete vragen uit het onderwijs.
- Testfase (2020, n=500): Studenten waardeerden de realistische setting. 87% vond de feedback waardevol voor hun professionele ontwikkeling. Slechts 1% was ontevreden over de ontvangen feedback.
- Pilot (2021, n=230): Studenten kregen een VR-bril mee naar huis en oefenden gemiddeld 4–6 keer per week. 68% voelde zich beter voorbereid op intakegesprekken en 72% rapporteerde verbetering van gespreksvaardigheden.
- Vervolgonderzoek (2021, n=27): Met de Modified ARCS-vragenlijst (Keller, 2010) onderzochten we motivatie en acceptatie.2 Studenten rapporteerden betere toepassing van gespreksvaardigheden, waardering voor de veilige omgeving en het belang van gepersonaliseerde feedback (Magnée, Dikken, & Timman, 2022).3
- Opschalingsonderzoek (2023, n=470): In een gerandomiseerde studie onderzochten we de meerwaarde bij eerstejaars studenten hbo-Verpleegkunde. Resultaat: significante toename in zelfvertrouwen, zelfsturing en een realistischer beeld van eigen vaardigheden. Toetsscores bleven gelijk, maar de kwaliteit van leren nam duidelijk toe (Timman & Magnée, 2025).4
Van implementatie naar opschaling
Succesvolle pilots zijn mooi, maar hoe borg je VR duurzaam in een onderwijsorganisatie? Onze onderzoeken toonden aan dat VR kleinschalig werkt: de techniek functioneert, docenten zien meerwaarde en studenten ervaren impact. Toch bleek opschaling complexer.
Daarom startten we in 2023 het project Opschaling VR, met als doel: inzichtelijk maken welke middelen, structuren en processen nodig zijn om VR structureel te verankeren in het onderwijs.
We gebruikten het Vier in Balans-model van Schouwenburg (2023) als kapstok.5 Dit model benoemt vier bouwstenen voor effectief gebruik van ICT in onderwijs: visie, deskundigheid, inhoud & toepassingen en infrastructuur. Visie vormt de basis, want zonder gedeelde overtuiging over de waarde van VR strandt elk initiatief. Vervolgens zijn de deskundigheid van docenten, kwaliteit van inhoud en robuuste infrastructuur randvoorwaarden voor succes. Al onze bevindingen zijn terug te vinden in het onderzoeksrapport ‘Mind the Gap’.4 Hierin beschrijven we onze ervaringen en geleerde lessen met betrekking tot de verschillende bouwstenen:
- Investeer in visie en draagvlak. VR moet passen binnen de onderwijsvisie; zonder gedeeld eigenaarschap wordt het een losstaand experiment.
- Zorg voor centrale ondersteuning. Een dienst die docenten begeleidt en processen coördineert maakt het gebruik van VR laagdrempeliger en efficiënter.
- Combineer techniek en didactiek. Technologische innovatie is pas waardevol als deze ingebed is in didactische principes en curriculum.
- Creëer ruimte voor experiment én borging. Kleine pilots zijn nodig om te leren, maar structurele middelen en afspraken zorgen voor continuïteit.
Van schets naar schaal
Om deze lessen te delen ontwikkelden we de Masterclass ‘Van schets naar schaal’. Deze tweedaagse masterclass, inclusief een halve dag op locatie, helpt onderwijs- en zorgorganisaties om VR niet alleen te implementeren, maar ook duurzaam te verankeren.
Het programma bestaat uit een tweedaagse training en een werkbezoek na vier maanden. Afhankelijk van de behoefte van de organisatie gaan we in op de vier bouwstenen van Vier in Balans:
- Visie: hoe past VR binnen de onderwijskundige en organisatorische strategie?
- Deskundigheid: welke sleutelfiguren en kennis zijn aanwezig, welke scholing is nodig?
- Inhoud & toepassingen: hoe ontwikkel en implementeer je effectieve VR-leermiddelen?
- Infrastructuur: welke hardware, connectiviteit en ondersteuning zijn noodzakelijk?
- De masterclass biedt organisaties een concreet handelingsperspectief om VR structureel onderdeel te maken van hun onderwijs.
Van blauwdruk naar brede toepassing
De ervaringen met VR binnen de HAN staan niet op zichzelf. Vanuit het Lectoraat Technologie voor Gezondheid werken we samen met landelijke programma’s zoals DUTCH en Npuls. In deze netwerken bundelen onderwijsinstellingen, zorgorganisaties en technologiepartners hun krachten om kennis, tools en infrastructuur te delen. Zo ontstaan gezamenlijke kaders en voorzieningen die het mogelijk maken om VR breder en efficiënter in te zetten binnen het zorgonderwijs.
De stap van schets naar schaal laat zien dat VR in het onderwijs meer is dan een gadget of een eenmalig experiment. Het kan uitgroeien tot een essentiële bouwsteen voor het zorgonderwijs van de toekomst, mits zorgvuldig ingebed en ondersteund.
De druk op zorg en onderwijs groeit. Er zijn tekorten aan stageplaatsen, de instroom van nieuwe professionals staat onder druk en de roep om innovatie wordt steeds luider. Hoe bereiden we studenten toch optimaal voor op de praktijk van morgen, zonder dat dit ten koste gaat van kwaliteit en patiëntveiligheid? Eén van de veelbelovende antwoorden is simulatiegebaseerd leren met behulp van virtual reality (VR).1 VR biedt studenten en professionals de mogelijkheid om onbeperkt te oefenen in een veilige en realistische omgeving. Ze kunnen fouten maken zonder gevolgen voor patiënten, krijgen directe feedback en oefenen onafhankelijk van tijd en plaats. Daarmee versterken VR-simulaties niet alleen kennis en vaardigheden, maar vergroten ze ook zelfvertrouwen en regie over het eigen leerproces. In dit artikel beschrijven wij – vanuit het HAN-lectoraat Technologie voor Gezondheid – onze route. Van de eerste schets van een VR-applicatie in 2019 tot een blauwdruk voor duurzame implementatie en opschaling van VR in het zorgonderwijs.