Te vaak worden innovaties pas vlak voor implementatie aan verpleegkundigen voorgelegd, terwijl juist zij als eindgebruikers als geen ander weten wat er op de werkvloer echt nodig is. In het Maastricht UMC (MUMC+) is daarom bewust gekozen voor een andere koers: bottom-up innoveren, met verpleegkundigen zelf aan het stuur van verandering. Volgens Marjolein Heemels, directeur Verpleegkunde van het MUMC+, vraagt innovation readiness om drie elementen: vaardigheden, structuur en een cultuur die vernieuwen én eigenaarschap stimuleert. Regieverpleegkundigen en innovators Dennis van Helvert en Floor Cruts zien dagelijks wat dit oplevert: wanneer verpleegkundigen vanaf het begin vooropgaan of worden betrokken in innovatieprojecten, groeit niet alleen de kwaliteit van de oplossingen, maar vooral het gevoel van trots en eigenaarschap binnen de beroepsgroep.
De belangrijkste schakel in zorginnovatie lijkt soms vergeten te worden: verpleegkundigen worden vaak pas betrokken bij innovatie op het moment dat een innovatie al bijna geïmplementeerd is. Daardoor zijn zij onvoldoende voorbereid en sluiten innovaties geregeld slecht aan op het dagelijkse verpleegkundig werkproces.
“Dan slaat de hele innovatie de plank mis”, vertelt Marjolein Heemels. “Innovatie is dan ook geen project, maar een strategische opdracht.” Voor echte innovation readiness zijn volgens Heemels drie dingen belangrijk: vaardigheden, structuur en cultuur. “Deze factoren versterken elkaar, het is een driehoek die je niet los van elkaar kunt zien.”
Vaardigheden verpleegkundigen
In het MUMC+ worden verpleegkundigen actief gestimuleerd om zich te ontwikkelen in vaardigheden die essentieel zijn om een betekenisvolle rol in innovatie te vervullen. “Denk aan leiderschapsvaardigheden, leren nadenken over innovatie en werken met PDSA-cycli (Plan-Do-Study-Act)”, licht Heemels toe. Deze nieuwe verwachtingen vroegen ook om een nieuwe verpleegkundige functie: de regieverpleegkundige. “Deze verpleegkundige heeft aanvullende verantwoordelijkheden rondom kwaliteit, veiligheid en innovatie”, vervolgt Heemels. “Het is een rol die het team helpt om de verandering te begrijpen, te begeleiden en te borgen.”
De visie van Heemels en het MUMC+ is helder: een innovatiekrachtige verpleegkundige beroepsgroep is bereid én in staat om nieuwe manieren van werken te omarmen en integreren in het zorgproces. “En daar wordt de zorg aantoonbaar beter van. Want voor ons gaat innovatie niet over alleen gadgets of technologie, maar vooral over beter, veiliger en slimmer georganiseerde zorg, in de breedste zin van het woord. Co-creatie met verpleegkundigen is daarvoor essentieel.”
Councilstructuren
Om verpleegkundige innovaties duurzaam te ondersteunen heeft het MUMC+ gekozen voor een bijzondere organisatiestructuur. “We werken met een verpleegkundige councilstructuur, gebaseerd op shared governance”, vertelt Heemels. “Die structuur vormt de ruggengraat van verpleegkundige kwaliteit én van een innovatieve organisatie.”
De opzet bestaat uit drie uit drie lagen, een afdelingscouncil, een centrumcouncil en een ziekenhuisbrede council, waarin verpleegkundigen uit de praktijk met elkaar verantwoordelijkheid nemen rondom kwaliteit, veiligheid, innovatie en werkprocessen.
Volgens Heemels is dit model essentieel voor echte bottom-up innovatie. Innovaties ontstaan op de afdelingen, waar problemen én ideeën worden herkend. “De councilstructuur maakt het vervolgens mogelijk om succesvolle initiatieven eenvoudig op te schalen naar centrum- en ziekenhuisniveau. Zo komen er verbeterideeën op tafel die geen manager zou kunnen bedenken. Die kracht en creativiteit zit in de beroepsgroep zelf.” Doordat verpleegkundigen in deze structuur zelf de leiding nemen, worden innovaties niet alleen schaalbaar, maar ook duurzaam én breed gedragen.
Cultuur van samenwerking
De councilstructuur beïnvloedt ook de cultuur in het ziekenhuis. “Het primaire proces komt veel meer centraal te staan”, benadrukt Heemels. “Dat zorgt er ook voor dat collega’s uit andere disciplines anders naar verpleegkundigen gaan kijken. Het creëert een cultuur van interprofessionele samenwerking, waarbij verpleegkundigen duidelijk eigenaarschap tonen over hun eigen vakgebied. We zien dat er talloze nieuwe dwarsverbindingen ontstaan: teams vinden elkaar sneller, delen inzichten en versterken zowel het verpleegkundig werkproces als de kwaliteit van zorg voor patiënten.”
Toch gaat innovatie niet altijd vanzelf. "Je hebt te maken met andere partijen, zoals externe leveranciers," waarschuwt Heemels. "We hebben meegemaakt dat verpleegkundigen lange tijd hadden gewerkt aan een project waarin sensoren ingezet werden om valincidenten te voorkomen binnen de oncologieafdeling. Toen het tijd was voor de koppeling met het verpleegoproepsysteem bleken de standaardkosten voor de realisatie hiervan hoger dan verwacht. Hier liep de innovatie vervolgens behoorlijke vertraging door op. Dat is frustrerend, maar wel de realiteit."
Haar advies: “Bouw aan ondersteunende rollen, structuren en een cultuur waarin innovatie ruimte krijgt en zorg dat verpleegkundigen via scholing en training voorbereid zijn op een actieve rol. Alleen wanneer vaardigheden, structuur en cultuur elkaar versterken ontstaat echte innovation readiness.”
Sociale robot
De visie van het MUMC+ op verpleegkundige innovatie werkt, blijkt uit concrete projecten. Een voorbeeld is de inzet van een sociale robot om patiënten beter te informeren tijdens hun opname in het ziekenhuis. Dennis van Helvert, regieverpleegkundige op de afdeling Cardiologie, is een van de kartrekkers.
“Patiënten gaven aan dat zij onvoldoende geïnformeerd zijn over hun ziekte, medicatie en leefregels bij hun ontslag uit het ziekenhuis. Uit ons onderzoek bleek dat zorgprofessionals veel tijd besteden aan standaardinformatie, maar deze vaak op hun eigen manier overdragen, wat de consistentie beïnvloedt. Ook voldoet deze manier van informeren niet aan de brede informatiebehoefte van de patiënt. Naast feitelijke informatie hebben patiënten vooral behoefte aan geruststelling en een duidelijk begrip van hun zorgplan na ontslag.”
"Het maakt ons trots om aan dit soort projecten te werken"
De robot vervangt de verpleegkundige niet, benadrukt Van Helvert. “Het is juist een ondersteuning in het zorgproces. De robot neemt de routinematige en repeterende uitleg over, waardoor verpleegkundigen meer tijd en ruimte krijgen voor datgene dat alleen zij kunnen: het gesprek voeren over wat de ziekte of situatie voor een patiënt betekent, de emotie, de context, de zorgen en de persoonlijke vragen.”
Digitale voorlichting
Een ander voorbeeld is de digitale voorlichting voor patiënten die een stamceltransplantatie ondergaan. Floor Cruts, regieverpleegkundige op de afdeling Oncologie-Hematologie vertelt hoe deze innovatie ontstond: “Voorheen kregen patiënten vooraf een voorlichtingsgesprek met de regieverpleegkundige. Ter voorbereiding op dit gesprek kregen patiënten een folder te lezen, maar dat gebeurde in de praktijk weinig. Tijdens het consult moest de hele inhoud alsnog worden uitgelegd, dat kostte een uur en haalde een collega van de werkvloer.”
Cruts en haar collega’s onderzochten hoe patiënten beter en efficiënter voorbereid konden worden. We kwamen uit bij korte voorlichtingsvideo’s, ontwikkeld door de council van verpleegafdeling A5 (Hematologie, red.), waarin het hele proces voor patiënten beschreven wordt in één tot twee minuten. Patiënten kunnen zelf kiezen welke onderwerpen ze willen bekijken, bijvoorbeeld over mondzorg of over kledingvoorschriften. Ze kunnen de video’s terugkijken wanneer ze willen en ook naasten kunnen ze bekijken. Dat geeft meer rust, helderheid en controle.”
Verpleegkundigen aan basis innovatie
Volgens Van Helvert biedt deelname aan innovatieprojecten verpleegkundigen niet alleen nieuwe vaardigheden, maar ook professionele groei en trots. “Het maakt ons beroep aantrekkelijker. Verpleegkundigen zijn de schakel tussen het bed, het medisch beleid en de technologie. We zien te vaak dat technologie niet goed is afgestemd op onze behoeften, waardoor de adoptie van de innovatie achterblijft. Of waardoor we tegen praktische problemen aanlopen en de intentie van de technologie misschien juist averechts werkt.”
Zijn oproep is duidelijk: “Zet verpleegkundigen eerder en intensiever in hun kracht. Doorbreek het patroon waarin technologie of het proces elders wordt ontworpen en daarna pas het werkproces raakt. Wij moeten de vertaalslag naar de praktijk maken en dat is een grote maar waardevolle uitdaging. ”
Verpleegkundigen als innovators
Cruts herhaalt het belang van vroegtijdige betrokkenheid. “Uiteindelijk zijn verpleegkundigen degenen die aan het bed van de patiënt staan en het werk uitvoeren. Wanneer we zelf innovaties vormgeven, zijn ze werkbaarder voor ons in de praktijk. Het is belangrijk om als verpleegkundigen zelf eigenaarschap te hebben.”
Van Helvert ziet hetzelfde: “Het maakt ons trots om aan dit soort projecten te werken. Dat straalt af op de hele beroepsgroep: het versterkt onze professionaliteit en waardigheid.” En, vult Cruts tot slot aan: "Het maakt ons werk een stuk leuker.”