CV
Bianca Rouwenhorst is directeur Informatiebeleid en Chief Information Officer (CIO) bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Om onderstaande en alle andere premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
U kunt nog {free_articles_left} premium artikel gratis lezen. Om meer premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
December is traditiegetrouw een moment om terug te blikken én vooruit te kijken: wat hebben we het afgelopen jaar bereikt in de digitale transformatie van de zorg – en wat vraagt het komende jaar onze aandacht?
Zeker is dat we in 2025 goed vooruit zijn gekomen. Zo hebben we flinke stappen gezet in het ontsluiten van meer gegevens naar de persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s). Mensen kunnen in hun PGO bijvoorbeeld al huisartsgegevens en vaccinaties van het rijksvaccinatieprogramma ophalen, en verkenningen om onder meer ook andere vaccinatiegegevens te ontsluiten zijn in volle gang. De landelijke implementatie van de toestemmingsvoorziening Mitz kwam na een wat langzame start in een stroomversnelling. En er werden belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van het landelijk dekkend netwerk van infrastructuren, dat toegang geeft tot data uit verschillende bronnen en dat hergebruik van data mogelijk maakt.
Maar, en daarin moeten we ook eerlijk in zijn, niet alles verliep altijd soepel en volgens planning. Zo hadden we erop gerekend verder te zijn met de uitrol van de Tijdlijn Landelijke Beeldbeschikbaarheid als tijdelijke oplossing voor de landelijke beschikbaarheid van medische beelden voor zorgverleners. Hoewel de bouw en pilots voor het nieuwe inlogstelsel voor zorgprofessionals Dezi doorgaan, kon het wetsvoorstel DIAZ dat hieronder het fundament legt door de demissionaire status van het kabinet niet worden behandeld. En ook meer in z’n algemeenheid komt de opschaling naar digitale en hybride zorg soms wat minder snel op gang dan gepland, afhankelijk van de sector en de digitale volwassenheid van de organisatie.
Kortom, 2025 liet zien dat de digitale transformatie van de zorg niet altijd in een rechte lijn verloopt en ook weerbarstig kan zijn. Het is een reis met bochten, omwegen en soms stevige tegenwind. Maar juist die ervaringen brengen ons verder – ze maken ons scherper, leren ons wat werkt en wat niet, en helpen ons samen koers te houden.
Voor het bepalen van die koers kunnen we gelukkig al bouwen op een belangrijk instrument. De Nationale visie en strategie (NVS) is ons kompas naar databeschikbaarheid in 2035. Met acht strategische doelstellingen die zorgen voor focus en houvast. Vanuit de NVS werken we, onder regie van VWS, toe naar één samenhangend gezondheidsinformatiestelsel, gedragen door alle partijen in zorg en welzijn. Met oog voor gebruikersgemak en digitale vaardigheden van burgers en professionals: omdat we willen dat íedereen mee kan doen.
Ook het waarom van de digitale transformatie staat onverminderd overeind en kunnen – en moeten – we ons steeds voor ogen blijven houden: we willen de zorg voor iedereen goed, toegankelijk en betaalbaar houden. De druk op de zorg neemt toe. De vraag stijgt, terwijl het aantal zorgverleners niet genoeg mee-
groeit. De vraag verandert doordat mensen steeds vaker zorg krijgen in een netwerk van meerdere partijen. De administratiedruk is enorm en de kosten lopen op.
Om deze uitdagingen aan te kunnen, hebben we dat gezondheidsinformatiestelsel echt nodig, allemaal. Niet alleen als vertegenwoordigers van overheid, zorg of bedrijfsleven, maar ook – en vooral – als eindgebruikers van de zorg. Want net als iedereen bezoeken ook wij artsen, voor onszelf of voor onze naasten. Ook wij willen niet telkens opnieuw ons verhaal doen of dubbel onderzoek ondergaan – én graag zorg op afstand krijgen als dat kan.
Laten we daarom van 2026 het jaar maken van dóen en opschalen. Die oproep doe ik aan iedereen in het veld: van onszelf binnen VWS, tot zorginstellingen, leveranciers, koepels en kennisinstituten. En van beleidsmakers tot bestuurders en professionals.
Nú is het moment om de stap te zetten van beleidsvisie naar praktijkervaring. Om te laten zien hoe beleid uitpakt op de werkvloer en waar we mogelijk moeten bijschaven. Hoe je je organisatie en ICT op orde krijgt om optimaal van data te kunnen profiteren – ICT en data zijn niet hetzelfde! En hoe data zorgverleners en de zorg in brede zin kunnen helpen en beter kunnen maken. Want data gaan zorgverleners echt niet vervangen, maar juist zorgen dat hun werk effectiever en leuker wordt – en de zorg beter.
Overal in het land zien we voorbeelden die dat laten zien en verderop in dit katern vind je een aantal van die inspirerende verhalen.
Zoals dat van Arenda Jansen, Chief Nursing Information Officer bij IJsselheem, die zich volop inzet voor databeschikbaarheid en procesverbetering in haar eigen organisatie en over organisatiegrenzen heen. Of dat van Robert van Berkel, programmamanager Leren en Innoveren bij Thebe, over hoe door inzet op innovatie en technologie ouderen kunnen worden ondersteund om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven. Het verhaal van David Baden, die zich als SEH-arts en voorzitter van de expertgroep van het programma Met spoed beschikbaar hard maakt voor gegevensuitwisseling in de acute zorg. En de verhalen van bestuursvoorzitter Jan Welmers (Heliomare) en CEO Luuk Duijndam (Livit Ottobock Care), die door focus op gedrag en bewustwording digitale weerbaarheid laten leven op de werkvloer.
Zulke voorbeelden laten zien dat het kan én dat het werkt. Dus laat ze een uitnodiging en een inspiratie zijn voor het komende jaar. Toon lef. Experimenteer. Stop met polderen, accepteer keuzes en ga het echt samen doen – over de grenzen van sectoren en organisaties heen. Want de tijd van ieder voor zich is voorbij. De opgave waar we voor staan is daarvoor te groot en complex. Alleen door te verbinden, te delen en samen door te pakken, zorgen we dat dat toekomstbestendige gezondheidsinformatiestelsel er komt.
Wie doet er met ons mee?