De druk op zorg en onderwijs groeit. Er zijn tekorten aan stageplaatsen, de instroom van nieuwe professionals staat onder druk en de roep om innovatie wordt steeds luider. Hoe bereiden we studenten toch optimaal voor op de praktijk van morgen, zonder dat dit ten koste gaat van kwaliteit en patiëntveiligheid? Eén van de veelbelovende antwoorden is simulatiegebaseerd leren met behulp van Virtual Reality (VR).
VR biedt studenten en professionals de mogelijkheid om onbeperkt te oefenen in een veilige en realistische omgeving. Ze kunnen fouten maken zonder gevolgen voor patiënten, krijgen directe feedback en oefenen onafhankelijk van tijd en plaats. Daarmee versterken VR-simulaties niet alleen kennis en vaardigheden, maar vergroten ze ook zelfvertrouwen en regie over het eigen leerproces. In een artikel in ICT&health 5 beschrijven wij - Maurice Magnée en Astrid Timman – vanuit het HAN-lectoraat Technologie voor Gezondheid de route van de eerste schets van een VR-applicatie in 2019 tot een blauwdruk voor duurzame implementatie en opschaling van VR in het zorgonderwijs.
Eerste VR-simulatie
In 2019 ontwikkelden we samen met de Simulation Crew onze eerste VR-simulatie, gericht op communicatievaardigheden. Traditionele rollenspellen boden vaak onvoldoende herhaling en variatie. In de VR-simulatie kruipen studenten virtueel in de huid van een zorgprofessional en oefenen intake- of motiverende gesprekken. Het systeem reageert op verbaal en non-verbaal gedrag en geeft direct gepersonaliseerde feedback. Achteraf kunnen studenten hun prestaties analyseren via learning analytics.
Vanaf het begin stond co-creatie centraal: studenten als eindgebruikers, docenten als toekomstige begeleiders, ontwikkelaars, toetsdeskundigen en inhoudelijke experts werkten samen om het product zo goed mogelijk te laten aansluiten op het onderwijs en de praktijk.
Volwaardige onderwijstool
Nieuwe technische mogelijkheden en evaluaties van gebruikers brachten telkens verbeteringen op gang. Zo werden scenario’s verfijnd op basis van logboekanalyses, werden de learning analytics uitgebreid en kreeg de VR-app een virtuele coach. Daarbij werden de gesprekken met de virtuele patiënten AI-gestuurd zónder verlies van de didactische en theoretische principes die aan de simulaties ten grondslag liggen.
De inmiddels tien verschillende VR-apps groeiden uit tot structurele leermiddelen binnen de opleidingen, met name voor communicatievaardigheden. Docenten zagen de meerwaarde: studenten konden thuis herhalen, beter voorbereid naar de les komen en gerichter oefenen.
Van blauwdruk naar brede toepassing
De ervaringen met VR binnen de HAN staan niet op zichzelf. Vanuit het Lectoraat Technologie voor Gezondheid werken we samen met landelijke programma’s zoals DUTCH en Npuls. In deze netwerken bundelen onderwijsinstellingen, zorgorganisaties en technologiepartners hun krachten om kennis, tools en infrastructuur te delen. Zo ontstaan gezamenlijke kaders en voorzieningen die het mogelijk maken om VR breder en efficiënter in te zetten binnen het zorgonderwijs.
De stap van schets naar schaal laat zien dat VR in het onderwijs meer is dan een gadget of een eenmalig experiment. Het kan uitgroeien tot een essentiële bouwsteen voor het zorgonderwijs van de toekomst, mits zorgvuldig ingebed en ondersteund.
Lees het hele artikel in editie 5 van ICT&health, die op 24 oktober verschijnt.