In China wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een robot die in staat is een zwangerschap te voldragen via een geïntegreerde kunstmatige baarmoeder. Het concept is bedacht door dr. Zhang Qifeng, oprichter van Kaiwa Technology in Guangzhou. Volgens berichten in Chosun Biz kan een prototype al volgend jaar worden gepresenteerd.
De technologie gebruikt een kunstmatige baarmoeder die via een voedingsslang in de buik van de robot de benodigde voedingsstoffen kan toedienen. Het doel is dat een foetus ongeveer tien maanden in deze omgeving kan groeien tot de geboorte, aldus een recent artikel in de New York Post.
Voor echtparen met vruchtbaarheidsproblemen zou de kunstmatige baarmoeder een alternatief kunnen zijn voor draagmoederschap. De geschatte kosten zijn circa 100.000 yuan (ongeveer 14.000 dollar), aanzienlijk lager dan de tarieven voor menselijke draagmoeders in de VS, die variëren tussen de 100.000 en 200.000 dollar.
Onbeantwoorde vragen
Hoewel de kunstmatige baarmoedertechnologie al een gevorderd stadium heeft bereikt, bestaan er nog veel onbeantwoorde vragen. Zo is onduidelijk hoe bevruchting en implantatie van het embryo precies zullen plaatsvinden en op welke wijze de geboorte medisch verantwoord kan worden uitgevoerd.
Naast de technologische uitdagingen spelen ook juridische en ethische vraagstukken een grote rol. Volgens Qifeng worden hierover al gesprekken gevoerd met autoriteiten in de Chinese provincie Guangdong en zijn beleidsvoorstellen ingediend.
Nederlandse rol
Ook Nederland speelt een rol in onderzoek naar kunstmatige baarmoeders, ook wel perinatal life support (PLS) of Artificial Placenta and Artificial Womb (APAW) technologie genoemd. Daarbij gaat het overigens meestal om vervanging van een deel van de zwangerschap. Zo werken de TU Eindhoven, Máxima Medisch Centrum en Europese partners sinds 2016 samen aan een systeem waarmee extreem prematuur geboren baby’s tot circa 28 weken in een vloeibaar medium kunnen doorgroeien, terwijl zuurstof en voeding via een kunstmatige placenta worden aangeboden.
In april 2022 publiceerde TU/e onderzoek waaruit bleek dat een ‘kunstmatige baarmoeder’ de overlevingskans voor extreem vroeggeboren zuigelingen aanzienlijk kan verhogen. In dit systeem kunnen baby’s in een steriele, vloeibare omgeving blijven zonder te hoeven ademen, wat longbeschadiging voorkomt. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 700 kinderen extreem prematuur geboren (tussen 24-28 weken). Voor deze groep kan de ontwikkeling van een kunstmatige baarmoeder een enorme impact hebben op de overlevingskansen en kwaliteit van leven.
Vertaalslag
In februari 2024 verscheen vanuit de TU/e een prospectieve review door Juliette van Haren en collega’s, waarin de obstetrische procedures worden besproken voor het overzetten van een premature zuigeling van de natuurlijke baarmoeder naar een APAW-systeem. De auteurs benadrukken dat het behouden van de foetale circulatie, het vermijden van longventilatie, en de juiste steriele omstandigheden cruciaal zijn voor succesvolle toepassing bij mensen. De review bevat een overzicht van de fysiologische en procedurele vereisten en richt zich op de vertaalslag van dieronderzoek naar klinische praktijk
Meer recent, in juli–augustus 2025, reflecteert Juliette van Haren op de ontwerpprincipes en de noodzaak van ‘value-sensitive design’: een aanpak waarbij gebruikersperspectieven en lange termijn cognitieve en gezinsgecentreerde zorg centraal staan, bijvoorbeeld via medische simulaties en participatieve co-creatie
Daarnaast werd in juni 2025 de spin-off Juno Perinatal Healthcare opgericht vanuit uit de PLS-consortium, om deze technologie naar markttoepassing te brengen. Juno ontwikkelt onder meer een ‘incubator 2.0’ waarin sensortechnologie en digitale tweelingen (digital twins) klinische begeleiding en monitoring ondersteunen.
Verleggen levensvatbaarheid
Kortom, Nederlands onderzoek naar kunstmatige baarmoeders bestaat op meerdere fronten: van fundamentele dierproeven tot ontwerpprincipes, simulatie, ethische afwegingen en commerciële spin-offs. Als deze technologie klinisch toepasbaar wordt, kan ze de grens van levensvatbaarheid verder verleggen en de uitkomst voor zeer vroeggeboren baby’s aanzienlijk verbeteren.