Vanaf 2027 kunnen familieleden eenvoudiger langdurige zorg regelen voor naasten die dit zelf niet meer kunnen, bijvoorbeeld door dementie. Door een wetswijziging mogen zij dan officieel namens hun naaste een aanvraag indienen en ondertekenen binnen de Wet langdurige zorg (Wlz). Dat moet de betrokkenheid van familie vergroten en zorgt voor minder vertraging in het organiseren van passende zorg. Ook wordt de administratieve druk voor zorgverleners aanzienlijk verlicht, wat duizenden zorguren kan opleveren.
Staatssecretaris Pouw-Verweij van Volksgezondheid, Welzijn en Sport laat weten het logisch te vinden dat familieleden, die vaak al jarenlang de zorg voor hun naaste dragen, ook de mogelijkheid krijgen om namens hen een zorgaanvraag te doen. “Met deze wetswijziging maken we het voor mensen die zelf niet meer in staat zijn hun zaken te regelen, eenvoudiger om de zorg en ondersteuning te krijgen die ze nodig hebben. Zo zetten we een stap naar een menselijker en praktischer zorgsysteem.”
Ingrijpend middel
Zoals de situatie nu is mogen famlieleden geen aanvraag doen voor een Wlz-indicatie. Wanneer de betreffende cliënt toch juiste zorg moet gaan krijgen, moeten familieleden momenteel eerst de rechter vragen om mentor te mogen worden. Vaak worden dit soort verzoeken afgewezen omdat ‘mentorschap’ een te ingrijpend middel wordt gevonden voor alleen het ondertekenen van een Wlz-aanvraag. Bovendien kost een aanvraag voor mentorschap veel tijd en administratie. Daardoor is het voor sommige mensen die hun eigen zaken niet goed kunnen regelen moeilijker om Wlz-zorg te krijgen.
Een aanpassing op de wet blijkt een aanzienlijke vermindering van de regeldruk voor familieleden en zorgaanbieders te zijn. Dit blijkt uit een onderzoek van Sira Consulting in opdracht van het ministerie van VWS. Als de nieuwe wet ingaat hoeven zorgaanbieders niet meer te helpen met de aanvraag voor mentorschap. Ook zijn ze dan minder tijd kwijt aan het uitleggen aan naasten wat mentorschap inhoudt en hoeven ze ook minder huisbezoeken te doen.
Geld- en tijdsbesparing
Deze tijdsbesparing kunnen zorgverleners gebruiken voor de daadwerkelijke zorg van de cliënt. Daarnaast is berekend dat er door de wetwijziging ook een financiële besparing ontstaat voor de betrokkenen: zorgaanbieders besparen ongeveer € 858.600. Ook blijkt uit de berekeningen dat het Centrum Indicatiestellingen Zorg (CIZ) vanaf 2027 zo’n € 142.000 per jaar bespaart. De structurele besparingen zijn daarna naar verwachting hoger.
In juli 2023 is het indicatieregister Wlz ingevoerd om efficiënte gegevensuitwisseling in de langdurige zorg te verbeteren. Het komt voort uit het Actieprogramma iWlz. Cliënten krijgen hierdoor beter inzicht in hun zorginformatie, terwijl zorgverleners profiteren van minder administratie en betere, tijdige informatie over hun cliënten en zorgverlening.