Wat de zorg kan leren van… Nokia

30 november 2020
Vergadering-artsen
Innovatie
Blog

Toen ik in het jaar 2000 mijn eerste mobiele telefoon kocht, was dat natuurlijk een Nokia: de 5110. In de jaren erna kocht ik elk jaar een nieuwe Nokia. De menustructuur werkte perfect intuïtief, maar ook batterijduur, functionaliteit en de schijnbare onverwoestbaarheid maakten mij Nokia-fan. Totdat ik eind 2007 in Las Vegas kennismaakte met de iPhone 2G. Ik weet nog heel goed dat ik met een paar collega’s met open mond de iPhone keer op keer opende door van links naar rechts over het scherm te swipen. Ik heb sindsdien alleen nog iPhones gekocht. En ik was niet de enige…

Focus op hardware

Nokia had altijd de focus op hardware. Dat was ook de juiste aanpak bij eenvoudige mobiele telefoons. Bij nieuwe modellen werden aanpassingen gedaan in het besturingssysteem zodat ook deze modellen konden functioneren. Dit was allemaal goed behapbaar, totdat de telefoons steeds meer functionaliteiten kregen. Toen werd het voor programmeurs steeds ingewikkelder om al die opties voor al die types hardware goed te laten werken.

Apple, en later ook Android, focusten zich daarentegen op software, met name het besturingssysteem. Software was leidend, hardware volgend. Dat maakt het veel gemakkelijker om software te programmeren en daarmee te innoveren.

Bovendien ontstond er een vliegwieleffect via het ecosysteem van Apple en Android. Doordat het gemakkelijker was om te programmeren, kwam er meer software (zoals apps), meer software maakte de telefoons populairder, waardoor er meer gebruikers kwamen, waardoor er meer verdiend werd aan de software, waardoor er weer meer software gemaakt werd.

Omschakeling bijna onmogelijk

Doordat Nokia, dat in 2009 nog ruim 120 duizend medewerkers al jaren zo werkte, was het bijna onmogelijk om een totale omschakeling te maken. Dat was heel anders bij Apple en Android, die nieuw waren in de telefoon-business en geen legacy hadden.

Wat verder speelde, was dat Nokia nog steeds zeer succesvol was. In 2009 was het bedrijf nog steeds marktleider met 45 procent marktaandeel. Dat maakte het verleidelijk om zich te laten leiden door de waan van de dag en vanuit een comfort zone alleen positieve dingen te zien. Totdat de jaren daarna bleek dat verkopen en marktaandeel begonnen te dalen.

In 2011 en 2012 beende Nokia definitief de iPhone niet meer bij en leed een verlies van 5 miljard euro. Op 3 september 2013 nam Microsoft vrijwel alle activiteiten van Nokia over (de mobiele tak en de patenten). Op 24 april 2014 maakte Microsoft bekend dat de merknaam Nokia wijzigde Microsoft Mobile. Veel mensen herinneren dit zich als het einde van de Nokia.

Maar ondertussen…

In 2007 was Nokia Siemens Networks (NSN) opgericht. Een joint venture tussen Nokia en Siemens op het gebied van mobiele breedbandtechnologie. Dat was al jaren een ondergeschoven kindje ten opzichte van de mobiele telefonie. Maar nu de mobiele telefonie minder en minder succesvol werd, presteerde NSN relatief gezien steeds beter.

Nokia formuleerde onder leiding van de in 2012 aangestelde bestuursvoorzitter Risto Siilasmaa een toekomstvisie van een connected world waarbij met behulp van miljarden sensoren de realiteit continu werd geanalyseerd: Internet of Things (IoT). Daarvoor is netwerktechnologie van vitaal belang.

Na de verkoop van de mobiele tak aan Microsoft werd vol ingezet op NSN. Eerst werd Siemens uitgekocht. Toen nam Nokia Alcatel Lucent over, met een aan Nokia complementair portfolio. Hierdoor kwam Nokia in het bezit van de hele keten (end-to-end) voor het aanbieden van draadloze infrastructuur en ging verder onder de naam Nokia Networks.

Het voordeel: men is niet afhankelijk van andere partijen en de samenwerking en veiligheid tussen de onderdelen van de keten is geborgd. Nokia is wereldwijd een van de grootste aanbieders van mobiele netwerktechnologie in een tijd dat 5G uitgerold wordt en dus verre van verdwenen van het toneel. Wat 5G betekent voor de zorg, kun je lezen in mijn blog in ICT&Health nummer 6, dat op 10 december verschijnt.

Wat kan de zorg leren?

Nokia had lang succes met een focus op hardware. Dat doet mij denken aan de positie waar wij in de zorg nu zitten. We werken al jaren zoals we werken en verdienen daar ons geld mee. Dat beperkt het incentive om te veranderen.

Wat nu als de zorg wordt ingehaald? Door partijen die zorg veel patiëntvriendelijker, sneller en goedkoper leveren? Of gebeurt dat misschien al op kleine schaal? Dan ben je snel vergeten leert de geschiedenis van Nokia. Wat een luxe voor ons dat we nog op tijd zijn om uit de comfort zone te komen en te voorkomen dat andere partijen de zorg gaan overnemen!

Laten inhalen

Of moeten we ons misschien júíst laten inhalen, zodat we genoodzaakt worden om zelf de zorg écht te veranderen? Nokia liet zich niet bewust inhalen, maar slaagde erin door de verkoop van de mobiele telefonietak wel om een nieuwe weg in te slaan en opnieuw succesvol te worden. Vaak is het zonder legacy van een grote instelling veel makkelijker om nieuwe markten te veroveren.

Het zou het mooiste zijn om vandaag al te veranderen, zonder legacy van de grote organisatie. Zorgorganisatie Naast (www.naast.je) heeft dat bijvoorbeeld gedaan. Naast specialiseert zich in zorg op afstand met een groot team van verpleegkundigen en verzorgenden. Doordat zij toch al 24/7 op afstand beschikbaar zijn kunnen zij eenvoudig continue ondersteuning bieden aan zorginstellingen die dat willen gebruiken. Een heel nieuw verdienmodel ontstaan uit VVT-instelling Sensire en volledig zelfstandig opererend zonder legacy. Naast werkt inmiddels succesvol samen met tientallen zorginstellingen.

Veel succes!

Met veel dank aan Eric Kroon, Services Solutions Manager bij Nokia voor zijn tijd en enthousiasme om met mij te sparren.