Hoe zelf verzamelde data de zorg beïnvloedt: doktersperspectief
di 20 februari 2018
Eerstelijn
Om onderstaande en alle andere premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
U kunt nog {free_articles_left} premium artikel gratis lezen. Om meer premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
Of het nu met een polsbandje, horloge, smartphone of ander draagbaar apparaatje is, de ‘gewone’ mens kan in toenemende mate allerlei gegevens verzamelen over zijn of haar gezondheid. Zo passeerde de afgelopen jaren in deze rubriek vrijwel ieder nummer wel weer een nieuw meetapparaatje de revue. Onderzoekers Gabriels en Moerenhout herkenden deze trend en brachten in kaart wat het voor de dagelijkse zorgpraktijk betekent1. Ze vroegen huisartsen niet alleen naar hun ervaringen, maar ook naar hoe de zorg volgens hen gaat veranderen door ‘digitale zelfzorg’
Voor deze kwalitatieve studie interviewden de onderzoekers een heterogene groep van 12 huisartsen en cardiologen uit België, allen met voldoende ervaring op het gebied van ‘digitale zelfzorg’. Bij ieder interview stonden twee typen apparatuur centraal. Enerzijds de – wat de onderzoekers bestempelen als - ‘klassieke zelfmonitoring’ voor glucose, zuurstof en bloeddrukmeters. Anderzijds gingen de vragen over verschillende zorg-apps voor smartphones. Bij beide typen vroegen ze respondenten naar defrequentie van gebruik in hun praktijk, kwaliteit, wie het initiatief neemt om ze te gebruiken (arts of patiënt), data interpretatie en delen. Vervolgens vond op basis van de interviewtranscripten een thematische contentanalyse plaats. Na analyse concludeerden Gabriels en Moerenhout dat volgens de respondenten digitale zelfzorg zorgt voor veranderingen aangaande de rol van de zorgprofessional en ten aanzien van de relatie met patiënten. Ze onderscheidden vier hoofdthema’s (telkens met een of enkele voorbeelden red.):
Figuur 1: NASSS Framework. Uit: Greenhalgh et al.1[/caption]
Het NASSS-raamwerk bestaat uit zeven dimensies, van klein (aandoening van de patiënt), de technologie zelf, de waarde van de technologie en gebruikers) tot abstractere niveaus - waaronder de organisatie zelf en het grotere systeem waarin de organisatie zich bevindt. Ook is er een dimensie ‘tijd’, omdat de eerdere zes dimensies immers telkens kunnen veranderen (vandaar dat je een ‘rups’ ziet ontstaan red.).
Voor het succes van een innovatie zijn alle dimensies van belang. Stel dat de innovatie in alle dimensies goed scoort, Als de eindgebruikers (patiënten) zijn door cognitieve beperkingen of comorbiditeit (tegelijkertijd hebben van meerdere aandoeningen) niet in staat de technologie volledig te gebruiken, dan zal deze innovatie nooit succesvol zijn.