CV
Derya Demirtas is universitair hoofddocent aan de Universiteit Twente en projectleider van CARE-FLOW.
Anne Zander is universitair docent aan de Universiteit Twente.
Om onderstaande en alle andere premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
U kunt nog {free_articles_left} premium artikel gratis lezen. Om meer premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
CARE-FLOW, geleid door de Universiteit Twente (Technisch Medisch Centrum), is een vierjarig project dat zich richt op het verbeteren van de grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederland en Duitsland in de gezondheidszorg. Het project, dat in april is gestart en een looptijd heeft tot maart 2029, heeft als doel de efficiency en toegankelijkheid van de zorg te verbeteren door middel van slimme besluitvorming in capaciteitsplanning en optimalisatie van patiëntenstromen. Projectleider Derya Demirtas (universitair hoofddocent) en Anne Zander (universitair docent) lichten de aanpak toe.
Zowel Nederland als Duitsland hebben te kampen met hoge uitgaven voor de hulpdiensten, ziekenhuizen en VVT-organisaties. De verwachting is dat de kosten daarvan – vooral door de vergrijzing – nog verder zullen toenemen. Tegelijkertijd wordt de personeelsinzet in de zorg een steeds groter probleem. Zolang de gezondheidssystemen van Nederland en Duitsland onafhankelijk van elkaar blijven plannen en werken, moeten ze allebei meer middelen – ambulances, IC-plaatsen, verpleeghuisbedden – beschikbaar houden dan wanneer zij in deze planning de zorgvraag gezamenlijk zouden opvangen.
“Er bestaat al wel samenwerking tussen de Nederlandse en Duitse zorgpartijen”, vertelt Demirtas. “We zien in de Euregio bijvoorbeeld dat de Duitse ambulancedienst Nederlandse telefoontjes beantwoordt als de nood hoog is. En voor trauma’s is in Nederland dichter bij de grens een ziekenhuis beschikbaar dan in Duitsland. Ook in de coronatijd werd samengewerkt. Toen de Nederlandse IC’s vol lagen, sprongen de Duitse ziekenhuizen bij.”
De gedachte achter CARE-FLOW is om vanuit de bestaande gedecentraliseerde contextspecifieke samenwerking tot structurele samenwerking te komen. “Het mooie is dat we met de gekozen opzet de hele lijn pakken van vóór de ziekenhuisopname, tijdens de ziekenhuisopname en het vervolg in de VVT”, schetst Zander. Deze omvang is mogelijk geworden omdat het project een onderdeel is van het Interreg VI-programma Duitsland-Nederland en met 2,9 miljoen euro wordt gecofinancierd door de Europese Unie, het ministerie van Economische Zaken, het MWIKE NRW, MB Niedersachsen en een aantal Nederlandse provincies.
De Universiteit Twente leidt het project: het coördineert het onderzoek, de communicatie en het projectmanagement en ontwikkelt de datagedreven tools voor optimalisatie van de patiëntlogistiek en de interregionale zorgsamenwerking. Universiteit Münster biedt academische expertise in betrokkenheid van belanghebbenden. Het universiteitsziekenhuis van Münster biedt expertise in epidemiologie en simulatie.
“We gebruiken methoden uit AI, data science, operations research en IT om software en algoritmen te ontwikkelen die we kunnen gebruiken om patiëntenstromen tussen zorginstellingen te sturen en capaciteit in de regio op intelligente manier te beheren”, vertelt Demirtas. “Hierbij werken we samen met verschillende partners. Rhythm leidt het datamanagement en de softwareontwikkeling voor ziekenhuizen en VVT-instellingen. Stokhos/Timelab leidt de softwareontwikkeling voor spoeddiensten. En L2R organiseert live trials en ontwikkelt trainingsmaterialen om de zorgprofessionals te leren de ontwikkelde tools te gebruiken.”
Het project richt zich volgens Zander zowel op de reguliere interregionale zorg als op de zorg in pieksituaties. “Ook als sprake is van grote ongevallen of infectieziekten hebben de Nederlandse en Duitse zorgaanbieders veel baat bij samenwerking. Daarin werken ze ook al graag samen. En in het verlengde daarvan stellen wij: waarom zou je het dan voor de reguliere zorg niet ook doen.” Demirtas vult aan: “Voordeel hiervan is dat de tools voor gerichte samenwerking dan al beschikbaar zijn als zich een pieksituatie voordoet. In de coronatijd hebben we gezien dat dan niemand de tijd heeft om aan strategische oplossingen te denken.”
De focus ligt dus – gezien het te verwachten personeelstekort – volgens beiden duidelijk op efficiënter kunnen werken in de zorgverlening. “Dat is ook een van de aandachtsgebieden van het Technisch Medisch Centrum (TechMed Centrum)”, zegt Demirtas, “dus dat sluit mooi aan.” Zander voegt toe: “Daarbij hebben we ook aandacht voor hoe we de zorg beschikbaar kunnen maken voor iedereen die deze nodig heeft. Als de landsgrens echt een afbakening is, hebben mensen daar minder toegang tot zorg dan in het midden van het land. Als de grens geen probleem vormt, speelt dit niet.”
Het idee achter het efficiënter inrichten van de zorg in de grensregio is nadrukkelijk niet de keuze voor een zorgaanbieder weg te nemen bij de patiënt. “Het gaat erom snellere zorg te bieden”, zegt Demirtas. “We onderzoeken de spanning die kan bestaan tussen de organisatielast van samenwerking en de gezondheidswinst die het brengt.”
Het project vraagt wel om beschikbaarheid van data, vult ze aan. “De partners in het proces moeten bereid zijn data te delen, dat is de olifant in de kamer. Om daarvoor een oplossing te bieden, ontwikkelen we een datamanagementcenter waarin het delen van die data op een veilige manier kan plaatsvinden.”
Daarom worden er ook werkpakketten ontwikkeld waarin zorgpartijen vanaf het begin meegenomen worden, vertelt Zander. “We willen weten waar ze nu staan en wat ze willen bereiken, om zo hun bereidheid te vergroten om aan dit proces mee te werken. Onderdeel daarvan is dat ze ervaring opdoen met onze software, zodat ze kunnen zien wat ze daaraan hebben. Natuurlijk gaan we ze daar ook in trainen. Wat we dus nadrukkelijk niet willen, is eerst ontwikkelen en dan aanbieden. We erkennen echt de waarde van co-creatie met de eindgebruikers.”
Demirtas: “De eindgebruikers zijn positief over wat we met CARE-FLOW willen bereiken, maar ze zijn ook sceptisch. Ze zien de voordelen maar ze hebben ook zorgen over de dataveiligheid en de praktische uitdagingen.” Zander reageert: “Maar kijk naar de doelstellingen van de Europese Unie met de zorg. Digitalisering en samenwerking staan daarin voorop. Wat we met CARE-FLOW aan het doen zijn, is de juiste weg. Het feit dat er nu in de Euregio meer projecten zijn waarin digitalisering en samenwerking samengaan, laat zien hoezeer we hierin het tij mee hebben.”
De Universiteit Twente is bij uitstek de partij die in dit proces vanuit het Nederlandse perspectief een leidende rol kan pakken, meent Zander. “Dit is zo omdat we hier op verschillende niveaus de juiste mensen bij elkaar hebben. Het is echt een team effort, met als kernteam naast ons tweeën ook universitair docent Daniela Guericke en universitair docent Amin Asadi. Onze meest directe partner binnen de universiteit is de onderzoeksgroep CHOIR, het Center for Healthcare Operations Improvement and Research, ook betrokken in Techmed. Dit richt zich op het verbeteren van zorglogistieke processen. Wat wij gezamenlijk ontwikkelen, wordt de blauwdruk voor cross border-samenwerking die ook in andere grensregio’s toepasbaar zal zijn.”
Binnen het Health-onderwijs aan de UT speelt kunstmatige intelligentie (AI) een steeds grotere rol. Het onderwerp komt in verschillende masters uitgebreid aan bod. Studenten maken kennis met moderne machine-learningtechnieken en AI-toepassingen, die ze later in hun opleiding en in het werkveld gebruiken voor bijvoorbeeld medische beeldverwerking en data-analyse.
Het TechMed Centrum van de UT omvat drie interdisciplinaire bachelor- en masteropleidingen die focussen op het verbeteren van de zorg door middel van technologie:
Biomedische Technologie: leidt studenten op om innovatieve medische technologieën te ontwerpen en te ontwikkelen, van kunstorganen tot beeldvormingstechnologieën en revalidatiesystemen.
Gezondheidswetenschappen: leidt studenten op die vanuit verschillende perspectieven de kwaliteit van de gezondheidszorg verbeteren. Uniek is de focus op innovaties en de waarde van het toepassen van technologie in de gezondheidszorg.
Technische Geneeskunde: leidt studenten op tot academische zorgprofessionals die werken met innovatieve technologieën bij patiënten. De opleiding richt zich op het innoveren en implementeren van (nieuwe) technologische oplossingen voor diagnose en behandeling in de patiëntenzorg en op het veilige, effectieve en efficiënte gebruik ervan.