Bij de implementatie van zorgtechnologie spelen meerdere partijen een rol. Een van die partijen is het zorgkantoor. Duidelijk inzicht in de rol van het zorgkantoor, hoe zij tegen innovatie bij zorgorganisaties aankijken en welke kennis zij hebben over implementatie, borging en financieringsopties draagt bij aan een effectieve en succesvolle inzet van zorgtechnologie. Maar ook een actieve rol van de projectleider/programmamanager van de zorgorganisatie zelf is belangrijk. De communicatie en afstemming tussen beide partijen vraagt nog om aandacht.
De inzet van zorgtechnologie krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht in de gehandicaptenzorg. “Op dit moment zijn wij daarin één van de koplopers”, zegt Niek Porskamp, programmamanager technologie en projectleider Langer thuis wonen met technologie bij InteraktContour. Deze zorgorganisatie biedt mensen met hersenletsel gespecialiseerde begeleiding, behandeling en zorg, met inzet van de nieuwste technologie.
“Dit kan omdat we op tijd begonnen zijn”, stelt Porskamp. “Het onderwerp stond al tien jaar geleden hoog op de bestuurlijke agenda van onze organisatie. Het begon klein met een paar zorgtechnologie-hulpmiddelen. Nu hebben we een goed geoutilleerde uitleenservice, waarmee we op het moment onze duizendste lening vieren. De verwachting is 1.250 eind dit jaar. Die uitlening stijgt elk jaar met zo’n 25 procent. Het lukt dus steeds beter cliënten te verleiden om zorgtechnologie uit te proberen en het voor de medewerkers vanzelfsprekend te maken.”
Het is een ontwikkeling die Sjoerd Versluis, beleidsadviseur/zorgexpert Wet langdurige zorg (Wlz) bij Menzis, kan waarderen. “We zien dat in de gehandicaptenzorg steeds meer wordt geïnnoveerd op dit gebied. Er is breed draagvlak aan het ontstaan voor technologie als onderdeel van zorg. Dat is ook essentieel om de zorg te kunnen blijven leveren zoals dat nodig is. We hebben nieuwe manieren nodig om de zorg toegankelijk te kunnen houden en zorgtechnologie maakt dit mogelijk. Denk aan sociale robots, die mensen vrijheid en aandacht kunnen geven en eenzaamheid kunnen voorkomen.”
Rol van het zorgkantoor
InteraktContour heeft een programmateam technologie, waarin maandelijkse afstemming plaatsvindt over de opschaling en borging van de inzet van zorgtechnologie, begeleid door Innovatie-impuls 2.1 De Innovatie-impuls is een programma van Vilans en Academy Het Dorp. De Innovatie-impuls werkt aan de hand van de InnovatieRoute, de interactieve tool die projectleiders en innovatiemanagers ondersteunt bij het succesvol implementeren en opschalen van zorgtechnologie.
Behalve geld uit reguliere financieringsafspraken heeft InteraktContour voor twee opschalingsprojecten een tijdelijke financiering ontvangen via de Stimuleringsregeling eHealth Thuis (overgegaan in STOZ, waar tot 30 september aanvragen gedaan konden worden). De ontvangen subsidies waren voor Digithuis voor digitale dagbesteding en Thuis wonen met technologie voor ondersteuning van cliënten thuis.
“Je hebt mede-aanvragers nodig die zo’n aanvraag voor financiering samen met je indienen”, vertelt Porskamp. “Wij hebben dat samen met de zorgkantoren van Zilveren Kruis, Menzis en Salland gedaan. Je moet voor zorgtechnologie met een goed plan de boer op naar die zorgkantoren. Dat is ons gelukt. Ze vertrouwen onze kennis en kunde en we werken samen aan het behalen van de doelen.”
Belang van proactieve houding
Die proactieve houding verwachten de zorgkantoren ook. “We zien dat zorgaanbieders hier heel wisselend in zijn”, zegt Versluis. “Er zijn partijen die innoveren in hun DNA hebben zitten. Die hebben een duidelijke innovatiebehoefte en kijken vanuit dat perspectief naar de mogelijkheden van zorgtechnologie. Maar er zijn ook meer conservatieve zorgaanbieders. En dat is jammer, want wij willen dat ze allemaal op een hoger niveau komen qua innovatie. En ik ben ervan overtuigd dat we daarin ook hetzelfde doel hebben. In de gehandicaptenzorg gaat het natuurlijk – terecht – ook over persoonlijke aandacht. Maar juist door de inzet van zorgtechnologie maak je daarvoor meer handen vrij.”
Porskamp kan zich in principe vinden in de stelling van Versluis dat beide partijen hetzelfde willen. “Het past ook bij de transformatieplannen vanuit het Integraal Zorgakkoord”, zegt hij. “Maar toch is vaak sprake van een wrong pocket-probleem. De financiering van onze cliënten komt slechts voor 15 procent uit de Wlz, de rest is Wmo. Als een gemeente gaat investeren in zorgtechnologie zodat burgers langer thuis kunnen blijven wonen, verlaagt dat naar verwachting de zorgkosten. Wij zouden graag zien dat de zorgkantoren vanuit de Wlz via domein overstijgende financiering geld naar de Wmo beschikbaar stellen. Wij zijn daarvoor een businesscase aan het ontwikkelen.”
De overheid herkent dit probleem, ook vanuit de ouderenzorg.2 En ook Versluis zegt het punt te snappen dat Porskamp maakt. “De Tweede Kamer heeft het voorstel voor de Wet Domein Overstijgende Samenwerking aangenomen. De zorgkantoren geven aan dat zij hier beleid voor aan het formuleren zijn. Die maakt het mogelijk hierin stappen te zetten. Maar het zal niet ongelimiteerd zijn. De verschillende financieringsstromen zijn er niet voor niets.”
Tot overeenstemming komen
In discussies met zorgkantoren ontstaat vaak ruimte om tot overeenstemming te komen over plannen voor toepassing van zorgtechnologie, stelt Porskamp. “Menzis biedt hiervoor ook een opslag in de tarieven. Maar voor intramuraal verblijvende cliënten is zorgtechnologie een integraal onderdeel van het tarief. Je hebt als organisatie dus zelf in de hand waaraan je dat besteedt. Probleem is wel dat onze marges onder druk staan. De subsidies die je kunt krijgen als je goede innovatieve plannen indient zijn dus echt belangrijk. En de zorgkantoren hebben een transformatieagenda waarvan je soms gebruik kunt maken.”
Over één punt bestond in eerste instantie wel discussie met het zorgkantoor, vertelt Porskamp. “Dat was over de uitleenservice. Want daar zitten ook voorbeelden van consumentenelektronica tussen die gewoon bij een Mediamarkt en dergelijke te koop zijn. De vraag was of je die mag financieren vanuit de Wlz. Ons argument was dat dit moet kunnen als het de juiste oplossing is voor de cliënt en de goedkoopste. Ook hier geldt: niet afwachten maar zelf het gesprek aangaan, het initiatief nemen. De zorgkantoren bleken hierin echt bereidheid te tonen.”
Die bereidheid is er inderdaad, maar sommige technologieën zitten toch in een grijs gebied, reageert Versluis. “Een robotstofzuiger bijvoorbeeld bespaart een cliënt fysiek werk. Maar als je er zo naar kijkt, trek je heel veel dingen de zorg in. Dat willen we ook weer niet. Alles wat je thuis ook zou hebben, beschouwen we in principe niet als zorgtechnologie. Dit vraagt om een kritische houding van beide partijen.”
Betrek zorgkantoor
Ook op een ander punt biedt Versluis een kritische nuancering. “Met de huidige Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg weten de aanbieders in de gehandicaptenzorg de zorgkantoren wel goed te vinden”, vertelt hij. “Maar onze regiomanagers willen graag over meer met ze praten dan alleen over financiering. Ze hebben veel kennis over de regio, benut die dus. We kregen veel STOZ-aanvragen waarvoor de organisatie zelf al veel werk had gedaan.”
De boodschap van zorgkantoren is: ga eerst met de regiomanagers in gesprek over wat in de regio nodig is en welk voorwerk op basis daarvan moet worden gedaan om een aanvraag voor een subsidieregeling zo soepel mogelijk te laten verlopen. En kom op de lijn bij het zorgkantoor voordat je een projectmedewerker aanstelt.
Versluis: “We zien nu dat een lappendeken aan systemen van zorgtechnologie wordt uitgeprobeerd en ingezet. Iedere zorgaanbieder ontwikkelt een eigen businesscase voor iedere oplossing. Dat kan echt beter. En met die uitleenservice kunnen zorgaanbieders ook regionaal samenwerken in plaats van alles zelf te kopen. Dat bespaart kosten. Wij weten met welke zorgtechnologie zorgaanbieders succesvol werken en wat hun geleerde lessen zijn. Die kennis benutten scheelt heel veel werk.”
Zet juiste mensen aan tafel
Het is belangrijk om vanuit de zorgorganisatie de juiste mensen aan tafel te zetten, stelt Porskamp. “Het zijn vaak de directeuren die de gesprekken met de zorgkantoren voeren. Dan komen veel meer thema’s aan bod dan alleen zorgtechnologie en kan het dus voorkomen dat dit onderwerp niet de aandacht krijgt die het nodig heeft. Mijn advies aan collega’s is daarom: klim in de pen als het om zorgtechnologie gaat om zelf contact te zoeken met de verantwoordelijke op dit gebied van het zorgkantoor. Zorg dat je met zijn tweeën hierover een apart gesprek kunt voeren. Zelf zijn wij hierin heel ondernemend en dat moet je ook zijn als zorgaanbieder. We hebben een opdracht tenslotte.”
Versluis beaamt dit. “Die opdracht is voor beide partijen hetzelfde”, zegt hij. “We zijn veel meer samenwerkingspartners dan dat we tegenover elkaar staan. We zien heel graag dat zorgaanbieders in een regio gezamenlijk met ons het gesprek aangaan over wat er speelt in hun regio en waar ze tegenaan lopen. Dan hebben wij ze veel meer te bieden dan geld.”
De adviespunten op een rij:
- Benut voor de inzet van zorgtechnologie de InnovatieRoute van de Innovatie-impuls 2.3
- Maak voor de planontwikkeling gebruik van de kennis die bij het zorgkantoor beschikbaar is over zorgtechnologie en over de regionale zorgbehoefte.
- Wees proactief in het contact met het zorgkantoor.
In gesprek met het zorgkantoor over zorgtechnologie
Meer weten? Vraag de hand-out aan voor projectleiders en programmamanagers in de gehandicaptenzorg, vertelt Odile Smeets, coördinator Opschaling IIG2 bij Academy Het Dorp. “Vanuit IIG2 stimuleren we projectleiders en programmamanagers om vanaf het begin interne én externe stakeholders te betrekken bij de inzet van zorgtechnologie. Denk aan medewerkers op de werkvloer, ICT en het zorgkantoor. Door samen te verkennen wat nodig is voor succesvolle implementatie, ontstaat wederzijds begrip en betere afstemming.”
In de praktijk blijkt de afstand tussen innovatieafdelingen en het zorgkantoor soms groot, met handelingsverlegenheid om het gesprek aan te gaan. Dit wordt vaak gezien als taak van management of zorgverkoop. Toch is het volgens Smeets belangrijk dat projectleiders hun behoeften kenbaar maken, zodat deze meegenomen worden in gesprekken. “Dit hoeft niet per se tijdens de formele inkoopgesprekken. Juist tussentijdse gesprekken gedurende het jaar bieden kans om de diepte in te gaan. Het gaat tenslotte om de inzet van middelen en daarvan wil je allebei dat dat impact heeft. Onze boodschap aan technologie/innovatie afdelingen: verdiep je in jouw zorgkantoor. In onze hand-out delen we tips om dit effectief te doen.”
De hand-out biedt zorgorganisaties – en met name projectleiders en programmamanager innovatie/zorgtechnologie - praktische informatie en tips. Hoe kun je voor de inzet van zorgtechnologie optimaal samenwerken met je zorgkantoor? Ook informatief voor zorgkantoren zelf.
Belang van zorgkantoren
Waarom zijn de zorgkantoren belangrijk als het gaat om de inzet van zorgtechnologie binnen je organisatie? Lenieke Velis, programmaleider Innovatie-impuls Gehandicaptenzorg 2 (IIG2) bij Vilans, licht dit toe. “Het zorgkantoor is een belangrijke externe partner bij de inzet van zorgtechnologie, omdat zij verantwoordelijk zijn voor de financiering en uitvoering van de Wlz en via inkoopafspraken invloed hebben op beleid en innovatie.”
Als je als projectleider zicht hebt op dit proces kan je volgens Velis beter inspelen op kansen, knelpunten en de voorwaarden die zorgkantoren stellen. “Omdat elk zorgkantoor eigen accenten en beleid hanteert, is het belangrijk om goed te weten welke verwachtingen er spelen en dit te vertalen naar de praktijk in de organisatie. Wanneer je met meerdere zorgkantoren te maken hebt, kan het waardevol zijn om hen gezamenlijk aan tafel te brengen, zodat er meer afstemming en eenduidigheid ontstaat tussen de regio’s en gemaakte afspraken. Door actief de verbinding te leggen met zorgverkoop en het zorgkantoor, vergroot je de kans op succesvolle en toekomstgerichte implementatie van zorgtechnologie.”
Over de Innovatie-impuls
De Innovatie-impuls is een programma van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Het programma wordt uitgevoerd door Vilans, in samenwerking met Academy Het Dorp.