De echte AI-dystopie leeft in ons

di 19 augustus 2025 - 15:45
AI
Blog

Oké, ik werk al jaren met kunstmatige intelligentie en schrijf erover, en ik zal maar meteen met de deur in huis vallen. AI is misschien wel de grootste sprong voorwaarts in het vermogen van de mens sinds vuur. We hebben een systeem gebouwd dat taal, patronen en symbolen kan begrijpen met een snelheid en soepelheid die me nog steeds verbaast. Het is verbluffend en nederig. En vergeet niet dat het van ons is.

We hebben allemaal de sombere voorspellingen gehoord dat AI ons zal overtreffen en misschien zelfs over ons zal heersen. Die angsten zijn geen fantasie en moeten serieus worden genomen. Maar het grootste en meest directe gevaar is volgens mij niet dat een machine besluit de controle over te nemen. Het zijn wijzelf die vrijwillig delen van ons denken uit handen geven, lang voordat dat moment ooit komt.

We troosten onszelf vaak met het idee dat de hersenen geen computer zijn. We wijzen op de chaotische biologie, het zelfherstellende aanpassingsvermogen en de tolerantie (misschien wel afhankelijkheid) voor ruis en fouten. De hersenen werken op basis van de chemie van een levend lichaam, gevormd door evolutie en verweven met een doel. En dat lijkt in niets op de overzichtelijke logica van een machine.

Dat is waar. En dat is belangrijk. Maar het is niet het vangnet dat we denken dat het is. Het echte risico is niet dat AI gaat denken zoals wij. Het is dat wij gaan denken zoals zij.

Wat ik bedoel met anti-intelligentie

Ik gebruik de term anti-intelligentie om de manier waarop AI ‘denkt’ te beschrijven. En dat is niet als een belediging, maar als een neutrale beschrijving. Het is niet goed of slecht. Het is gewoon anders. En in een wereld waarin we alles antropomorfiseren, is dat belangrijk.

Laten we dit eens nader bekijken. Menselijke intelligentie verandert, heroverweegt, herstructureert en past zich aan. Met andere woorden, we geven betekenis aan een soort vloeiende ambiguïteit die ontstaat door wrijving. AI werkt vanuit een ander perspectief. Het rangschikt patronen om samenhang te creëren, met als doel voltooiing, niet transformatie.

Dat is prima. Het is zelfs een van de dingen die AI zo nuttig maken. Het gevaar schuilt in wat er gebeurt als we die verschillen niet langer als grenzen beschouwen en hun manier van ‘denken’ onze eigen manier gaan bepalen.

De zelfgenoegzame geest

Ik maak me minder zorgen dat AI het zal ‘overnemen’ dan dat wij het zullen opgeven. Niet opzettelijk, maar geleidelijk, bijna zonder dat we het merken.

Het begint klein. We vertrouwen op AI om iets beter te formuleren, om een feit op te halen dat we half vergeten zijn, om een idee samen te vatten zodat we sneller verder kunnen. Op zich is dat allemaal prima. Maar langzaam beginnen onze tolerantie voor ambiguïteit, ons geduld met rommelige problemen en onze gewoonte om verder te kijken dan het eerste nette antwoord, te vervallen in wat AI ons vertelt dat het zou moeten zijn. Simpel gezegd: we gaan vloeiendheid (statistische coherentie) verkiezen boven diepgang. En wanneer dat gebeurt, gaan we orde in statistische statistiek verwarren met begrip.

En dit is wat ik dystopisch vind: niet de output van de machine, maar de menselijke geest die besluit dat dat genoeg is.

Dit is geen anti-AI-verhaal

AI is hier niet de schurk. Het is juist een triomf en een van de meest verbazingwekkende artefacten van menselijke vindingrijkheid. Maar zoals alle krachtige instrumenten, vormt het ons op zijn beurt ook.

De dystopie waar we ons vandaag de dag zorgen over moeten maken, zit niet in de machine. Die zit in ons, wanneer we zo gewend raken aan machine-achtig denken dat we niet meer merken wat er ontbreekt, namelijk het dwalen, de koppige originaliteit, de diep persoonlijke manier waarop mensen betekenis geven.

Dat is het “monster” waar we voor moeten oppassen. Het is niet alleen een algoritme met kwade bedoelingen, maar een persoon die vergeten is hoe hij verder moet denken dan dat algoritme.

De menselijke lijn vasthouden

Ik suggereer niet dat we ons moeten terugtrekken uit AI. Ik suggereer dat we er alert op blijven. Stel vragen die niet passen in de keurige patronen die met zelfgenoegzaamheid zijn geconstrueerd. Laten we genoegen nemen met antwoorden die onvolledig aanvoelen en technologische coherentie beschouwen als het begin van een gesprek, niet als het einde ervan. En bovenal, onthoud dat ons grootste voordeel niet snelheid of geheugen is, maar het vermogen om te denken op manieren die geen enkele machine, hoe briljant ook, kan evenaren.

Want het einde van intelligentie zal niet komen met een knal of een serverpark dat op hol slaat.

Het zal erin sluipen, wanneer onze eigen geest steeds meer op die van hen begint te lijken.

Hoe de zorg haar toekomst inricht? Duizenden zorgprofessionals ontdekken wat echt werkt en verzilveren kansen. Claim ook jouw ticket en ervaar het op het ICT&health World Conference 2026!