CV
Ellen Janssen is als onderzoeker werkzaam voor het lectoraat Mens en Technologie van Fontys Hogeschool.
Om onderstaande en alle andere premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
U kunt nog {free_articles_left} premium artikel gratis lezen. Om meer premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
In de bijdrage ‘Implementatie van robot Maatje bij het Regionaal Autisme Centrum’ van Bas Kamer – verschenen in de vorige editie van ICT&health – gaat hij in op de implementatie van sociale robot Maatje bij Wlz-cliënten van het Regionaal Autisme Centrum. Dit driejarige project bestond, naast de implementatie, ook uit het in kaart brengen van de impact van robot Maatje. Vanuit het Lectoraat Mens en Technologie heeft docent-onderzoeker Ellen Janssen het onderzoek van robot Maatje begeleid. In dit artikel worden de onderzoeksopzet en resultaten beschreven.
In het project is bij zowel cliënten als begeleiders informatie verzameld over hoe robot Maatje werd ingezet en wat dit hen oplevert. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief (vragenlijst uitgezet bij cliënten) en een kwalitatief deel (interviews met begeleiders).
Cliënten die met Maatje werken, zijn twee keer gevraagd een vragenlijst in te vullen over de mate waarin robot Maatje bijdraagt aan hun zelfredzaamheid en kwaliteit van leven. In totaal hebben 20 cliënten de vragenlijst twee keer ingevuld.
Daarnaast zijn 25 begeleiders geïnterviewd over de manier waarop zij robot Maatje inzetten bij hun cliënten, en over hoe robot Maatje bijdraagt aan de volgende projectdoelstellingen:
Voor een aantal cliënten ondersteunt robot Maatje hen bij het werken aan hun hulpvragen. Cliënten die baat hebben bij vaste routines waarderen dat Maatje herinneringen altijd op hetzelfde tijdstip en dezelfde manier geeft. De voorspelbaarheid is prettig. Robot Maatje geeft meldingen altijd op dezelfde, neutrale manier. Zonder waardeoordeel of emotie.
Daarnaast werkt Maatje als een directe aanzet tot actie: iets wat cliënten vaak missen bij een papieren agenda of telefoon. Voor sommige ambulante cliënten biedt Maatje een back-up wanneer de begeleider niet aanwezig is. Voor woonteamcliënten kan de robot herinneringen geven die begeleiders, gezien de beperkte tijd, hen niet kunnen geven. Bijvoorbeeld herinneringen om voldoende water te drinken.
Het motiveren van cliënten is één van de grootste uitdagingen in de begeleiding. Volgens meerdere begeleiders is intrinsieke motivatie essentieel om een cliënt daadwerkelijk in beweging te krijgen en ook om met robot Maatje te willen werken.
Een begeleider verwoordt het als volgt: “Bij deze jonge cliënt is robot Maatje op dit moment echt helpend. En dat komt met name doordat de cliënt het zelf initieert. De intrinsieke motivatie is er, dus hij wil er van alles mee doen. Hij is erin geïnteresseerd en ziet mogelijkheden. En als cliënten dat niet zien, dan wordt het lastig.”
Cliënten met technische affiniteit vinden het leuk om met zorgrobot Maatje te werken en de verschillende functionaliteiten te verkennen, wat hun motivatie kan versterken. Sommige cliënten met een interesse in robots en technologie zijn wat teleurgesteld, omdat hun verwachtingen hoger liggen dan wat Maatje daadwerkelijk kan. Zij gaan ervan uit dat de robot zelflerend is, of dat uitgebreide gesprekken mogelijk zijn. Dat is op dit moment nog niet het geval.
Als onderdeel van het kwalitatieve onderzoek is aan 25 begeleiders gevraagd hoeveel van hun cliënten met robot Maatje werken. Na 4 tot 7 maanden zijn deze begeleiders nogmaals benaderd om te inventariseren of hun cliënten nog steeds robot Maatje gebruiken.
Het merendeel van de cliënten werkt na deze periode nog steeds met robot Maatje. De begeleiders geven aan dat bij het grootste deel van deze cliënten Maatje fungeert als praktische ondersteuning. Namelijk door herinneringen te geven om het huishouden te doen, op tijd te eten, douchen, de afwas te doen of het bed te verschonen. Bij een handvol cliënten is het signaleringsplan in robot Maatje verwerkt: Maatje vraagt naar de stemming of gemoedstoestand van de cliënt, geeft een melding aan de begeleiders en/of waar nodig adviezen om de stemming te verbeteren.
“Ik ben vaak bang en angstig. Maatje geeft mij steun en veiligheid”, antwoordt een cliënt op de vraag wat robot Maatje hen oplevert.
Zowel uit de interviews met begeleiders als uit de ingevulde vragenlijsten van cliënten blijkt dat robot Maatje een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van leven van cliënten. Begeleiders merken dat cliënten zich beter aan hun dagelijkse routines houden én dat Maatje helpt bij het reguleren van stemming en energie. Ook ervaren cliënten de robot als gezelschap, wat gevoelens van eenzaamheid kan verminderen.
Sommige begeleiders merken dat hun cliënten vooruitgang boeken in het nakomen van hun afspraken. Een begeleider benadrukt hoe robot Maatje een cliënt helpt om daadwerkelijk in actie te komen: “Zijn kwaliteit van leven is veel groter geworden sinds robot Maatje. Anders doet hij niks.”
Daarnaast ondersteunt Maatje cliënten bij het vergroten van hun zelfstandigheid. Bijvoorbeeld door hen te helpen herinneren aan afspraken of taken, wat vooral waardevol is wanneer cliënten gevoelig reageren op aanwijzingen van begeleiders. In sommige gevallen draagt de robot bij aan het proces van loskomen van ouders of vermindering van afhankelijkheid van begeleiding. Een van de begeleiders zegt hierover: “Wij hoeven minder te mopperen dat het huishouden niet gedaan is en hoeven het minder met hem samen te doen.”
Begeleiders geven aan dat ze het prettig vinden dat de robot af en toe kan worden ingezet om cliënten te herinneren aan routinematige taken. Dit geldt met name als de cliënt prikkelbaar reageert op de begeleider. “Ja, de relatie die hij nu heeft met begeleiding is lastiger. Hij wil eigenlijk het liefst alles zelfstandig doen, maar dat kan hij niet. Als wij dan te kritisch zijn, stoot hij ons weer af. Dus constant een aantrekken-afstoten verhaal. Maar op robot Maatje kan hij schelden en boos worden en die trekt zich daar niks van aan. Dat is bij ons wel anders.”
Bij jongere cliënten helpt Maatje soms bij het proces van loskomen van de ouders, aldus begeleiders: “Hij moet nog meer loskomen van zijn moeder. Dat merkt hij, en ook zijn moeder. Dat is een work in progress. En hoewel we daar met zijn allen mee bezig zijn, is robot Maatje in deze ook ondersteunend.”
Begeleiders binnen woonteams merken dat de inzet van robot Maatje leidt tot een afname van ongeplande zorgmomenten. Doordat cliënten vaker zelfstandig dagelijkse taken oppakken – zoals de was doen, douchen of tandenpoetsen – hoeven begeleiders deze handelingen minder vaak te controleren. De hoeveelheid geplande zorgmomenten blijft vrijwel gelijk: cliënten zien hun begeleiders nog even vaak als voorheen.
Wat wel verandert, is de inhoud van de begeleiding. Omdat routinetaken deels door robot Maatje worden overgenomen, ontstaat ruimte voor begeleiding op complexere thema’s. Zoals het omgaan met stress of het reguleren van emoties. Begeleiders ervaren bovendien dat de kwaliteit van leven bij cliënten toeneemt: zij treffen minder vaak situaties aan waarin iemand vergeten is te eten of zijn medicatie niet heeft ingenomen. Dat verkleint de kans op crisissituaties en maakt het mogelijk om de aandacht te richten op andere, inhoudelijkere hulpvragen.
Hoewel Maatje bepaalde taken ondersteunt of overneemt, blijft persoonlijke begeleiding onmisbaar. Voor veel cliënten is de robot een waardevolle aanvulling op de professionele zorg die zij ontvangen.
De onderzoeksresultaten zijn teruggekoppeld aan de Nederlandse Zorgautoriteit (subsidieverstrekker voor dit project). Zij zijn positief over de resultaten en zien mogelijkheden voor opschaling, ook buiten het RAC.
Begeleiders van het RAC zien zowel kansen als uitdagingen in het gebruik van Maatje. Zij benadrukken het belang van goede ondersteuning, voldoende tijd, digitale vaardigheden en betrokkenheid van zowel begeleiders als cliënten. Dit zijn voorwaarden voor een succesvolle en duurzame inzet. Ook duidelijkheid over afspraken rondom privacy, inzet, AVG en juridische zaken is hierin van belang. Noortje Lavrijssen, docentonderzoeker lectoraat RDT, gaat hier in een bijdrage in de volgende editie van ICT&health verder op in.