De inzet van kunstmatige intelligentie (AI) en andere technologie gaat de rol van artsen in de zorg fundamenteel veranderen, stelt prof. dr. Sesmu Arbous, anesthesioloog-intensivist en hoogleraar Intensive Care Geneeskunde aan het LUMC. In haar oratie pleit ze voor een zorgvuldige en zinvolle integratie van technologie, waarbij de menselijke maat behouden blijft. Arbous ziet de gezondheidszorg op een kruispunt staan.
Enerzijds zijn er dringende uitdagingen zoals de vergrijzing, een groeiend tekort aan zorgverleners en stijgende kosten. Anderzijds liggen er kansen in de vorm van enorme hoeveelheden data en snel ontwikkelende technologieën. Volgens Arbous biedt deze situatie een kans om met behulp van AI de werkprocessen te verbeteren en de zorg persoonlijker en efficiënter te maken.
Menselijker dankzij AI
Hoewel ze groot vertrouwen heeft in de mogelijkheden van AI, benadrukt Arbous dat technologie niet blindelings moet worden gevolgd. Alleen toepassingen die aantoonbaar bijdragen aan de kwaliteit van de patiëntenzorg zijn wat haar betreft verantwoord. Ze benadrukt het belang van een kritische en multidisciplinaire benadering bij het implementeren van nieuwe systemen en algoritmes.
Ook geeft ze aan dat technologische innovatie de potentie heeft om zorgverleners te ontlasten van administratieve lasten en routinematige handelingen. Hierdoor ontstaat ruimte voor meer directe aandacht aan het bed van de patiënt, en dus voor empathie en betrokkenheid. In die zin ziet Arbous technologie als een kans om de zorg juist menselijker te maken.
Betekenis geven aan data
In haar oratie beschrijft de hoogleraar hoe AI inmiddels diep verweven is geraakt met veel facetten van de medische praktijk, van diagnostiek tot monitoring. Maar ze stelt ook vast dat de klinische blik en de intuïtie van de arts nog steeds van doorslaggevend belang zijn. De arts blijft degene die de context begrijpt en betekenis geeft aan de data. Zelf staat ze nog regelmatig op de IC en weet uit ervaring hoe belangrijk communicatie en samenwerking zijn in acute situaties. Juist daar bewijst wat haar betreft de menselijke factor keer op keer zijn waarde.
Tijdens de COVID-19-crisis werkte Arbous op de intensive care, een periode die zij als intens en leerzaam beschrijft. Ze werd geconfronteerd met het leed van patiënten, maar ook met de beperkingen van bestaande systemen. In de nasleep van de pandemie richt ze zich in haar onderzoek op de lange termijn-klachten van ex-IC-patiënten, een tot nu toe onderbelicht terrein in Europa. Via draagbare sensoren worden gegevens verzameld over bijvoorbeeld hartslag en activiteit. Op die manier wordt inzicht verkregen in hun herstelproces.
Arbous noemt zichzelf onderzoeksmatig een 'nerd', iemand die geniet van het analyseren van grote hoeveelheden data. “Maar”, benadrukt ze, “data op zichzelf zijn niet genoeg. Pas wanneer gegevens worden omgezet in bruikbare kennis en uiteindelijk in wijsheid, leveren ze daadwerkelijk meerwaarde voor de zorg”. Met haar leerstoel wil ze eraan bijdragen dat technologie en menselijkheid elkaar niet uitsluiten, maar juist versterken.
Vereenvoudigen complexe informatie
Uit onderzoek van het Maastricht UMC+ blijkt dat kunstmatige intelligentie (AI) ook kan helpen om complexe medische informatie eenvoudiger en begrijpelijker te maken. Het onderzoek is onlangs gepubliceerd in Human Reproduction. De studie toont dat AI-inzet niet ten koste hoeft te gaan van de nauwkeurigheid van de informatie.