Als het aan Roy Jakobs, CEO van Philips en boegbeeld van de MedTech-sector binnen het rapport-Wennink, ligt, staat de Nederlandse MedTech-sector in 2035 op een toppositie binnen Europa en de wereld. Met een vandaag gepresenteerd nationaal groeiplan laat de sector zien hoe medische technologie niet alleen de druk op de zorg kan verlichten en de kwaliteit van zorg kan verbeteren, maar ook structureel kan bijdragen aan economische groei. Het plan werd aangeboden aan staatssecretaris Judith Tielen (staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Tjerk Opmeer (Economische Zaken) en sluit aan bij het rapport-Wennink over een toekomstbestendig Nederland, dat vorige week verscheen.
Het ‘Groeiplan MedTech – Een bijdrage aan het toekomstig verdienvermogen van Nederland’ laat een ambitieuze agenda zien voor de komende tien jaar. Als de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd, kan de sector volgens de initiatiefnemers van het plan rekenen op zo’n 11.000 extra banen in hoogwaardige techniek, onderzoek en productie, een jaarlijkse exportgroei van ongeveer 5 miljard euro en de komst van ongeveer 75 nieuwe start-ups en scale-ups.
Volgens Roy Jakobs, CEO van Philips en boegbeeld van de MedTech-sector binnen het rapport-Wennink, raakt investeren in medische technologie twee strategische belangen tegelijk. “Het gaat om een toekomstbestendig zorgstelsel én om een weerbare, innovatieve economie,” stelt hij. Met stabiel beleid en duidelijke keuzes kan Nederland volgens hem uitgroeien tot een van de sterkste MedTech-ecosystemen van Europa en ook daarbuiten. “Laten we deze kans liggen, dan missen we de mogelijkheid om betere zorg voor meer mensen mogelijk te maken en onze economie verder te ontwikkelen.”
Het groeiplan is tot stand gekomen met bijdragen uit de hele keten: van academische en topklinische ziekenhuizen tot universiteiten, kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven. Die samenwerking is cruciaal, benadrukt Jakobs. Technologie op zichzelf is niet het doel: “Het gaat om wat technologie kan betekenen voor mensen. Dat kun je alleen samen realiseren, als ecosysteem.”
Patiënt centraal
Carina Hilders, voorzitter van de Raad van Bestuur van UMC Utrecht, is het daar helemaal mee eens. Goede zorg moet ook in de toekomst bereikbaar blijven, zegt zij, juist nu de zorgvraag groeit en het aantal zorgverleners achterblijft. Medische technologie kan zorgverleners ondersteunen en behandelingen preciezer en effectiever maken. Het mes van MedTech snijdt aan meerdere kanten: het verbetert de kwaliteit, de uitkomsten, laat zorgprofessionals doen waar ze goed in zijn en heeft economische waarde: zorgoplossingen in Nederland hebben direct marktwaarde in de wereld.
UMC Utrecht levert nu al zorg van zeer hoge kwaliteit en hoort internationaal bij de top. Een feit waarop Hilders zeker trots is. “De meerwaarde van MedTech zit in het toekomstbestendig maken van goede zorg en het zorgstelsel en daarmee ook de weerbaarheid van de samenleving. Zonder zorg geen economie. MedTech helpt om zorg toegankelijk te houden door processen te versnellen, wachtlijsten te verkorten en zorg vaker buiten het ziekenhuis te organiseren omdat we hierin samen optrekken” zegt Hilders.
Erkenning
Met het vandaag gepresenteerd groeiplan is een eerste stap in de erkenning dat de samenwerking tussen zorg, bedrijfsleven en overheid moet verbeteren om aan de top te blijven. “Zo kunnen UMC’s ook hun maatschappelijke impact vergroten. Voorwaarde is wel dat de overheid helpt met betere data-uitwisseling, minder belemmerende wet- en regelgeving en consistent beleid, zodat kwaliteit en toegankelijkheid van zorg behouden blijven voor iedereen”, aldus Hilders.
Hilders benadrukt ook het belang van innovatie dicht bij de klinische praktijk. Als academisch ziekenhuis werkt UMC Utrecht samen met publieke en private partners om nieuwe technologie zo snel mogelijk vanuit de zorg naar concrete toepassingen voor patiënten te brengen. “Zo’n traject gaat in fasen met elke fase en eigen financiering. Maar die fasen moet elkaar sneller opvolgen. Dus, als een idee is bedacht dan krijg je de eerst de translatie. Daarna de valorisatie ervan, en vervolgens hoe gaan we het dan opschalen. En dat is een hele belangrijke: hoe gaan we er met elkaar voor zorgen dat we goede vindingen sneller kunnen inbedden in de dagelijkse praktijk”, zegt Hilders.
Maatschappelijke waarde creëren.
Om de ambities in het groeiplan te kunnen verwezenlijken, is het ook belangrijk dat onderzoekers en studenten hierin worden meegenomen. UMC Utrecht zorgt er volgens Hilders daarom voor dat studenten en onderzoekers de juiste vaardigheden en kennis ontwikkelen voor de MedTech-sector. “Gaan ze nog veel gerichter opleiden met oog voor het ecosysteem en gaan ze actief begeleiden in innovatie. Binnen het UMC Utrecht krijgen talenten ondersteuning gedurende het hele innovatietraject: van een eerste idee of ontdekking tot het toepassen ervan in de praktijk”, legt Hilders uit.
Daarbij ligt de nadruk op het aanleren van kennis over hoe medische innovaties daadwerkelijk hun weg naar de maatschappij vinden en maatschappelijke waarde creëren. Hoewel deze begeleiding al bestaat, werkt het UMC Utrecht eraan om dit verder te versterken. Een voorbeeld hiervan is de Eureka megachallenge. En er is meer aandacht voor de verschillende fasen van innovatie, zodat onderzoek en ideeën sneller en effectiever kunnen worden vertaald naar concrete MedTech-toepassingen.
Datavraagstukken
De Nederlandse MedTech-sector staat internationaal sterk en geldt als een van de innovatie-aanjagers van de Europese economie, met jaarlijks ongeveer 15.700 patenten (in Europa). Tegelijkertijd waarschuwt het groeiplan dat versnelling noodzakelijk is. Zonder betere toegang tot data, robuuste AI- en interoperabiliteitsinfrastructuur, voldoende klinische testcapaciteit en meer duidelijkheid over Europese regelgeving dreigt Nederland strategische kansen mis te lopen.
Datavraagstukken spelen daarbij een sleutelrol. Jakobs wijst erop dat kunstmatige intelligentie alleen zo sterk is als de data waarmee zij wordt gevoed. Kleine datasets leiden tot beperkt gevalideerde algoritmes; grote, goed georganiseerde datapools maken het verschil. “Voordat je over AI praat, moet je het over data hebben”, zegt hij. Europese initiatieven zoals de European Health Data Space bieden volgens hem een werkbaar model, waarbij data bij de eigenaar blijven maar tijdelijk beschikbaar worden gesteld voor ontwikkeling en innovatie.
Naast data en regelgeving vraagt het ecosysteem om verdere versterking: van talentontwikkeling en venture-financiering tot geharmoniseerde data-governance en uitbreiding van productiecapaciteit. Die randvoorwaarden bepalen of Nederland zijn sterke uitgangspositie kan verzilveren, of terrein verliest aan snelgroeiende MedTech-hubs in Europa, de Verenigde Staten en Azië.
De lijn die in het Groeiplan MedTech wordt uitgezet, sluit aan bij een bredere beweging waarin zorgtransformatie, medische technologie, data, beleid en economische weerbaarheid steeds nadrukkelijker met elkaar worden verbonden. Die samenhang staat al jaren centraal binnen het ICT&health-platform, waar deze thema’s structureel worden geduid vanuit de praktijk van zorgprofessionals, beleidsmakers en technologieontwikkelaars, en worden vertaald naar samenwerking en opschaling.