Ziekenhuis Rijnstate breidt het team van wetenschappelijk onderzoekers uit met een verpleegkundig wetenschapper. Daarmee wil het ziekenhuis onderzoeken hoe het dagelijkse werk van verpleegkundigen slimmer, efficiënter en duurzamer kan worden georganiseerd. Regieverpleegkundige Berte van Zeist, werkzaam op de afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten, combineert vanaf nu haar werk op de afdeling met twee dagen per week wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling van de verpleegkundige zorgpraktijk.
“Als verpleegkundigen kunnen we echt invloed hebben op hoe de zorg zich ontwikkelt. ” Verpleegkundig onderzoek is cruciaal”, aldus Van Zeist. Ze vertelt dat er al veel medisch wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan, maar dat is meestal vanuit het perspectief van de arts.
Hoewel bestaande onderzoeksresultaten vaak raakvlakken hebben met het verpleegkundig werk, sluiten ze volgens Van Zeist niet altijd aan bij de specifieke vragen en behoeften uit de praktijk. Daarom is het volgens verpleegkundigen belangrijk dat zij zelf onderzoek initiëren, vanuit hun eigen ervaring en perspectief. Op die manier kunnen zij daadwerkelijk invloed uitoefenen op de manier waarop hun werk wordt uitgevoerd en hoe de zorg zich verder ontwikkelt.
Wetenschappelijk onderbouwen
Haar eerste onderzoeksproject richt zich op een herkenbaar vraagstuk: de honderden protocollen die verpleegkundigen dagelijks gebruiken. Deze protocollen vormen de basis van vrijwel elke handeling in het ziekenhuis, maar veel daarvan zijn nog niet of slechts beperkt wetenschappelijk onderbouwd. Binnen de Verpleegkundige Staf Rijnstate wordt daarom gestreefd om binnen drie jaar alle protocollen zoveel mogelijk op wetenschappelijke basis te onderbouwen. Maar dat is veel werk en er wordt onderzocht hoe kunstmatige intelligentie hen daarbij kan helpen.
Op basis van een subsidie van het Landelijk Actieplan Zeggenschap doet Van Zeist het komend jaar onderzoek, onder begeleiding van verpleegkundig senioronderzoeker dr. Paul Rood. Dat onderzoek begint met een inventarisatie: hoeveel protocollen zijn er, en hoe goed zijn ze onderbouwd? Vervolgens kijkt Van Zeist samen met collega-verpleegkundigen en AI-experts op welke manier hoe AI kan ondersteunen. Denk hierbij aan het automatisch signaleren van nieuwe wetenschappelijke artikelen die relevant zijn voor een protocol of het versnellen van literatuuronderzoek.
Vervolgens wordt er een nieuw werkproces ontwikkeld en getest in een proefproject. Van Zeist zegt dat het doel is dat verpleegkundigen minder tijd kwijt zijn aan het zoeken en beoordelen van literatuur. Op die manier blijft er meer ruimte over om die kennis echt in de praktijk te brengen.
Werkcultuur
Naast efficiëntie richt het onderzoek zich ook op de versterking van de verpleegkundige zeggenschap. Het doel is dat verpleegkundigen meer autonomie krijgen om verbeteringen in hun werkprocessen en protocollen door te voeren wanneer onderzoek uitwijst dat handelingen slimmer kunnen worden uitgevoerd. Dat vraagt niet alleen om nieuwe technologische hulpmiddelen, zoals kunstmatige intelligentie, maar ook om een cultuur waarin verpleegkundigen actief hun stem laten horen. Binnen het team roept het onderwerp volgens Van Zeist al veel betrokkenheid en enthousiasme op.
Van Zeist ziet haar rol niet alleen als wetenschapper, maar ook als inspirator. Ze wil laten zien dat verpleegkundig onderzoek geen ‘stoffige theorie’ is, maar juist praktisch en toepasbaar. Ze vindt dat er kritisch moet worden gekeken naar hun dagelijks werk omdat het jammer is als er dingen worden gedaan die niet nodig zijn of misschien soms averechts werken. Als het aan haar ligt, komen er nog veel meer verpleegkundig wetenschappers bij zodat evidence-based werken vanzelfsprekend wordt.
Innovatie
Begin dit jaar is Rijnstate Ziekenhuis een proefproject gestart waarbij IC-verpleegkundigen patiënten op afstand monitoren om een opname op de intensive care te voorkomen. Voor de monitoring wordt een draagbare polsband gebruikt met een ECG-module, bloeddrukmeter en vingersensor, die continu de vitale functies meet. Rijnstate behoorde daarmee tot de eerste ziekenhuizen in Nederland die deze technologie inzet om IC-opnames te voorkomen.