Samenwerking en digitalisering helpen superspecialisatie in pathologie

vr 1 augustus 2025 - 10:30
Diagnostiek
Nieuws

Het ‘Utrecht-model’ voor de pathologie – specifiek de samenwerking tussen UMC Utrecht en twee andere ziekenhuizen – richt zich op de digitalisering van de pathologie-diagnostiek. De ziekenhuizen gebruiken een gezamenlijk digitaal systeem voor het opslaan en bekijken van beelden (PACS) en een gezamenlijk laboratorium-managementsysteem. Een dergelijke samenwerking is het antwoord op de onontkoombare superspecialisatie in de pathologie, stelt initiatiefnemer Paul van Diest, hoogleraar pathologie en hoofd van de afdeling pathologie van UMC Utrecht, in ICT&health 4.

“Wij zijn tien jaar geleden volledig digitaal geworden voor de diagnostiek”, vertelt Van Diest. “Daarmee waren we een van de eerste pathologielaboratoria in de wereld. Na die stap begon ik al snel de mogelijkheden te zien om samen te werken in de pathologie. Er is inmiddels een situatie ontstaan waarin je als klein pathologielaboratorium nauwelijks nog bestaansrecht hebt. We hebben in ons werk 21 deelgebieden en bij elk is sprake van een kennisexplosie. Dit betekent dat generalisme in de pathologie ten dode opgeschreven is. Specialisatie is dus onontkoombaar.”

Samenwerking nodig

Maar waarom is daarmee ook samenwerking onontkoombaar? Van Diest hierover. “Om de juiste aandacht te kunnen geven aan die 21 deelgebieden heb je gemiddeld minstens twee pathologen nodig. Dan heb je het dus over 42 pathologen. Op basis van dit uitgangspunt ben ik gaan puzzelen: hoe groot zijn wij als pathologielaboratorium en zijn wij in staat om te superspecialiseren. Het antwoord is nee, want daar zijn wij met zeventien pathologen te klein voor. We hebben er op dit moment al toch minstens dertig nodig.”

Daarvoor kun je een laboratorium overnemen, maar samenwerking zag Van Diest als een meer werkbare optie. De vervolgvraag is dan: met wie? “Om tot een antwoord op die vraag te komen, hebben we ons gericht op dienstverbanders”, zegt Van Diest, “omdat je het daarmee primair over de inhoud kunt hebben. Daarmee zijn we uitgekomen bij twee partijen: Gelre Ziekenhuizen en Meander MC.”

Vertrouwen als basis

De verkennende gesprekken over een dergelijke samenwerking beginnen met vertrouwen, stelt Van Diest. “Het moet voor die twee kleinere organisaties duidelijk zijn dat je echt gezamenlijke partners bent, en dat je je dus niet opstelt als de grote academische broer die wel even de zaken komt regelen. Gelukkig beseften beide partijen ook dat ze een continuïteitsprobleem hadden. Daarin hebben we elkaar gevonden.”

De situaties van Gelre Ziekenhuizen en Meander MC verschillen in één opzicht van elkaar. Gelre stond aan de vooravond van investering in een nieuw laboratorium managementsysteem, omdat het contract met de leverancier van het bestaande (en bovendien verouderde) systeem afliep. Het is daarom direct met het systeem van het UMC Utrecht gaan werken. Bij Meander MC was dit niet aan de orde. Vooralsnog behoudt het dus zijn eigen laboratorium-managementsysteem.

Mogelijke groei

In het laboratorium-managementsysteem van UMC Utrecht is ruimte voor negen pathologielaboratoria. “Dus laat ze maar komen”, zegt Van Diest. “Maar niet allemaal tegelijk. Het zijn zware trajecten, dus we doen het liever één voor één. Er zijn al wel contacten. Ook daar bestaat het besef dat klein zijn niet toekomstbestendig is en dat het noodzakelijk is digitaal te gaan werken.”

Lees het hele artikel in ICT&health 4, die op 22 augustus verschijnt.

Hoe de zorg haar toekomst inricht? Duizenden zorgprofessionals ontdekken wat echt werkt en verzilveren kansen. Claim ook jouw ticket en ervaar het op het ICT&health World Conference 2026!