CV
Desiree Creemers is bestuurder bij het Deventer Ziekenhuis.
Miriam Vollenbroek-Hutten is bestuurder bij Medisch Spectrum Twente.
Hilde Dijstelbloem is bestuurder bij Ziekenhuisgroep Twente.
Om onderstaande en alle andere premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
U kunt nog {free_articles_left} premium artikel gratis lezen. Om meer premium artikelen te lezen, moet u inloggen of een account aanmaken.
Met het Pioneers in Health Care (PIHC) Innovatiefonds stimuleren de Universiteit Twente (TechMed Centrum), Saxion, Medisch Spectrum Twente, Ziekenhuisgroep Twente en Deventer Ziekenhuis de duurzame samenwerking tussen de wereld van de nieuwe technologie en de medische praktijk, wat de introductie van innovatieve technologie in het ziekenhuis faciliteert. Gezamenlijk voorzien de partijen jaarlijks in een budget van 600.000 euro voor het PIHC Innovatiefonds en zetten ze zich in voor de langdurige voortzetting van het programma. De drie ziekenhuisbestuurders Desiree Creemers (Deventer Ziekenhuis), Miriam Vollenbroek-Hutten (Medisch Spectrum Twente) en Hilde Dijstelbloem (Ziekenhuisgroep Twente) vertellen wat dit oplevert.
Wat maakt het voor Deventer Ziekenhuis, Ziekenhuisgroep Twente en Medisch Spectrum Twente interessant om inhoudelijk en financieel te participeren in het PIHC Innovatiefonds? Over die vraag hoeven alle drie de respectievelijke bestuurders niet lang na te denken.
“Wat het te bieden heeft, is enorm inspirerend voor zorgverleners die de verbinding tussen wetenschap en technologie interessant vinden en die de mogelijkheid van seeding trials willen benutten om op basis van wetenschappelijk onderzoek de kwaliteit van de zorg voor de patiënt te verbeteren”, zegt Creemers. Dijstelbloem prijst de kruisbestuiving tussen zorg, technologie en onderwijs. “Die geeft enorm veel energie om tot innovatie te komen die meerwaarde heeft voor de patiënt”, zegt ze. Vollenbroek voegt toe: “Wat wij erin investeren, is de voedingsbodem om nieuwe initiatieven te ontwikkelen.”
Samengevat: het leidt tot innovaties die het werk in de klinische praktijk en de patiëntenzorg verbeteren. “Het is echt samenwerking”, benadrukt Creemers. “Het is niet alleen van de ziekenhuizen, maar is écht samen met de Universiteit Twente en Saxion Hogeschool.” Vollenbroek: “Het is redelijk uniek een technische universiteit in de regio te hebben. Dat zorgt voor een prachtig zaaiveld.”
In het PIHC Innovatiefonds is gekozen voor een bottom-up, project gestuurde aanpak waarbij clinici en wetenschappers gezamenlijk specifieke klinische vraagstukken aanpakken. “Die samenwerking was er ook voor die tijd al, maar die kwam toen moeilijk van de grond”, vertelt Vollenbroek. “Initiatiefnemers wisten nooit goed waar ze de mensen en het geld vandaan moesten halen om een eerste project te starten. Het PIHC Innovatiefonds is de katalysator geweest om dit probleem op te lossen voor ze.”
Dijstelbloem bevestigt deze visie: “Klopt, het biedt hun echt structuur om hier tijd en energie in te steken. Er ontstaat verbinding. Ze ontmoeten elkaar en wisselen ideeën uit. En we organiseren events waarin we jaarlijks prijzen toekennen voor de meest waardevolle innovaties. Dat creëert een cultuur waarin voortdurende innovatie wordt aangejaagd. Die was zonder het PIHC Innovatiefonds nooit ontstaan.”
Creemers knikt instemmend. “Als niet-academische ziekenhuizen krijg je geen geld voor onderzoek. We moeten dat vrijmaken uit het ziekenhuisbudget en dat betekent dat we keuzes moeten maken. De voucher die het PIHC Innovatiefonds biedt voor onderzoeksvoorstellen maakt veel meer mogelijk.” Het is dan ook begrijpelijk dat het initiatief al vanaf de start voor enthousiasme zorgde bij alle betrokken partijen. “Iedereen ziet hoeveel er uit komt”, zegt Creemers. “Ze zien dat innovaties worden geïmplementeerd en dat uit eerdere initiatieven ook weer waardevolle vervolgonderzoeken ontstaan.”
Voorbeelden van wat op deze manier de afgelopen jaren al is bereikt, hebben de bestuurders alle drie te over. “Zaaigeld investeren maakt een goede start mogelijk”, zegt Dijstelbloem. “Een systeem voor beslisondersteuning bij slokdarmchirurgie is daarbij vanuit ons centrum een mooi voorbeeld. Het gaat hierbij om een zware operatie met mogelijke complicaties. Dit vraagt om een model voor beslisondersteuning dat meer zekerheid biedt als basis om de behandeling aan te passen of te bepalen op welk moment de patiënt veilig kan worden ontslagen. Toepassing van AI op basis van bestaande data maakte dit mogelijk. Het zaaigeld leidde uiteindelijk tot een promotieonderzoek dan nu nog loopt. De eerste wetenschappelijke publicaties zijn al verschenen.”
"Zelf ontwikkelen en een early adapter zijn van wat een ander ontwikkelt kan allebei"
Ook Vollenbroek heeft een voorbeeld dat de klinische praktijk al heeft gehaald: een nieuwe imagingtechniek waarmee op de OK de doorbloeding kan worden gemeten bij darmischemie. “Een ander voorbeeld laat zien dat ook voor ons AI een belangrijk thema is”, zegt ze. “Hierbij gaat het om een voorspelmodel om te bepalen bij welke patiënten met levercirrose het gevaar van leverkanker op de loer ligt, als basis voor de beslissing om wel of niet extra diagnostiek toe te passen. Zinnige en doelmatige zorg dus.”
Creemers noemt als voorbeeld een samenwerking tussen de KNO-artsen van haar ziekenhuis met Universiteit Twente. “Een slimme bril maakt het mogelijk om op afstand mee te kijken bij een ingewikkelde ooroperatie en met elkaar te overleggen. Hiermee kunnen artsen in opleiding en fellows zelfstandig opereren, onder supervisie van een ervaren KNO-arts op afstand. Een mooie laatste stap naar zelfstandigheid voor ze. En bij een ingewikkelde ingreep kan een KNO-arts ook een collega vragen om op afstand even mee te kijken.”
Valorisatie is nog een uitdaging, stelt Creemers. “Je wil natuurlijk bereiken dat een innovatie niet slechts in één ziekenhuis geïmplementeerd wordt.” Vollenbroek vult aan: “Neem bijvoorbeeld een ontwikkeling als een voorspelmodel. Dat is breder inzetbaar dan alleen bij slokdarmchirurgie. Als je die AI-toepassing breed toepast, kun je die ook op andere gebieden, en in andere ziekenhuizen, toepassen.”
Maar van elkaar leren doen we in de Nederlandse gezondheidszorg nog veel te weinig, meent Creemers. “Ook in dat perspectief is het PIHC Innovatiefonds interessant. We kunnen daarmee een pioniersfunctie vervullen omdat we innovatie zichtbaar maken. En we zien gelukkig ook dat dit werkt. Als een innovatie op het netvlies komt bij andere ziekenhuizen, komt daaruit de vraag of ze daar meer van mogen weten. We benutten ook het topklinisch netwerk van de STZ-ziekenhuizen om dit te realiseren. Het gaat dus langzaamaan beter, maar het kan nog beter. En de waarde van die innovatie is zo groot. Je ziet ook dat het effect heeft op de vragen die medewerkers gaan stellen. Je krijgt er een ander soort medewerkers mee. Mensen die zich afvragen hoe dingen beter en toekomstbestendiger kunnen, en die van nature al gaan kijken naar hoe een innovatie tot bredere implementatie kan komen.”
Vollenbroek zegt te beseffen dat het onderzoeksveld een competitieve wereld is. “Toch ben ik ervan overtuigd dat we elkaar meer moeten opzoeken.” Creemers is ervan overtuigd dat dit ook kan. “Zelf ontwikkelen en een early adapter zijn van wat een ander ontwikkelt kan allebei”, zegt ze. “Het kan prima samengaan.”
Het Pioneers in Health Care-fonds (PIHC) brengt zorgprofessionals en technologische experts samen om slimme oplossingen te bedenken voor de zorg van morgen. Het PIHC-fonds pioniert zowel door nieuwe technologie te ontwikkelen voor klinische problemen, als door mogelijkheden te verkennen om bestaande technologie te gebruiken voor nieuwe medische toepassingen.
Ieder jaar stellen de Universiteit Twente, Saxion, Medisch Spectrum Twente, Ziekenhuisgroep Twente en Deventer Ziekenhuis samen 600.000 euro beschikbaar voor vernieuwende projecten. Onderzoekers en artsen kunnen hun ideeën indienen: van slimme sensoren en AI-toepassingen tot nieuwe behandelmethoden. De tien beste voorstellen krijgen een innovatievoucher — een startbudget om hun idee verder te ontwikkelen en te testen in de praktijk.
Zo zorgt het PIHC ervoor dat innovatieve technologie niet op de plank blijft liggen, maar écht terechtkomt waar het nodig is: bij de patiënt. Het fonds versterkt bovendien de samenwerking tussen ziekenhuizen, onderwijs en technologie, en helpt goede ideeën uit de regio naar de (inter)nationale zorgpraktijk te brengen.
Meer informatie: Link