Hoewel AI de moderne gezondheidszorg snel verandert, onthult een nieuwe studie van de Johns Hopkins University een onverwacht obstakel voor de acceptatie ervan: het sociale stigma onder artsen. Uit het onderzoek blijkt dat artsen die voor hun klinische besluitvorming gebruikmaken van generatieve AI, door hun collega's vaak als minder competent worden beschouwd, ondanks het bewezen potentieel van de technologie om de diagnose en behandeling te verbeteren.
Het onderzoek, gepubliceerd door de Johns Hopkins Carey Business School, betrof 276 clinici, waaronder behandelende artsen, coassistenten en verpleegkundigen, die werd gevraagd om scenario's te beoordelen waarin artsen in verschillende mate gebruik maakten van AI. De resultaten waren opvallend: hoe meer een arts afhankelijk was van AI, hoe sceptischer zijn collega's werden, een fenomeen dat onderzoekers een “competentiepenalty” noemen.
“AI is al een integraal onderdeel van de geneeskunde”, aldus professor Tinglong Dai, medeauteur van het onderzoek. “Wat ons verbaasde, was dat artsen die AI gebruiken, als minder bekwaam kunnen worden beschouwd. Dit stigma – en niet de technologie zelf – kan betere zorg juist in de weg staan.”
AI als ‘verificatie-instrument’
Interessant genoeg bleek uit het onderzoek dat wanneer artsen AI als een “second opinion” of verificatie-instrument beschouwden, de negatieve perceptie verbeterde, maar niet volledig verdween. Artsen die ervoor kozen om helemaal geen AI te gebruiken, kregen de meest gunstige beoordelingen van hun collega's.
“In het tijdperk van AI blijft de menselijke psychologie de ultieme variabele”, aldus Haiyang Yang, eerste auteur van het onderzoek. “De manier waarop clinici het gebruik van AI zien, kan net zo belangrijk zijn als de daadwerkelijke prestaties ervan.”
Ondanks deze sociale vooringenomenheid erkenden de meeste clinici nog steeds de voordelen van AI voor het verbeteren van de diagnostische precisie en klinische nauwkeurigheid. AI-tools die op maat waren gemaakt voor instellingen werden als bijzonder waardevol beschouwd, wat suggereert dat integratie met steun van ziekenhuizen het vertrouwen tussen medische teams zou kunnen vergroten.
Ondersteunend, geen vervanging
De onderzoekers benadrukken dat naarmate AI meer in de gezondheidszorg wordt geïntegreerd, het moet worden gepositioneerd als een ondersteunende partner in plaats van een vervanging voor klinische expertise.
“Artsen hechten boven alles waarde aan klinisch oordeel”, aldus dr. Risa Wolf, coauteur en universitair hoofddocent pediatrische endocrinologie aan de Johns Hopkins School of Medicine. “Als we AI implementeren op een manier die de expertise van artsen aanvult in plaats van vervangt, kan dit uiteindelijk de besluitvorming versterken en de patiëntenzorg verbeteren.”
De bevindingen benadrukken een cruciaal inzicht voor de toekomst van digitale gezondheidszorg: technologische innovatie alleen is niet voldoende, het creëren van culturele en professionele acceptatie is net zo essentieel om het volledige potentieel van AI in de geneeskunde te realiseren.
Andere kant van de AI medaille
Bovenstaand verhaal staat bijna haaks op andere meningen en ontwikkelingen, waarbij een grote en belangrijke rol weggelegd lijkt voor (generatieve) AI oplossingen binnen de zorg. Zo schetste Harvard-onderzoeker Charlotte Blease onlangs in haar boek Dr Bot: Why Doctors Can Fail Us and How AI Could Save Lives’, een confronterende maar hoopvolle visie op de toekomst van de geneeskunde. Volgens haar kan kunstmatige intelligentie uitgroeien tot de meest betrouwbare arts ooit. Niet door mensen te vervangen, maar door hun beperkingen te compenseren.
Menselijke fouten, vermoeidheid en cognitieve overbelasting veroorzaken jaarlijks honderdduizenden medische missers. AI kan helpen door enorme hoeveelheden medische data te analyseren, patronen te herkennen en diagnoses te ondersteunen. Technologieën als spraakgestuurde transcriptie en virtuele consult-assistenten geven artsen meer tijd voor persoonlijke aandacht.
Blease benadrukt dat de grootste uitdaging niet technologisch, maar cultureel is: artsen moeten leren samenwerken met algoritmen en AI zien als aanvulling op hun empathie en klinische oordeel. AI kan volgens haar juist bijdragen aan een menselijkere gezondheidszorg, met meer tijd, eerlijkheid en toegankelijkheid voor patiënten wereldwijd.