Het HagaZiekenhuis behoort tot een van de eerste Nederlandse ziekenhuizen die de innovatieve Volt-ablatietechniek inzetten bij de behandeling van boezemfibrilleren. Met deze methode wordt in één keer een volledige cirkel van hartweefsel behandeld via een ballonvormige katheter. Dit is sneller, veiliger en effectiever dan de traditionele punt-voor-punt aanpak. Voor patiënten betekent dit een kortere ingreep, minder narcosebelasting en een grotere kans op genezing na één behandeling.
Voor cardiologen-elektrofysiologen Hemanth Ramanna, Shmaila Talib, Vincent van Driel en Jeroen van der Heijden en hun team is dit een belangrijke stap in de verdere vernieuwing van de zorg voor mensen met hartritmestoornissen.
Boezemfibrilleren
Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis waarbij de boezems van het hart zeer snel en chaotisch samentrekken. Dit kan leiden tot klachten zoals hartkloppingen, vermoeidheid of duizeligheid. Ook is de kans op het krijgen van een beroerte groter.
Een ablatiebehandeling moet ervoor zorgen om ritmestoornissen bij de bron aan te pakken. Daarbij worden kleine stukjes hartweefsel uitgeschakeld om zo foutieve elektrische signalen te blokkeren. Daardoor kan het hartritme zich herstellen.
Drie vernieuwingen
Volt is de merknaam van een nieuw ablatiesysteem. Wat het systeem bijzonder maakt, is de combinatie van drie belangrijke vernieuwingen. In de eerste plaats is de behandeling sneller. Dankzij een ballonvormige katheter met tien elektroden kan in één keer een volledige kring van hartweefsel rond de longaders worden behandeld. De procedure duurt daardoor nog maar een half uur in plaats van een uur. Voor patiënten betekent dit een kortere ingreep en minder lange narcose. Hierdoor voelen veel mensen zich fitter na afloop en kunnen zij vaak dezelfde dag al naar huis.
Ook is het systeem nauwkeuriger. Ingebouwde sensoren controleren of elke elektrode goed contact maakt met het hartweefsel. De cardioloog-elektrofysioloog krijgt direct feedback op het scherm. Zo kan hij of zij meteen bijsturen. Deze optimale controle vergroot de kans dat al het beoogde hartspierweefsel wordt uitgeschakeld. Daardoor is de behandeling vaak in één keer succesvol. Vervolgbehandelingen zijn dan minder vaak nodig.
In de derde plaats is het nieuwe systeem veiliger. Traditionele ablatie maakt gebruik van hitte of kou. Dit is effectief, maar kan per ongeluk schade veroorzaken aan omliggende organen zoals de slokdarm of zenuwen. Electroporatie-ablatie, ook wel pulsed field ablation (PFA) genoemd, gebruikt korte elektrische pulsen. Deze methode is veiliger voor omliggende organen. Daardoor is de kans op complicaties kleiner en verloopt het herstel meestal voorspoediger.
Langdurige voorbereiding
De introductie van de Volt-techniek is het resultaat van langdurige voorbereiding. Sinds 2008 is dr. Vincent van Driel betrokken bij het onderzoek naar deze methode. De techniek werd samen met collega’s in het UMC Utrecht ontwikkeld en is later door technologiepartner Abbott verder uitgebouwd. “Het is bijzonder om na vijftien jaar eindelijk met deze apparatuur aan de slag te gaan,” vertelt Van Driel. “Voor mij is het echt een kroon op mijn werk.”
Voor 2025 staan er in totaal 900 ablatiebehandelingen gepland. Daarvan komen ongeveer 350 patiënten met boezemfibrilleren in aanmerking voor behandeling met de nieuwe Volt-ablatie techniek. Naar verwachting groeit dit aantal de komende jaren verder. Het HagaZiekenhuis zegt trots te zijn op deze ontwikkeling. Dankzij de inzet van het Hartcentrum van het HagaZiekenhuis en de samenwerking met technologiepartners zegt het ziekenhuis een voortrekkersrol te kunnen vervullen in het beschikbaar maken van deze innovatieve behandeling voor patiënten.
Het nauwkeurig en tijdig detecteren en behandelen van hartritmestoornissen vormt, en blijft, een van de grootste uitdagingen binnen de cardiovasculaire geneeskunde. Om de diagnostiek te verbeteren, hebben Spaanse wetenschappers een methode ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van een digitale harttweeling.