Uit de voorlopige cijfers van Zorginstituut Nederland op basis van de declaratiegegevens van zorgkantoren blijkt dat de kosten van langdurige zorg dit jaar stijgen met 7,2 procent. De kosten van het basispakket van de zorgverzekering stijgen met 5,9 procent minder hard dan in 2024. Die stijging was vorig jaar was 8,2 procent. Binnen de langdurige zorg stijgen de kosten van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) het hardst, met naar schatting 9,1 procent.
In de gehandicaptenzorg betekent dat een verwachte toename van 8,9 procent vergeleken met vorig jaar, en in de ouderenzorg gaat het om 7,4 procent. De geschatte kostenstijging van het basispakket van de zorgverzekering in 2025, is geraamd op basis van declaratiegegevens van zorgverzekeraars. Het lijkt erop dat de kosten minder hard gaan groeien dan vorig jaar. Toen kwam de stijging op 8,2 procent uit.
Kwetsbare ouderen
Een aantal opvallende ontwikkelingen volgens de voorlopige schatting van het Zorginstituut zijn stijgende kosten voor geriatrische revalidatiezorg voor kwetsbare ouderen en eerstelijnsverblijf. Eerstelijnsverblijf is kortdurend verblijf in een zorginstelling. De geneeskundige zorg voor specifieke patiëntengroepen zoals de trajectzorg voor kwetsbare ouderen, laat ook stijgende kosten zien. Deze kosten stijgen gezamenlijk met 12,1 procent.
De toename is te verklaren doordat kwetsbare ouderen sinds 1 januari 2025 eenvoudiger revalidatiezorg aan huis kunnen krijgen. Bovendien is de vergoeding voor deze zorg niet langer beperkt tot zes maanden. Een andere belangrijke wijziging in 2025 is de invoering van trajectzorg voor thuiswonende ouderen met complexe zorgbehoeften. Daarbij neemt een specialist ouderengeneeskunde tijdelijk de zorg over van de huisarts.
Deze trajectzorg wordt gefinancierd vanuit de geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen. De geschatte kostenstijging bij eerstelijnsverblijf komt door een tariefsverhoging voor deze kortdurende verblijfszorg in 2025 door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). En door ruimere mogelijkheden voor verpleging en verzorging in de laatste levensfase.
Meer tijd voor de patiënt
Binnen de huisartsenzorg ziet het Zorginstituut een kostenstijging door de invoering van de ‘Meer tijd voor de patiënt’-regeling. Deze regeling komt voort uit een van de initiatieven uit het Integraal Zorgakkoord (IZA) om de zorg meer passend te gaan maken. Door deze regeling kunnen huisartsen meer tijd voor de patiënt inzetten. Hierdoor krijgen huisartsen nu overal in het land een consult van 15 minuten betaald, waar dit voorheen 10 minuten was. Meer tijd voor de patiënt verlicht de druk op de huisarts en helpt de kwaliteit van zorg verder verbeteren.
Op basis van de declaraties tot nu toe ziet het Zorginstituut een daling van de kosten van kraamzorg met 3,6 procent. Een verklaring voor deze daling ontbreekt nog. Het Zorginstituut houdt de ontwikkeling van de zorgkosten nauwlettend in de gaten. Elk kwartaal publiceren ze op de website Zorgcijfersdatabank de voorlopige cijfers over de kosten binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz).
Proef
Deze informatie biedt beleidsmakers en organisaties in de zorg waardevolle inzichten. Zo kunnen zij beter sturen op passende en doelmatige zorg. Onlangs maakte Zorginstituut Nederland bekend met een drie jaar durende proef de inzet van schaars zorgpersoneel en de milieu-impact te gaan meewegen bij de toelating van zorg tot het basispakket van de zorgverzekering.