In mijn vorige blog (15 oktober) herintroduceerde ik het begrip digitale fitheid voor de zorg en benoemde ik de vijf pijlers daarvan. Vandaag wil ik verder inzoomen op de eerste pijler: digitaal bewustzijn. Deze vorm van bewustzijn betekent simpelweg gezegd: weten wat er speelt op digitaal vlak. Maar meer nog dan dat: snappen welke mogelijke invloed dat op je eigen vakgebied kan hebben. En waar ik zelf altijd heel erg blij van wordt: zien op welke manieren digitale mogelijkheden je vak kunnen verbeteren en ondersteunen.
Dat is nog best een uitdaging. Want het is niet vanzelfsprekend dat als je besluit om de zorg in te stappen, je dan ook belangstelling hebt voor computers, smartphones, netwerken, knopjes en ‘bright and shiny toys’. Het goede nieuws is: Dat hoeft ook helemaal niet. Maar zoals ik in mijn vorige blog dat rijbewijs naar voren haalde: het is toch wel gebruikelijk dat je begrijpt dat in ieder vak randvoorwaarden zijn.
Als je bijvoorbeeld naar je werk wilt komen, zul je simpelweg wel moeten snappen hoe het openbaar vervoer werkt, een fiets kunnen gebruiken en onderhouden, of een auto kunnen besturen. Het hoeft je niet per se te bovenmatig te interesseren, maar je moet er wel íets van weten. En als je op je werk apparaten gebruikt - of het nou een infuuspomp is, of een automatische bloeddrukmeter of een tillift – dan hoef je niet meteen het technisch onderhoud van die apparaten over te nemen, maar je zult er je wel in moeten verdiepen.
Oude doos
Een anekdote uit de oude doos: enkele jaren nadat ik startte als huisarts, leek een eigen website me een geweldig hulpmiddel. Via een technisch vriendje bouwden we er eentje en ik stelde voor aan de Huisartsengroep waar ik deel van uitmaakte om een eigen domeinnaam te kopen voor 100 gulden per jaar (omgerekend nu 5 euro per jaar per huisarts).
Het voorstel heeft het niet gehaald en ik vind het nog steeds een mooi voorbeeld van een uitgesproken gebrek aan digitaal bewustzijn (bij verder bijzonder aardige collega’s overigens). Kan iemand zich nog een praktijk zonder website voorstellen?
Wat er te halen is
Digitaal bewustzijn heeft twee kanten. De leukste is: weten wat er te hálen is. Welke onderdelen van de zorg kunnen beter, gemakkelijker, sneller, simpeler gaan, zowel voor de patiënt als voor de zorgverlener. Welke ontwikkelingen zijn er? Hoe kan ik dat naar mijn voordeel ombuigen?
Die bovengenoemde website was een voorbeeld. De hele opkomst van het internet was dat. Mobiele ontwikkelingen. De explosie van social media. Googelen door patiënten. Smartwatches. AI in de spreekkamer, maar ook bij patiënten thuis.
Wat er te verliezen is
De andere kant van digitaal bewustzijn is: weten wat er te verlíezen is. Ik kan bijna hetzelfde rijtje opnoemen van net. Maar pas door ervaring op te doen, weet je werkelijk wat er wel of niet deugt. En beter nog: kun je het ombuigen naar je eigen hand.
Die website werd voortaan gebouwd door professionele partijen. Mobiele apparaten maakten thuis foto’s of filmpjes opnemen (en doorsturen naar de zorgprofessional) mogelijk. Social Media bleken veel negatieve kanten te hebben, maar hebben voorlichting wel vergemakkelijkt. En een initiatief als Prisma, waarbij je als huisarts specialisten kunt raadplegen, bleek een mooie ontwikkeling.
Googelen werd Thuisarts.nl. Smartwatches maakten mensen bewust van hun beweging. AI staat nog in de kinderschoenen, maar dat het veel verandering gaat brengen moge duidelijk zijn. Ook mooi: de bibliotheken ontwikkelden cursussen, zodat ook onze patiënten die minder digitaal vaardig zijn, geholpen kunnen worden.
Conclusie: een digitaal fitte zorgverlener hoeft geen techneut te zijn. Maar digitale fitheid betekent in ieder geval het hebben van digitaal bewustzijn: weten wat er ongeveer speelt en zich ontwikkelt. Tot zover pijler één van digitale fitheid in de zorg. Volgende keer bespreek ik pijler twee: digitale hygiëne.