Social media zijn ook ten goede in te zetten

do 18 september 2025 - 12:15
Digitalisering
Nieuws

De impact van social media op kinderen en jongeren kan groot zijn. Hoe jong, hoe meer social media een onderdeel van hun leven uitmaken. Het effect kan zowel positief als negatief zijn, al lijken de negatieve gevolgen vaak de bovenhand te voeren. Denk aan influencers die grote groepen jongeren vertellen waarom het goed is om te vapen, aan extreme schoonheidsidealen te voldoen of aan gevaarlijke challenges mee te doen. Op de ICT&health World Conference begin 2025 deelden scholiere Laurine Beele en jeugdarts Kelli Tiggelman openhartig hun ervaringen met de impact van social media. In een artikel in ICT&health 3 gingen zij hier dieper op in.

Ruim een jaar geleden was Laurine Beele een gemiddelde scholiere die veel op haar smartphone - en social media - te vinden was. Totdat haar ouders het genoeg vonden, onder meer omdat de schoolprestaties achteruitgingen. Dat was, vertelt Laurine, het begin van haar ‘detox’.

Eerst was er vooral kwaadheid en onbegrip, vertelt Laurine. Toen ze zich uiteindelijk realiseerde hoeveel beter ze zich voelde zonder alle online prikkels, maakte ze de bewuste keuze om dit zo te houden. “Ik wilde helemaal niet terug naar de hele tijd scrollen. Nu heb ik voor mijn gevoel een gezonde omgang met social media. Ik kies er echt bewust voor wanneer ik er gebruik van maak.”

Ervaringen delen

Laurine besloot daarop haar ervaringen te delen. Zowel op social media als op andere scholen. “Ik zag in mijn omgeving namelijk hoe veel van mijn klasgenoten, vrienden en kennissen opgeslokt werden door social media. En dat is te begrijpen. De invloed van jouw groep is heel groot, zeker bij tieners. Jonge hersenen zijn nog niet volgroeid als het om keuzes maken gaat, het is onvoldoende mogelijk om de gevolgen op langere termijn te zien van je scroll-gedrag.”

Social media zijn tegenwoordig zeker voor jongeren tot een jaar of 18 doodnormaal, ze zijn ermee opgegroeid. Je kunt dus ook niet verwachten dat ze zelf makkelijk kunnen kiezen er anders mee om te gaan, stelt Laurine. “Dat lukte mij in eerste instantie ook niet. Natuurlijk is het nodig dat je zelf bewust bent van eventuele negatieve gevolgen van je social-mediagedrag. Maar uiteindelijk is het ook de invloed van de maatschappij die bepaalt hoe die omgang is. Daar moet dus ook iets in veranderen.”

Brede en diverse groep

Het is belangrijk om niet alle jongeren over één kam te scheren, vindt jeugdarts Kelli Tiggelman. “Jongeren vormen een hele brede en diverse groep. Social media worden zowel negatief als positief gebruikt. Het kan heel veel brengen. Jongeren die nadat ze samen naar een concert geweest zijn op social media na-chillen, kinderen die problemen hebben en via social media met lotgenoten in contact kunnen komen: dat is belangrijk. Dan voelen ze zich niet alleen of raar.”

De keerzijde van de medaille is ook bekend: meisjes die schoonheidsidealen via social media zien langskomen en niet de mentale weerbaarheid hebben om te bepalen wat goed voor hen is en wat niet; jongens die van influencers zoals Andrew Tate horen hoe ze met het vrouwelijk geslacht moeten omgaan. Jongeren die door het gebruik van social media minder bewegen, minder buiten zijn en hun ogen veel belasten met het gebruik van een scherm. En zo zijn er nog meer keerzijden.

Kelli: “Natuurlijk worden ook volwassenen beïnvloed door social media. Maar het brein van jongeren is meer vatbaar. We moeten met zijn allen – kinderen, ouders, maatschappij, overheid – die negatieve aspecten tegengaan. Dat is lastig en complex. Ook voor volwassenen is het erg lastig om zich aan die zuigende werking van algoritmen te onttrekken. Ouders zijn niet sterker dan Google. Dus hoeveel zwaarder moet dat niet voor kinderen en jongeren zijn? Die algoritmen zitten heel slim in elkaar, maar zet ze dan in voor goede doeleinden.”

Positief blijven

Toch blijven Laurine en Kelli positief over de mogelijkheden van jongeren, ouders, overheden, artsen et cetera om elkaar versterken. “Ik denk wel dat er een soort normen nodig zijn, een soort basis voor hoe we social media wel of niet moeten gebruiken”, meent Laurine. “Het is nu heel normaal dat we in de pauze nog op onze telefoon kunnen kijken, ook content die niet goed voor je is. Of dat je als je met vrienden bent, de hele tijd aan het scrollen bent. Als je vrienden dat normaal vinden, doe je dat ook eerder. Het zou echt helpen als je vrienden het ook abnormaal vinden.”

Dit artikel gemist? Lees het terug in ICT&health 3, of lees het in ons online magazine.

Hoe de zorg haar toekomst inricht? Duizenden zorgprofessionals ontdekken wat echt werkt en verzilveren kansen. Claim ook jouw ticket en ervaar het op het ICT&health World Conference 2026!